Staartjagers en Schaduwvangers – Over compulsief gedrag bij de hond

Staart jagenWat grappig!

“Ahhh wat schattig, hij probeert zijn eigen staart te pakken!” Er zijn waarschijnlijk heel wat mensen die dit al eens in vertedering hebben uitgeroepen. En ja, het kan er zeker komisch uitzien, een hond die opeens ontdekt dat er nog iets aan hem hangt en dat rare object probeert te achtervolgen.

De oorzaken die ten grondslag kunnen liggen aan dit soort gedragingen zijn echter lang niet altijd grappig; er zou zomaar een obsessieve-compulsieve stoornis (ook wel OCS of OCD genoemd) op de loer kunnen liggen. Het is van groot belang de symptomen tijdig te herkennen en te voorkomen dat deze aandoening de kans krijgt zich verder te ontwikkelen.

Staart jagen

I just watched my dog chase it’s tail for 5 minutes and I thought: “Dogs are easily entertained”… Then I realized, “I was just watching my dog chase it’s tail for 5 minutes”.

Compulsief gedrag

Mensen met OCS (in het Engels: Obsessive Compulsive Disorder, oftewel OCD) hebben last van dwanggedachten (obsessies) en voeren hierbij vaak allerlei dwanghandelingen (compulsies) uit. Deze handelingen of rituelen zijn een manier om de angst die uit de dwanggedachten voortkomt te verminderen; men is bang dat er iets ergs zal gebeuren als de handelingen niet volgens vaste regels worden uitgevoerd. Zij geven echter maar tijdelijke verlichting en op deze manier komt men uiteindelijk in een vicieuze cirkel terecht. Voorbeelden van dwanghandelingen zijn: overdreven vaak de handen wassen en steeds weer controleren of de deur op slot zit, het gas uit is of de kraan dicht is. Maar denk ook aan herhaaldelijke handelingen als het tellen, aanraken of recht leggen van bepaalde dingen.

Handen wassenVan mens naar dier

Dat ook dieren OCS kunnen hebben, werd eigenlijk pas duidelijk na de publicatie van het populair wetenschappelijke boek The Boy Who Couldn’t Stop Washing in 1989. Het boek, geschreven door de Amerikaanse kinderpsychiater Judith Rapoport, zorgde ervoor dat miljoenen mensen meer inzicht kregen in hun eigen vreemde gedrag of dat van vrienden of bekenden. OCS bleek opeens lang niet zo zeldzaam als voor die tijd werd gedacht. Er was echter niet alleen sprake van herkenning op het menselijke vlak; Rapoport ontving vele brieven en telefoontjes van mensen die beweerden dat hun honden het gedrag vertoonden dat in het boek beschreven werd. Het waren zulke opvallende verhalen dat Rapoport besloot het verder te onderzoeken en zo kwam uiteindelijk vast te staan dat ook honden konden lijden aan OCS (ook wel Canine Compulsive Disorder of CCD genoemd).

Thomas
Thomas

Wanneer is gedrag compulsief?

Inmiddels weten we dat de aandoening voorkomt bij vele andere diersoorten, zoals paarden, katten, varkens en papegaaien. Bij honden worden onder andere de volgende gedragingen waargenomen: staartjagen, rondjes draaien, happen naar – soms denkbeeldige – vliegen, jagen op schaduwen of licht, likken in de lucht, likken of zuigen aan de flanken, bijten of likken aan de poten, het opeten van vreemde objecten (pica), voortdurend blaffen, op zichzelf gerichte agressie en zuigen op een dekentje of ander object. Het gedrag wordt over het algemeen pas beschouwd als compulsief als het buiten de normale context vertoond wordt en als het overdreven, langdurig en repetitief van aard is. Daarbij lijkt de hond er vaak geen enkele controle over te hebben en reageert hij niet op pogingen van de eigenaar om hem te laten stoppen. Denk bijvoorbeeld aan een hond die urenlang rondjes blijft draaien en hierbij hard tegen muren aanbotst, met lichamelijk letsel tot gevolg. Of een hond die achter elk mogelijk lichtvlekje aanjaagt en niet meer te bereiken is. Je kan je voorstellen dat deze problematiek een enorme impact kan hebben op het normale dagelijkse functioneren van zowel hond als eigenaar.

De oorzaken van OCS

Er wordt veel onderzoek gedaan naar de oorzaken en het ontstaan van OCS, zowel bij mensen als bij dieren. Onlangs zijn er nog enkele genen geïdentificeerd in honden, muizen en mensen die hier waarschijnlijk een rol bij spelen. Het lijkt erop dat bepaalde genetische afwijkingen de aanleg voor OCS beïnvloeden. Met andere woorden: de blauwdruk voor de aandoening kan al aanwezig zijn bij de geboorte. Of deze ook daadwerkelijk tot ontwikkeling komt, is echter afhankelijk van een samenspel tussen genen en omgeving. Met name chronische stress lijkt de kans op compulsief gedrag aanzienlijk te verhogen.

Dobermann flank zuigenWat te doen?

Wat moet je nu doen als je vermoedt dat je hond tekenen van OCS vertoont? Zoek ten eerste altijd professionele hulp en luister niet naar goedbedoelde adviezen van mensen die beweren dat je hond aandacht wil, verveeld is of te weinig beweging krijgt. OCS is een serieus probleem en het moet zo snel mogelijk grondig worden aangepakt. Op tijd ingrijpen is erg belangrijk; hoe langer een compulsieve stoornis de kans krijgt zich te ontwikkelen, hoe moeilijker het wordt deze te behandelen. Natuurlijk hoef je niet meteen naar de dierenarts te rennen als je hond een keertje speels in zijn staart hapt of even aan zijn poten knabbelt, maar hou gedrag dat vaker vertoond wordt dan normaal, of buiten de normale context, goed in de gaten en moedig het sowieso niet aan. Dus ook niet lachen of gniffelen!

Uitsluiten medische oorzaken

Repetitief gedrag kan meerdere oorzaken hebben en daarom is het van belang de hond eerst goed te laten onderzoeken om eventuele onderliggende medische factoren uit te sluiten. Er kan bijvoorbeeld ook nog sprake zijn van een combinatie van een medische aandoening en een gedragsprobleem. Een gedragsdeskundige en/of dierenarts zal naar het hele plaatje moeten kijken om te bepalen of de diagnose OCS daadwerkelijk van toepassing is.

Behandeling

Bij mensen bestaat de behandeling van OCS meestal uit een combinatie van cognitieve gedragstherapie en medicatie. Medicijnen die het serotonine niveau in de hersenen verhogen (bijvoorbeeld Prozac) blijken ook bij sommige honden aan te slaan en deze worden daarom regelmatig ingezet als onderdeel van de behandeling. Tevens moet ervoor gezorgd worden dat de hond zo min mogelijk stress ervaart om te voorkomen dat het compulsieve gedrag hierdoor getriggerd wordt. Een rustige, stabiele omgeving is nu erg belangrijk. Denk hierbij aan zaken als:

  • Het identificeren en (tijdelijk) verwijderen van de voornaamste prikkels. Als het verwijderen van een prikkel niet mogelijk is, zoals bijvoorbeeld bij vliegende insecten of mensen die langs het raam lopen, dan moet er geprobeerd worden de situatie zo goed mogelijk te managen.
  • Het trainen van de hond. Leer hem op positieve wijze wat er van hem verwacht wordt en/of leer hem alternatief gedrag aan. Op deze manier zal hij de wereld beter begrijpen en beseffen dat hij controle kan uitoefenen op zijn omgeving. Hierdoor zal hij minder stress ervaren.
  • Niet boos worden! Corrigeer of straf de hond niet als hij compulsieve handelingen verricht of als hij ‘fouten’ maakt tijdens het trainingsproces. Boos worden op je hond werkt absoluut averechts.Het gebruik van kalmerende sprays en verdampers. Deze producten verspreiden een stofje dat lijkt op het natuurlijke geruststellende feromoon van een melkgevende teef (Dog Appeasing Pheromone, DAP).
  • Het toepassen van kalmerende massages of TTouch. Het beste is om dit te doen in combinatie met aromatherapie. Als de hond leert te ontspannen tijdens een massage terwijl hij de geur van – bijvoorbeeld –  lavendel ruikt, kan je deze geur ook inzetten op andere momenten om een gevoel van kalmte op te roepen.
  • Het afspelen van speciale bio-akoestische muziek. Deze rustige klassieke muziek heeft een bewezen kalmerend effect op de hond ( bijvoorbeeld Through a Dog’s Ear: https://youtu.be/f-szLQy7JHg)
  • Het opvoeren van de hoeveelheid lichaamsbeweging, volgens een vast en voorspelbaar schema. De hond krijgt zo de kans de overtollige energie kwijt te raken die zijn OCS zou kunnen aanwakkeren. Daarnaast komen er bij lichaamsbeweging endorfines vrij en deze hebben een kalmerend effect.

Bovenstaande adviezen dienen uiteraard slechts als suggestie; elke hond zal andere symptomen van OCS vertonen en daarom zal er een op maat gesneden behandelplan opgesteld moeten worden. Schakel altijd een dierenarts en/of gedragsdeskundige in om dit proces te begeleiden!

Voorbeelden op Youtube

Univé samenwerking met VETTS
Univé samenwerking met VETTS

Credits

Dit artikel is geschreven door Charlotte Phebe Post, Tekstschrijver & Cognitief Kynoloog.

Reacties

Zie je hieronder geen reacties? Lees hier dan hoe je reacties eenvoudig kunt activeren.

Doggo.nl

Doggo maakt gebruik van cookies voor het analyseren van onze bezoekers, social media en het tonen van advertenties. meer informatie

The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.

Close