Gedragsveranderingen veroorzaakt door schildklierproblemen

Traag werkende schildklier - sad faceWanneer de schildklier niet goed werkt

De schildklier is een klier die zich bevindt aan de voorkant van de hals, ter hoogte van het begin van de luchtpijp. De functie van deze klier is het aanmaken van hormonen, die van belang zijn voor de stofwisseling, groei en ontwikkeling van jouw hond.

Wanneer de schildklier niet optimaal functioneert, kan dat leiden tot een diversiteit van klachten.

  • Er kan te veel schildklierhormoon geproduceerd worden, dit wordt ook wel ‘hyperthyreoïdie’ genoemd,
  • of te weinig schildklierhormoon, dan spreek je over ‘hypothyreoïdie’.

Bij schildklierproblemen bij de hond gaat het meestal om een tekort aan schildklierhormoon. Lichamelijke klachten die daarbij kunnen optreden zijn bijvoorbeeld huid- en vachtproblemen, overgewicht en bij teven problemen met de loopsheid.

Invloed op het gedrag

Naast lichamelijke klachten kan een niet goed werkende schildklier ook invloed hebben op het gedrag van je hond. De schildklierhormonen hebben namelijk invloed op de werking van de hersenen. De zenuwcellen in hersenen communiceren met elkaar met zogenaamde ‘neurotransmitters’. Schildklierhormonen beïnvloeden de productie en afbraak van bepaalde neurotransmitters, zoals bijvoorbeeld ‘serotonine’ en de gevoeligheid van de zenuwcellen in de hersenen voor deze neurotransmitters.

Aangezien neurotransmitters betrokken zijn in de communicatie tussen zenuwcellen in verschillende hersengebieden, hebben zij ook invloed op verschillend gedrag. Zo speelt serotonine een rol bij controle over angst en agressie, maar ook bij verschillende processen die een rol spelen bij leren en geheugen. Verstoringen van deze neurotransmitters door een niet goed werkende schildklier, kunnen dus zorgen voor veranderingen in het gedrag van je hond.

te

Symptomen traag werkende schildklier

Hoe herken je het?

De symptomen bij schildklierproblemen ontstaan geleidelijk, waardoor het lastig is om deze direct te herkennen. In de praktijk worden sommige symptomen pas achteraf (na de diagnose en behandeling) herkend, zeker wanneer het om gedragsveranderingen gaat. Het is niet altijd duidelijk welke symptomen als eerste optreden wanneer er problemen zijn met de schildklier. Dit kunnen lichamelijke symptomen zijn, maar ook gedragsveranderingen kunnen de eerste tekenen van mogelijke schilklierproblemen zijn.

Univé samenwerking met VETTS
Thomas

Oorzaken

Schildklierproblemen kunnen aangeboren zijn of ontstaan op latere leeftijd. Aangezien schildklierhormonen zo belangrijk zijn bij de groei en ontwikkeling, zullen aangeboren schildklierafwijkingen tot groei- en ontwikkelingsstoornissen leiden. Zo leidt een aangeboren tekort aan schildklierhormoon tot dwerggroei met achtergebleven geestelijke ontwikkeling (dit wordt ook wel ‘cretinisme’ genoemd). Aangeboren schildklierproblemen zijn erg zeldzaam, vaker voorkomend zijn de zogenaamde ‘niet-aangeboren’ of ‘verkregen’ schildklierproblemen. In de meerderheid van de gevallen komt dit doordat het lichaam zelf antistoffen maakt tegen het eigen schildklierweefsel, waardoor de cellen van de schildklier worden aangevallen door het eigen afweersysteem, dit is dus een zogenaamde ‘auto-immune aandoening’. Over het algemeen zien we deze vorm van een te traag werkende schildklier bij honden van ongeveer 4 tot 8 jaar en zien we deze vaker bij rashonden van vooral middelgrote tot grote rassen.  Zoals vaak het geval is, zijn er individueel altijd uitzonderingen op deze algemene regel en kan het dus ook bij jongere honden voorkomen.

Puberteit

Tijdens de puberteit zal onder invloed van de geslachtshormonen het gedrag van je hond veranderen. Veranderingen in gedrag zijn dus volledig normaal in deze leeftijdsfase van je hond, maar wanneer er echt sprake is van een gedragsprobleem, dan is het goed om je te realiseren dat ook een verminderde schildklierfunctie invloed kan hebben op dit gedrag van je hond. Hoewel de puberteit niet de typische leeftijd is van het ontstaan van schildklierproblemen, kan in sommige situaties nader onderzoek van de schildklierhormonen wel gewenst zijn.

Is het gedrag van jouw hond de laatste tijd anders?

Wanneer er gedragsveranderingen optreden bij jouw hond kan er dus sprake zijn van problemen met de schildklier. Natuurlijk is dit niet in alle gevallen van gedragsveranderingen de oorzaak. Gedragsproblemen kunnen ook veroorzaakt worden door onder andere een niet optimale socialisatie in de eerste maanden van het leven van jouw hond en traumatische ervaringen die jouw hond mogelijk al heeft meegemaakt. Leven onder niet optimale omstandigheden, in wat voor vorm dan ook, (bijvoorbeeld te weinig energie kwijt kunnen raken, te weinig rust, te weinig natuurlijk gedrag kunnen vertonen, te weinig veiligheid ervaren, enzovoorts) kan ook een reden zijn voor het ontstaan van allerlei gedragsproblemen.

Ondanks dat er allerlei andere oorzaken kunnen leiden tot gedragsproblemen, kan het raadzaam zijn de werking van de schilklier te laten onderzoeken wanneer er sprake is van gedragsveranderingen bij jouw hond, zelfs al is er (nog) geen sprake van lichamelijke klachten.

Diagnose en behandeling

Wanneer je twijfels hebt over de werking van de schildklier van jouw hond, bezoek dan zeker een dierenarts. Op basis van een bloedtest waarin de schildklierhormonen gemeten kunnen worden, kan vastgesteld worden of je hond last heeft van een te traag werkende schildklier. En wanneer dit zo is, dan kan de dierenarts ook een behandeling instellen, waarbij het tekort aan lichaamseigen schildklierhormoon door medicatie kan worden aangevuld.

Referenties

  • Beaver, B. V., & Haug, L. I. (2003). Canine behaviors associated with hypothyroidism. Journal of the American Animal Hospital Association39(5), 431-434.
  • Camps, T., Amat, M., & Manteca, X. (2019). A review of medical conditions and behavioral problems in dogs and cats. Animals9(12), 1133.
  • Daminet, S. (2003). Evaluation of canine thyroid function in physiological and pathological conditions (Doctoral dissertation, Ghent University).
  • Hrovat, A., De Keuster, T., Kooistra, H. S., Duchateau, L., Oyama, M. A., Peremans, K., & Daminet, S. (2019). Behavior in dogs with spontaneous hypothyroidism during treatment with levothyroxine. Journal of veterinary internal medicine33(1), 64-71.
  • Rijnberk, A., & Kooistra, H. S. (Eds.). (2010). Clinical endocrinology of dogs and cats: an illustrated text. Schlütersche.
  • Schreuder, B., De Jong, M., Pekelder, J., & Vellema, P. (2002). Four cases of aggression and hypothyroidism in dogs. The Veterinary Record151, 547-548.
Univé samenwerking met VETTS
Thomas

Credits

Dit artikel is geschreven door Sylvia Aerts, gediplomeerd gedragsdeskundige bij Online hondenschool Wel Fair.

Reacties

Zie je hieronder geen reacties? Lees hier dan hoe je reacties eenvoudig kunt activeren.

Doggo.nl

Doggo maakt gebruik van cookies voor het analyseren van onze bezoekers, social media en het tonen van advertenties. meer informatie

The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.

Close