Binding: waarom het als hondengedragstherapeut zo enorm veel uitmaakt?
“Ik ben de vierde eigenaar in haar toen jonge leeftijd van 5 maanden,” las ik deze week in het gedragsformulier van mijn klant. Hup! Rode stift pakken. Waarom gingen de alarmen bij mij zo rinkelen toen ik dat las? Vanwege ‘binding’ en hoe belangrijk dat is voor een hond.
Binding, oftewel ‘attachment’ zoals wetenschappers dat in het Engels noemen, gaat over de band die een hond met zijn moeder – en later met zijn mensen en huisgenoten – vormt.
Gezonde versus ongezonde binding
Bij een gezonde binding ben je aanhankelijk en zelfstandig in de goede dosis. Je kan je prima vermaken als je mens even uit beeld verdwijnt, maar het voelt wel erg fijn wanneer ze er weer bij is.
Val je onder ongezonde binding (oftewel ‘insecure attachment’) dan kun je, grof gezien, drie verschillende strategieën ontwikkelen.
- Geen sociaal contact met je mensen aangaan en jezelf helemaal wegtrekken. Dit komt gelukkig niet vaak voor – in ieder geval niet langdurig. Dit zie ik bij honden die van geen positieve associaties met mensen hebben mogen genieten tijdens hun puppytijd.
- Overstuur raken zodra je mens uit zicht verdwijnt. Hier is er dus sprake van overbinding. Dit ligt soms – maar heus niet altijd – achter een verlatingsproblematiek*.
- Bij ongezonde binding kan je ook felle bezitterigheid vertonen: je mens is zo een belangrijke bron van veiligheid voor je dat je die fel verdedigt.
* Let op: Verlatingsproblemen kunnen verschillende achterliggende redenen hebben en niet alleen overbinding. Zie artikel over verlatingsangst.
Foto bron: Labrador lying down: From Wikipedia Commons CC BY-SA 3.0 Photographer: Liability Wildflower
Binding en kinderen
Ik zou je vergeven als je dacht dat dit allemaal over kinderpsychologie gaat. Dat is niet zo gek aangezien ‘attachment theory’ eerst door Britse psycholoog John Bowlby werd geformuleerd toen hij kinderen met een verlatingsprobleem studeerde.
Hij beweerde dat je een voorspelbare en veilige kindertijd nodig hebt om op latere leeftijd gezonde bindingen met mensen om je heen te leren vormen (en dus om zelfstandigheid te kunnen ontwikkelen). Zijn theorieën worden telkens bevestigd door onderzoeken waardoor zijn ‘attachment theory’ nu een van de meest gerespecteerde theorieën is in de psychologie.
Binding in het dierenrijk
Hoe zit dat met andere dieren, dan? Aangezien de sterke ouderlijke invloed kunnen we ervan uit gaan dat alle nestblijvende (‘altricial’ als je fancy wilt klinken) en sociale diersoorten hiervoor gevoelig zullen zijn.
Harlow heeft dit zeker onderbouwd door baby resusaapjes totaal van hun moeder te isoleren, en door sommige van hen tegen uit een metalen raster melk te laten drinken. Hij liet toen hartverscheurende video’s zien van zwaar dysfunctionele aapjes (zie YouTube). De onethische dimensie van dit beruchte onderzoek is sindsdien zwaar bekritiseerd maar het heeft zeker belangrijke informatie opgeleverd.
Binding en honden
Er is helaas weinig onderzoek gedaan op het effect van een ongunstige puppytijd – vooral op gebied van moederlijke en humane zorg – op de ontwikkeling van gezond bindingsvermogen.
Zo hebben we helaas nog in de wetenschappelijke literatuur hierover meer vragen dan antwoorden.
- Hoe oud moet een pup zijn voor hij het nest mag verlaten? Wanneer is jong te jong? Wat denk je van die straathondjes die niet eens gespeend zijn en al moederloos naar het asiel gaan?
- Wanneer kan een pup beter naar zijn permanente gezin gaan? Telt het plots verdwijnen van zijn trouwe omgeving op 8-weekse leeftijd als iets onveilig en onvoorspelbaar in zijn ontwikkeling?
- Wat is de invloed van moederlijke stijl? Zal een pup diens moeder hem aanviel of verwaarloosde later bindingsproblemen ervaren?
- Kan een verstoorde omgeving (die dus onveilig en onvoorspelbaar is geworden) op latere leeftijd ook voor langdurige problemen zorgen? Zijn honden die langdurig in een asiel zijn gebleven maar hiervoor een gezonde binding met hun eigenaar bestendiger tegen bindingsproblemen?
- Is het mogelijk dat de bindingstijl van een eigenaar een bindingsprobleem kan veroorzaken? Denk aan mensen die, op emotioneel gebied, geen seconde zonder hun hond kunnen functioneren. Kan een volwassen dier hierdoor ook een bindingsprobleem ontwikkelen?
- Kunnen oudere honden, naarmate ze beperkt worden in hun zintuigen/ mobiliteit/ cognitieve functies, een bindingsprobleem ontwikkelen uit de onvoorspelbaarheid en onzekerheid die hieruit komt?
Bron foto: Shelter dog head through grid: Photographer Eric Pleitez. From Flickr. CC BY 2.0.
Er zitten wel interessante weetjes intussen, zoals het feit dat asielhonden binnen minuten een band met een asielmedewerker kunnen vormen mits ze het contact als veilig en voorspelbaar ervaren.
Ondanks de vele vragen, vermoeden hondenprofessionals (fokkers, gedragstherapeuten, asielmedewerkers) wel sterk dat er een band ligt tussen ongunstige omgevingsfactoren in de puppytijd (bijv. te snel afgezonderd van het nest) en gedragsproblemen op latere leeftijd. Hoe groot binding hierin een rol speelt blijft nog, bij honden in ieder geval, te onderzoeken.
Kan ik mijn hond testen?
Je zou de Ainsworth Strange Situation Test met je hond kunnen doen. In die test vergelijk je de neiging van je hond om:
- Een (onbekende) kamer te verkennen en om
- Met een vreemde te spelen
Wanneer je er:
- Wel of
- Niet bent.
Als de hond helemaal geen gedragsverschil tussen a. en b. laat zien dan houdt ie gewoon niet van je.
Geintje! Hoe minder verschil je ziet, hoe blijer je mag zijn omdat het betekent dat hij niet belemmerd is door je afwezigheid en nog vol van zijn leven kan genieten ook al ben je er niet iedere seconde van zijn leven.
De meeste honden tonen een klein verschil tussen de a. / b. situaties (met/zonder jou). Als je hond langdurig en sterk reageert – bijv. helemaal in paniek raken of zich helemaal terugtrekken van de omgeving – wanneer je weggaat, is er dan wel misschien sprake van een ongezonde binding.
Hoe kan ik mijn hond helpen?
- Je kan een pup preventief aanleren dat, ook al verdwijn je even, kom je zo weer terug (voorspelbaar, veilig!). De truc is om terug te komen wanneer de hond merkt dat je weg bent maar vóór hij het erg vindt. Deze duur bouw je dan geleidelijk op, altijd afgaand op de signalen van de pup (zones van sensitisatie).
- Je kan ervoor zorgen dat je hond steeds leukere ontdekkingen doet naarmate dat hij ver van je is. Je zou, bijvoorbeeld, ‘schatten’ stiekem overal in huis achter kunnen laten in kamers waarin je toevallig niet bent.
En
- Vergeet uiteraard niet om je hond wél te troosten als er wat is. Op die manier kun je een gezonde binding versterken waardoor de hond denkt: “Ik weet dat je veilig en voorspelbaar voor me bent!”
Referenties
- Bowlby, j. – 1950-1995 – Maternal care and mental health – (2nd)
- O’Heare, J. – 2018 – Empowerment training (2nd )
- Topal et al, 1998 – Attachment Behavior in Dogs (Canis familiaris): A New Application of Ainsworth’s (1969) Strange Situation Test – Jnl. Comp. Psych. 112(3):219-29 · Oct. 1998
Credits
Dit artikel is gechreven door Laure-Anne Viselé / Gedragstherapeut en hondentrainer bij OhMyDog Hondenkenniscentrum Den Haag.