Help, mijn hond bidt niet veur brune bonen! – Over honden met een motivatieprobleempje
Ongelooflijk maar waar: er bestaan honden die niet enthousiast worden van een lekker voertje of snoepje. Komen deze honden dan misschien van Pluto? Nee hoor! Niet elke hond is nu eenmaal even makkelijk te motiveren met wat lekkers. Sommige hondeneigenaren zitten hierdoor echter met de handen in het haar. “Die van mij lust geen snoepjes, dus ik kan hem ook niks leren!”, klinkt het dan vaak. Klopt het dat deze honden niet te trainen zijn? En wat ligt er eigenlijk ten grondslag aan dit gebrek aan voergerichtheid?
Individuele verschillen
Ten eerste is het van belang dat je je realiseert dat er grote individuele verschillen kunnen bestaan tussen honden; niet alleen tussen rassen maar ook binnen rassen. Met betrekking tot de verschillen tussen rassen kan je stellen dat het ene ras sneller warm loopt voor een voertje dan het andere. Dit maakt dat het trainen van bijvoorbeeld een herder over het algemeen sneller of makkelijker zal gaan dan het trainen van een windhond.
Ook binnen een ras bestaat er echter veel variatie in individuele eigenschappen. Geen hond is hetzelfde! Net als mensen hebben honden verschillende karakters en voorkeuren. De een houdt van uitslapen, de ander staat ’s ochtends vroeg al te springen voor een actieve wandeling. De een is een echte mensenvriend, de ander kijkt liever eerst de kat uit de boom. En ga zo maar door. Het is dan niet zo gek dat honden verschillende smaakvoorkeuren hebben: de een is tevreden met een droog brokje, de ander trekt er zijn neus voor op en wil op zijn minst een stukje Black Angus.
Wat vindt hij lekker?
Hoe kom je er nu achter wat jouw hond echt lekker vindt? Dat is een kwestie van uitproberen! In principe mag een hond veel hebben, al is het hierbij wel belangrijk dat je rekening houdt met hoeveelheid en vetgehalte. Op internet is er een berg informatie te vinden over geschikte en minder geschikte beloningssnoepjes voor honden. Denk hierbij aan stukjes kaas, knakworst, frikandel, kip, vis, enzovoort. Er is natuurlijk een scala aan voorverpakte hondensnoepjes verkrijgbaar maar ook hier geldt weer: uitproberen. In de praktijk blijkt bijvoorbeeld dat lang niet alle honden de producten die in de winkel verkrijgbaar zijn lekker vinden.
Maak een lijstje van de dingen waar jouw hond enthousiast van wordt en gebruik dat bij de training. Wees ook niet bang om af te wisselen. Je kan bijvoorbeeld de dingen die hij ‘gewoon heel lekker’ vindt geven op de normale trainingsmomenten. De dingen die hij ‘waanzinnig superlekker’ vindt, kan je dan bewaren tot het moment dat hij iets heeft gedaan wat heel erg knap is. Dit noemen we de jackpotbeloning. Vaak is dit ook een goede manier om je training positief af te sluiten.
Lukt het echt niet met een voertje? Geen nood, er zijn nog meer opties!
Beloningsgericht trainen
Hoewel niet iedereen gelooft in beloningsgericht trainen – sommigen zien het als een vorm van omkoping – blijkt dit toch echt de beste methode te zijn om de hond iets aan te leren. De koppeling van het gedrag aan iets positiefs bevordert het leerproces en zorgt ervoor dat het geleerde beklijft, met name op de langere termijn. Je kan het zien als een vorm van communicatie: door hem te belonen voor gedrag dat jij graag wil zien, vertel je hem dat hij het goed heeft gedaan. Dit zorgt ervoor dat hij dit gedrag in de toekomst vaker zal vertonen. Het levert hem immers iets leuks of lekkers op.
Hieruit kan je al opmaken dat het niet altijd iets lekkers hoeft te zijn maar dat het ook iets leuks kan zijn! Probeer te ontdekken wat jouw hond leuk vindt, waar hij vrolijk van wordt. Dit kan van alles zijn: een spelletje, een blij baasje, een balletje. Je mag hierbij best een beetje gek doen. Daag hem uit, spring in de lucht, slaak wat hoge kreetjes. Kijk goed naar zijn lichaamshouding en zijn mimiek om erachter te komen wat hem triggert. Waar reageert hij het beste op? Probeer dit vervolgens te integreren in je training. Let wel: dit zal minder makkelijk gaan dan met een voertje. Je loopt hierbij namelijk ook kans dat hij té enthousiast wordt en daardoor niet meer bereikbaar is. Je zal dus zelf de juiste balans moeten vinden.
Aandacht is alles
Zonder aandacht ben je nergens. Als de hond geen aandacht voor je heeft, kan je hem niet trainen en dus ook niets (aan)leren. Indien je een hond hebt die op alles gefocust is behalve op jou, kan je in het begin elke vorm van aandacht belonen met hetgeen hij als beloning ervaart. Kijkt hij even je richting? Beloon! Zo kan je dit rustig gaan opbouwen en uitbreiden.
Pas echter wel op dat je hem niet te veel gaat lokken. Voorkom dat je voortdurend het snoepje of voertje door de lucht moet zwaaien om zijn aandacht te vangen. In plaats daarvan kan je beter werken aan jullie onderlinge relatie. Zorg dat je een connectie krijgt met je hond en dat hij aandacht voor jou heeft omdat hij daarvoor kiest, niet omdat je een stukje worst voor zijn neus houdt. Op het moment dat hij uit zichzelf naar jou kijkt, geef je hem natuurlijk wel direct dat stukje worst of laat je hem even spelen met het flosstouw wat je uit je zak tovert. Een hond die aandacht voor je heeft, staat open voor nieuwe leerervaringen en zal deze veel beter opslaan en verwerken.
Omgevingsprikkels
Hou ook rekening met de omgeving waarin je bezig bent met de hond. Sommige honden zijn heel gevoelig voor prikkels zoals spelende kinderen, harde geluiden, fietsers of auto’s. Als de hond te veel afleiding ervaart of ergens angstig op reageert, zal hij niet openstaan voor enige vorm van beloning. Kijk daarom goed naar de situatie waarin je de hond iets wil leren. Het is best mogelijk dat hij geen voertjes aanpakt omdat hij te onrustig wordt van dingen die er om jullie heen gebeuren. Begin daarom altijd in een rustige en prikkelarme omgeving.
Angst en stress
Angst en/of stress zijn sowieso zaken om heel goed in de gaten te houden. Met een gestreste of angstige hond kan je niet trainen. En dat zou je ook niet moeten willen. Onderzoek eerst waar deze negatieve gevoelens vandaan komen en ga daar vervolgens mee aan de slag. Het trainen komt dan misschien later wel weer. Het laatste wat je nu moet doen, is druk leggen op de hond. Dat werkt alleen maar averechts.
Capturing – Het vangen van het gedrag
Tot slot is het nog mogelijk dat je een hond hebt die graag iets lekkers lust maar die het vertikt om er iets voor te doen. Als het ook niet lukt met een spelletje, balletje, gekke stemmetjes of dansjes, of andere vormen van beloning, dan heb je nog de mogelijkheid om het gedrag te ‘vangen’. Dit doe je door gedrag dat de hond spontaan laat zien direct te benoemen en te belonen. Op het moment dat hij uit zichzelf gaat liggen, zeg je dus (met een vrolijke stem) “lig” of “af” en geef je hem meteen iets wat hij erg lekker vindt. Een clicker kan goed van pas komen bij deze trainingsmethode.
Als je het gedrag maar vaak genoeg markeert en beloont, zal hij uiteindelijk een koppeling maken tussen het woord en het gedrag. Deze methode wordt ook wel ‘capturing’ genoemd en je zal begrijpen dat het best een tijdrovend proces is. Daarnaast moet je eigenlijk altijd in de trainingsmodus staan. Het is echter wel een goede manier om honden die weigeren te werken voor iets leuks of lekkers toch iets aan te leren.
Niet elke hond is te motiveren met zaken die wij als vanzelfsprekend ervaren. Maar elke hond is wel te motiveren met iets. Wees creatief, let goed op je hond en probeer te ontdekken wat zijn voorkeuren zijn. Zo leren jullie allebei nog iets!
Op YouTube:
How to train a dog who’s not interested in training (Capturing):
Capturing:
Credits
Dit artikel is gechreven door Charlotte Phebe Post/ De TekstPsycholoog.