Wat is jachttraining?
Binnen de jachttraining is er een verdeling in het opleiden van honden voor het werk voor het schot en voor het werk na het schot. In dit artikel zal de jachttraining na het schot besproken worden. Binnen de jachttraining na het schot wordt de honden geleerd het ‘aan’ geschoten wild zo snel mogelijk terug te brengen naar de baas, het zogenaamde apporteren. Dit kan gebeuren op zicht, dit heet markeren. Of op geur, dit heet verloren zoeken of slepen. Ook kan de hond gestuurd worden op aanwijzingen van de voorjager, dit heet dirigeren. Apporten kunnen zowel van land als uit of over water gehaald moet worden. Bij alle verschillende vormen van apporten is het het allerbelangrijkst dat de hond rustig naast de voorjager op zijn post zit en pas mag gaan wanneer de voorjager daartoe opdracht geeft. Wellicht is dit voor veel gedreven jachthonden de moeilijkste oefening maar o zo belangrijk.
Dit is drieledig namelijk:
- Veiligheid van de hond, een hond die inspringt, is een gevaar voor zichzelf. Hij loopt namelijk dan in de vuurlinie.
- Rust in het veld, een hond die inspringt of piept jaagt het wild weg.
- Focus, een hond die onrustig is, heeft een minder goede focus en verspilt veel kostbare energie.
Waarom jachttraining?
Dit kan van persoon tot persoon verschillen, maar je kunt denken aan:
- Omdat je hebt gekozen voor een jachthond en je wilt iets met hem doen wat hij in zijn genenpakket heeft meegekregen
- Omdat je graag mee wil doen in de competitie binnen jachtdiplomadagen/ workingtesten/ veldwedstrijden.
- Omdat je een eigen jachtterrein hebt of mee kan als picker up.
- Omdat je jachthond een gedragsprobleem heeft in de vorm van najagen tot soms zelf de eigen staart aan toe. Dan is deze vaak onder gestimuleerd en kan er baat bij hebben wanneer hij gecontroleerd en op commando wel iets te mogen doen met wat hij heeft meegekregen in zijn genen.
- Omdat je graag met je hond samenwerkt in de prachtige natuur.
Jachthondenproeven
De jachthondenproeven zijn ooit in het leven geroepen om te kunnen beoordelen of de hond klaar is om mee op jacht te gaan. Staat de hond voldoende onder appèl, apporteert hij dummy’s, haar,- en veerwild, is de hond steady enzovoort. Vele voorjagers zullen met hun hond nooit echt deelnemen aan een jacht maar houden wel van competitie waarbij gebruik gemaakt wordt van de erfelijke aanleg van de hond. Welke proeven zijn er dan in competitie verband?:
Clubdiplomadagen
In drie klasseringen, C (deelname vanaf 9 maanden), B (deelname vanaf 12 maanden) en A (deelname vanaf 18 maanden), worden een vast aantal proeven afgelegd. Elke combinatie werkt op eigen niveau. Afhankelijk van de klasse variëren de proeven in moeilijkheid en in gewicht van de dummy’s. Bij voldoende resultaat krijgt de hond een diploma en kan de combinatie de volgende keer deelnemen aan een proef in een hogere klasse.
Workingtesten
Een Workingtest wordt gehouden op het niveau van C, B1, B2 en A. Elke hond legt een vijftal tests af die bestaan uit nagebootste jachtsituaties. De proeven zijn niet van tevoren bij de deelnemers bekend, maar wel voor iedereen in dezelfde klasse gelijk. Er wordt met standaard clubdummy’s gewerkt, maar ook apporten met “koud” (=dood) wild, kunnen soms gevraagd worden. Op een Workingtest wordt niet alleen de mate van getraindheid gemeten, maar ook de inventiviteit, efficiëntie, rust en weidelijkheid van voorjager en hond.
(Weidelijkheid is “humaan” voorjagen met respect voor het wild, bijv. een gewond stuk wild moet eerst binnen gebracht worden door de hond.) Er wordt dus ook gekeken naar hoe zij onvoorziene situaties in het veld oplossen. Denk daarbij aan obstakels, stand van de wind enzovoort. Voor deelname is een diploma van een Clubdiplomadag, Jachthondenproef of een Veldwedstrijdkwalificatie vereist.
De KNJV-Proef, MAP en OWT
De KNJV-proef en MAP (Meervoudige Apporteer Proef) worden uitgezet en gekeurd volgens het ORWEJA-reglement Jachthondenproeven. Hier wordt met “koud” wild gewerkt in plaats van met dummy’s. Dit is eigenlijk het enige verschil met de Clubdiplomadag en de Workingtest. Een OWT (Orweja Workingtest) wordt uitgezet volgens het ORWEJA reglement. Het is een erg streng gekeurde workingtest waarbij alleen met dummy’s gewerkt wordt. Als de hond bijvoorbeeld piept, dan volgt direct diskwalificatie. Op OWT proeven wordt vaak gedirigeerd op de vierkante meter. Op deze jachthondenproeven treft u vaak de ervaren voorjagers.
Veldwedstrijd
Een veldwedstrijd is een wedstrijd, waarbij honden in het vrije veld na het schot worden beoordeeld op de mate waarin zij effectief en in samenwerking met hun voorjager het wild binnenbrengen. Veldwedstrijden worden gehouden onder toezicht van de ORWEJA. Tijdens deze jachthonden-proeven wordt daadwerkelijk gejaagd.
Voorjagers die starten met deelnemen aan jachthondenproeven moeten dus beginnen met een Clubdiplomadag of KNJV proef.
- Bij C- proeven ligt de nadruk vooral op appèl en eenvoudig apporteerwerk. De hond moet aangelijnd en los volgen; vooruit gestuurd kunnen worden en kunnen komen op bevel; twee minuten uit zicht kunnen blijven liggen en twee dummy apporten ophalen (een te land en een uit diep water).
- Bij B proeven komt hier nog een verloren apport te land (= zoeken) bij en een markeerapport (= opgeworpen apport waarbij de hond op zicht moet apporteren).
- De 2 extra onderdelen voor de A proeven worden met koud wild uitgevoerd en zijn de dirigeerproef (de hond wordt naar een, door de keurmeester, zitpunt gestuurd op 100-150 meter. Daarna moet de hond een duif apporteren die 50-75 meter zijwaarts van het zit punt ligt). Ten slotte de sleepproef waarbij de hond over water zwemt en daar met de neus een met een eend getrokken spoor oppikt. Als de hond het spoor goed volgt, komt hij bij de eend uit, die geapporteerd moet worden.
Dummies of wild?
De keuze om te werken met (koud) wild of dummy’s is het afhankelijk van het doel waarvoor je aan de jachttraining deelneemt. Uiteraard kun je ook de overgang van de over het algemeen wat sneller door de hond geaccepteerde dummy in fases aanbieden om ook hiermee te zorgen voor zo min mogelijk druk en stress. In de foto rechts zie je een voorbeeld van een mogelijke opbouw van dummie naar fazant.
Is hardhandige aanpak nodig?
Nee, zeker niet. Wanneer je jezelf gaat verdiepen in hoe een hond leert en de tijd neemt om alle complexe oefeningen binnen de jachttraining op te splitsten in vele kleine hapklare brokken en deze in fases aan te bieden, kan zonder intimidatie en pijn een jachthond opgeleid worden. Ofwel ook binnen de jacht kan gewerkt worden met de zogenaamde positieve trainingsmethoden tot en met de clicker aan toe.
Net als in alle andere hondentraining zal je moeten werken met bekrachtigen wanneer je wilt dat de hond het gedrag dat hij vertoond vaker in gaat zetten. Wanneer je de tijd neemt rustig in kleine stapjes en fases werkt zullen er minder ‘fouten’ in een oefening ontstaan en is er dus ook minder tot geen reden om de hond te corrigeren met eerder genoemde straffen.
Enkele praktische voorbeelden verduidelijken mogelijk de verschillende paden die bewandeld kunnen worden.
Apporteren aanleren
In de jachtwereld wordt vaak aangenomen dat honden al van nature kunnen apporteren. Echter er wordt dan voorbij gegaan aan het feit dat een apportoefening bestaat uit een keten van vele losse oefeningen waarbinnen dus van alles ‘mis’ kan gaan. Wat dan weer met zich meebrengt dat het op zijn minst vaak veel gefoeterd moet worden. Wanneer men gebruik maakt van het zogenaamde backward chaining en de oefening opsplits kan je dit voorkomen en dus voornamelijk het gewenste gedrag belonen. De oefening apport bestaat uit de volgende deel oefeningen.
- Vasthouden van de dummy
- Zittend vasthouden van de dummy
- Lopen met de dummy
- Snel terugkomen bij de voorjager
- Voorzitten voor je voorjager
- Rustig en geluidloos wachten naast de voorjager en pas op commando uitgaan
- Kijken naar wat er in het veld gebeurt
Als je begint het zittend vasthouden van de dummy als deeloefening te nemen dan zie je dat veel jachthonden inderdaad van nature best graag met een dummy in de mond lopen. Echter wanneer je dan het commando “ZIT” geeft spuwt de hond vaak de dummy uit. Dit komt simpelweg omdat hij nog niet geleerd heeft dat zitten ook met iets in je mond kan, immers zijn ‘plaatje’ van zit is met een lege mond zoals wij hem al pup zelf leerde. Dan kun je natuurlijk boos worden en hem de dummy in zijn bek duwen en deze dichthouden en met veel druk “HOU VAST” zeggen. Echter hoe leuk denk je dat de hond het in de toekomst dan vindt om nog met de dummy bij je te komen? Honden zijn enorm flexibel en vergevingsgezind dus uiteindelijk zal ook een hond die zo getraind wordt, zittend de dummy aan zijn baas afgeven. Hij heeft in dit geval geleerd dat wanneer hij de dummy vasthoudt de druk op zijn bek van de handen van de baas afneemt, hij heeft dus geleerd via negatieve bekrachtiging.
Tijd en geduld
Waarom dan zo ‘moeilijk’ doen met veel geduld en tijd stoppen in een stappenplan? Bij zo’n plan leer je de hond eerst met zijn neus je hand te laten ‘targetten’. Vervolgens leer je de hond met een dummy in zijn mond de hand te laten ‘targetten’. Daarna gaat de hond middels de handtarget terwijl jezelf op een krukje zit een nette voorzit leren en vervolgens dezelfde voorzit maar met een dummy in zijn mond. Uiteraard levert elke goede poging een beloning op. Waarom? Omdat je hiermee een jachthond traint die vrolijk en blij is en er zelf voor kiest graag te willen werken voor met en voor de voorjager, omdat het hem een goed gevoel of wat lekkers oplevert. En niet omdat hij uit angst en vrees voor te verwachte pijn of druk van de voorjager van uit vermijdingsgedrag de oefening uitvoert. Hoe de hond is getraind kan een geoefend oog veelal aflezen aan de houding en de stresssignalen die de hond laat zien wanneer hij met en voor zijn voorjager werkt.
Inspringen en piepen:
Ook bij de aanpak van inspringen en piepen wordt nogal eens gekozen voor de corrigerende aanpak in de vorm van earpinch, stroom, rukken en trekken enz. Ook hiervoor geld dat ook deze honden uiteindelijk zonder piepen en inspringen naast de voorjager zullen blijven zitten. De vraag is echter zijn deze honden ook daadwerkelijk rustig? Of is het opgelegde rust en staat hij inwendig bol van de stresshormonen?
Het is beter meer tijd te besteden aan de opbouw van de oefening en te gaan werken vanuit rust.
Dit betekent;
- tijd investeren in de zogenaamde impulscontrole oefenen,
- creatief zijn en elke keer de hond met iets anders weten te verassen, zodat hij nooit weet wat hij moet gaan doen en dus echt moet ‘luisteren’ naar wat deze keer zijn opdracht wordt.
- de hond moet veel andere oefeningen ook echt beheersen,
- nadenken over al je eigen signalen die je mogelijk al geeft waarop de hond anticipeert,
- met jezelf en de hond afspreken dat onrust op de plek of piepen gelijk betekent wij gaan weg van de proef want piepen en onrust betekent wij gaan niet werken! = negatieve correctie. Stil en rustig zijn echter betekent gelijk aan de beurt! = positieve bekrachtiging,
- kennis van de leerprincipes.
De leerprincipes
- Bekrachtiging: alles waardoor de bereidheid om gedrag te herhalen zal toenemen
- Straf / correctie: alles waardoor de bereidheid om gedrag te herhalen zal afnemen
- Positief: een prikkel toevoegen
- Negatief: een prikkel wegnemen
Soort prikkel | Een prikkel toevoegen | Een prikkel wegnemen |
---|---|---|
Aangenaam | R+ Positieve Bekrachtiging | P- Negatieve Straf |
Onaangenaam | P+ Positieve Straf | R- Negatieve Bekrachtiging |
Maar dan heb je uiteindelijk ook een jacht hond die zelfverkozen rust heeft leren te nemen en dus ook inwendig echt rustig is en daarmee veel beter gefocust is en geen energie verliest aan inwendige stress.
Dirigeren aanleren:
Dirigeren en afstoppen kun je uiteraard leren door de hond te sturen naar dummy’s die hij ziet. Je kan dan een dummy voor je leggen terwijl de hond naast je wacht en stuurt hem ‘vooruit’ naar de dummy die hij zo graag wil hebben.
Vervolgens zet je de hond opnieuw voor je neer en gooit links en rechts van je een dummy en stuurt hem met een ‘opzij’ commando naar de gewenste dummy. Dit klinkt als een positieve manier van aanleren toch? Het gevaar loert echter als je deze oefening op deze manier uitvoert dat de hond wellicht een keer naar de niet aangewezen dummy schiet en dan beloond de hond zichzelf met zijn zo geliefde dummy.
Wanneer je goed nadenkt over het uitzetten van je oefeningen kun je veel ‘fouten’ die er bij het aanleren in kunnen sluipen al voorkomen en zoveel mogelijk focussen op het trainen op succes waardoor er veel gewenst gedrag bekrachtigd kan worden.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan het inzetten van voldoende helpers die ervoor kunnen zorgen dat de hond die de ‘verkeerde’ keus maakt in ieder geval niet zijn dummy als beloning te pakken krijgt. Maar liever nog, denk na hoe je door in kleinere stukjes de oefening op kunt bouwen. Wellicht kies je er zelfs voor om in de aanleer fase te kiezen voor het sturen naar target matjes i.p.v. direct te werken met dummy’s zodat een ‘verkeerde’ keus van de hond simpelweg geen click en dus geen voer of bal oplevert (negatieve correctie). Op deze manieren kun je met een goed uitgedachte opbouw van een oefening en kennis te nemen van hoe een hond leert, een boel onnodig gefoeter voorkomen en geef je jouw hond rust en duidelijkheid die uiteindelijk veel op gaat leveren.
Mag er dan nooit gecorrigeerd worden?
In elke training en opvoeding sluipen onbedoeld ‘fouten’. Net zoals je nieuwe oefeningen aanleert of gewenst gedrag laat toenemen door een van de vormen van bekrachtiging zo zal je ook ongewenst gedrag of fouten in de training moeten aanpakken door een van de vormen van corrigeren. Dat kan overigens ook heel vaak de zogenaamde negatieve correctie zijn, waarmee je iets voor de hond leuks wegneemt. Dus ja het zal soms nodig zijn om te corrigeren. Echter door jezelf goed voor te bereiden en oefeningen goed doordacht op te bouwen en uit te zetten kun je in plaats daarvan vooral bezig zijn met het veel fijnere motiveren en bekrachtigen van wat allemaal wel goed gaat.
Zijn er meerdere wegen naar het ‘jachtige’ Rome te bewandelen?
Net als met alles in het leven zijn er ook binnen de jacht training vele wegen naar Rome te bewandelen. Er zijn zelfs meerdere hele mooie prettige wegen te bewandelen, maar soms zal je een minder mooie weg treffen. Belangrijk is dat je goed kijkt naar je hond en luistert naar je eigen gevoel en op basis daarvan bepaald wat voor jullie als combinatie de mooiste wegen zijn om te bewandelen.
Moet de jachthond het werken zelf als beloning zien ?
Veel jachthonden vinden de oefeningen die in de jachttraining aangeboden worden zo leuk dat ze deze inderdaad al een soort als beloning ervaren. Het werkt echter wel erg veel gemakkelijker (zeker in de aanleerfase) wanneer je iets in handen hebt wat de hond nog leuker vindt dan de dummy of het wild. Hoe kan je hem anders motiveren nog sneller met het apport bij je terug te komen? Of hoe beloon je anders een snelle zit op de zitfluit? Bedenk, als vergelijking, dat ze in hun ogen al een miljoen in hun bek hebben, dus om interessanter te zijn zal je iets moeten bedenken dat meer dan dat miljoen waard is voor de hond om het mee te motiveren en te belonen. Voor de ene hond is dit een bal aan een touwtje (want het is handig wanneer er samen mee gespeeld kan worden) voor de andere is dit hondenworst. Belangrijk is dat het uniek is en veel waard blijft dus niet iets wordt wat altijd bereikbaar is voor de hon,d maar enkel en alleen tijdens de training sessies gebruikt word.
Moet de jachthond het doen voor de ‘baas’?
Natuurlijk hopen we allemaal dat onze honden ons zo leuk vinden dat ze belangeloos voor ons werken, dat hoopt onze eigen baas waarschijnlijk ook nog elke dag. Maar net als wij zal de hond nog net wat beter zijn best gaan doen wanneer we hem voldoende weten te motiveren en uiteraard zijn verdiende salaris regelmatig uitbetalen in de vorm van spel of voer na gewenst gedrag of een mooi uitgevoerde oefening. Ervaring leert dat wanneer de hond een oefening beheerst de hond gaan belonen met interval beloning (ofwel het gokkast effect) de hond het meest gemotiveerd blijft.
Respectvol samenwerken of snel succes?
In vele wedstrijdsporten zie je nogal eens dat succes behalen belangrijker lijkt te zijn geworden dan de manier waarop dit succes wordt behaald. Ook bij de jachtwedstrijden is dit soms nog wel eens het geval. Uiteraard is het mooi en fijn wanneer je na veel en intensief trainen en samenwerken met je maatje beloond wordt met een plaats bij de eerste drie en een beker. Want ja, ook voor ons gelden die leerprincipes (wij zijn nl. ook een diersoort).
Echter de hond zal er geen weet van hebben of hij eerste of laatste is geworden op een wedstrijd. Als wij niet anders zouden gedragen zou hij er zelfs geen weet van hebben of het om een wedstrijd of een training gaat. Het gaat hem erom fijn te mogen werken voor en met zijn voorjager en een goed gevoel of salaris maken dat hij het steeds gretiger zal gaan doen.
Kortom wedstrijden zijn voor de eer en glorie van ons mensen, waar overigens helemaal niks mis mee is. Wij kunnen door het meedoen aan wedstrijden bepalen op welk niveau we als combinatie zijn, wat al goed gaat of wat we nog kunnen verbeteren in de trainingen. Bedenk wel, een wedstrijd is en blijft een momentopname en een hond een levend wezen en geen computer! Maak er een mooie gezellige dag van, laat zien hoe mooi en respectvol jij en je hond kunnen samenwerken. Als dit lukt, volgt het resultaat vanzelf, dat kan niet anders.
En hoe mooi is het dan als je met veel geduld, respect, kennis en liefde jaren hebt getraind en hebt samengewerkt met je maatje en je behaald dat dat allerhoogste AA diploma op de NIMROD (de hoogste workingtest waar alleen de beste honden van elk jachtras voor worden uitgenodigd). Dat is héél mooi! Nóg veel mooier dan het AA diploma behalen met een hondje van 3 die hetzelfde resultaat neerzet maar met veel stress en met veel druk op de hond aangeleerd waardoor je een heel ander beeld krijgt.
Gelukkig zagen we afgelopen jaar op de NIMROD een prachtig voorbeeld van hoe het gelukkig ook kan en hoe we het gelukkig ook veel meer zien de laatste jaren. Hopelijk houdt deze tendens nog heel lang stand!
Wim van Loenen met zijn 6 jarige Puck een waar voorbeeld van echte samenwerking op basis van liefde en respect!
Inspirerend lees- en beeldmateriaal
- Boek Clicker Gundog van Helen Philips
- De vele artikelen van Marcel van Rooijen in
het tijdschrift De Jager en de Onze Hond - De filmpjes met uitleg en opbouw van de verschillende jachtoefeningen op het Youtubekanaal van Gwen Pieters onder de noemer instructie.
- De besloten Facebookpagina van Jacht-Nieuwegein.
- Op de pagina’s van de verschillende rasverenigingen en de KNJV
In de media
Apporteren leren:
Aanleren naast in combinatie met apporteren:
Steadyness oefenen. Zie hier ook deel 2 en Steadyness tijdens waterapport
Vooruitstuur paaltje in combinatie met opzij sturen:
Tot slot
Dit artikel is geschreven door Gwen Pieters; kynologisch intructeur en gedragtherapeut bij Les Chiens Sportives en tevens werkzaam als paraveterinair en gedragsadviseur bij Dierengezondheidscentrum Römer
Bovendien geeft ze jachttraining (al dan niet privé) en in het hele land workshops hersenwerk, clickertraining en EHBO voor honden.