Populariteit
Je moet van een bepaalde leeftijd zijn om bij de naam Magnum niet meteen aan dat lekkere ijs te denken. Je weet wel, met die dikke chocolade om het ijs heen, en van die lekkere stukjes noot en …enfin, we dwalen af…
Sommigen onder ons denken bij de naam Magnum ook aan een Amerikaanse privédetective met een hele grote snor. En die mensen weten ook meteen wie er bedoeld wordt als we het over Higgins hebben; de Engelsman die het landgoed beheerde en onderhield, waar ook Magnum verbleef. In de jaren tachtig was Magnum PI een tv serie waar velen voor thuis bleven. De privédetective en oud vietnamstrijder werd ingezet om allerlei vreemde zaken op te lossen, eventueel samen met een paar kameraden die met samen met Magnum in Vietnam hadden gestreden. Magnum werd altijd omringt door mooie vrouwen, kwam steevast te laat op afspraken en was niet vies van een biertje (of drie).
Wat heeft dit alles met honden te maken, vraag je je misschien af?
Higgings had twee honden; Zeus en Apollo. Grote, stoere en gevaarlijk uitziende Dobermanns die nergens voor terugdeinsden en bij het minste of geringste gevaar als twee woeste vechtmachines in actie kwamen. Door hun gecoupeerde oren en gecropte staarten zagen ze er bloedlink uit, maar Higgings had de honden perfect onder controle. Enkel op zijn commando kwamen de honden in actie.
Door de serie werd de hond erg populair en iedereen wilde een “Magnum-hond”. Uiteraard deed dit de reputatie van de hond niet veel goed. Waar vraag is, is aanbod, en de Dobermann werd overal en door iedereen gefokt en aangeboden. Het gevolg daarvan was, dat er veel nerveuse en reactieve types rondliepen, in onkundige handen. Bommen op poten, en het heeft de hond bijna zijn kop gekost.
Foto rechts: Magnum, Higgings, Apollo en Zeus
Historie
Er is vrij veel over de historie van de Dobermann bekend, omdat het nog een relatief nieuw ras is.In het stadje Apolda, in Thüringen (Duitsland) leefde in de 19e eeuw ene Karl-Friedrich Louis Dobermann (foto rechts). Deze Karl-Friedrich was, als ambtenaar bij de gemeente Apolda, belast met controleren van slachthuizen. Ook inde hij verschillende boetes en belastingen, werkte als vilder en verzamelde zwerfhonden om hen naar het asiel te brengen. Het mag duidelijk zijn dat Friedrich ,door zijn beroepskeuze, niet de meest geliefde man van Apolda was en Karl-Friedrich realiseerde zich dat zelf ook.
Een waak- en verdedigingshond was nog niet zo’n gek idee, en hij ging rond 1870 aan de slag met het kruisen van honden die volgens Friedrich zijn hachje wel konden verdedigen of zelfs redden als dat nodig zou zijn. Karl-Friedrich hield geen foknotities bij, maar het vermoeden is dat de Pincher, Duitse Dog, Duitse Staande hond, de Greyhound, Manchester Terriër, Duitse Herder, Rottweiler en Beauceron allemaal hun aandeel hebben geleverd aan het ontstaan van de Dobermann. Hij heeft er in ieder geval de Rottweiler en de Duitse herder ingekruist, omdat hij deze honden in zijn bezit had. Schnuppe, een grijze teef die in Karl-Friedrichs bezit was, en een kruising als zovelen in Apolda, werd gedekt door een zogenaamde “slagershond” die de voorouders zijn van de hedendaagse Rotweiller. Deze dekking zorgde voor de kenmerkende zwart-rode kleur die Dobermanns en Rotweilers vandaag de dag nog steeds hebben.
Een nieuw ras
Binnen 30 jaar had Karl- Friedrich een, min of meer, nieuw ras gecreeërd, wat opmerkelijk snel is. Ervan uitgaande dat er niet gefokt werd met honden jonger dan 2 ½ jaar, hebben er maar 10 tot 12 generaties tussen zijn eerste “Dobermann” en het definitieve ras gezeten. Dat is uitzonderlijk snel voor het neerzetten van een nieuw ras met een homogeen uiterlijk. De Dobermann werd in eerste instantie in 1900 in het stamboek ingeschreven als “Thuringse Pinscher”, maar kreeg later de naam van zijn “bedenker”. Hij leek qua uiterlijk veel op hoe de hedendaagse Rotweiler er uit ziet.
Foto: Zo zagen Dobermannen er in vroeger jaren uit.
Goswin Tischler (1e officiële Dobermannfokker met een geregistreerde kennel) en Otto Göller (oprichter van de 1e nationale Dobermannpinscherclub) hebben de oorspronkelijke, ruige hond verfijnd tot de hond die hij nu is. De hond werd al snel populair bij de lokale inwoners en snel spreidde de populariteit van de Dobermann zich uit over Duitsland en uiteindelijk heel Europa en Amerika. In 1901 werd in Nederland de 1e Doberman op een tentoonstelling uitgebracht. Dat gebeurde door Dhr. Laane, die een geïmporteerde hond uit de kennel van Otto Göller had.
Eerste en tweede wereldoorlog
In de 1e wereldoorlog ( 1914-1918) werden in totaal zo’n 3000 Dobermanns door het Duitse leger ingezet bij militaire operaties. Zo brachten ze boodschappen over op het slagveld, zochten ze na bombardementen naar mensen die onder het puin lagen, werden ze ingezet om hulpmaterialen naar gewonde soldaten te brengen, maar ook als “kanonnenvoer”. Met een explosief op hun rug gebonden, werden de honden naar de tanks van de vijand gestuurd en werden daar opgeblazen met als doel de tanks van de vijand onschadelijk te maken. “Ze waren inderdaad sterk en absoluut nergens bang voor – zelfs voor de duivel niet – en er was heel wat moed voor nodig om er één te hebben” schreef de beroemde zwitserse fokker Gottfried Liechti in de jaren ’20.
Ook in de 2e wereldoorlog werden de Dobermanns als gevechtshond ingezet, voornamelijk door de Amerikanen. Zo werden de korps mariniers in de Stille Oceaan bijgestaan door de Devil Dogs, een groep van 6 honden (waarvan 4 Dobermanns) die de valstrikken van de Japanse soldaten wisten te ontmaskeren.
Foto’s: Dobermannen tijdens de eerste en tweede wereldoorlog
De agressie en felheid van de honden was waarschijnlijk deels te wijten aan de snelheid waarmee Karl-Friedrich Dobermann een nieuw ras had gefokt. Om in zó’n korte tijd een consistent uiterlijk te verkrijgen moet er in de beginfase van de fok waarschijnlijk veel inteelt zijn geweest wat bijdroeg aan de felheid van de hond, want al rond de eeuwwisseling was de Dobermann berucht om zijn felheid en agressie. Uiteraard spelen de ingekruiste rassen, zoals eerder in het stuk genoemd, hierin ook een rol.
Karakter
We doen de hond echter een groot onrecht aan als we hem alleen neerzetten als een agressor en harde, onverzettelijke hond. Al eens zo’n Dobermannpup gezien? Ze zijn om op te eten… ze laten je hart smelten, met hun lange slungelige lijven en hangoren. Het zijn absoluut temperamentvolle en energieke honden, en ze horen van aard juist betrouwbaar en evenwichtig te zijn. Ze zijn erg gehecht aan hun mensen en hebben veel behoefte aan menselijk contact. Een Dobermann is niet geschikt voor een leven in een kennel, hij hoort bij zijn mensen te zijn en het gevoel te hebben dat hij echt deel uit maakt van het gezin. Krijgt hij niet die aandacht en liefde, dan verpieterd hij of wordt het een nare hond, en dat zou ontzettend jammer zijn.
Hoe groot hij ook is, als het even kan, kruipt de Dobermann op je schoot voor een beetje “love and tenderness”. Lekker luieren en heerlijk op het buikje gekriebeld worden? De Dobermann is er helemaal voor te vinden. Buiten een krijger, binnen een kroeldoos, dat is wel een beetje de samenvatting van een Dobermann.
Maar, vergis je niet in die kroeldoos…
Tegenover vreemden kan de Dobermann zich behoorlijk terughoudend opstellen. Pas als het ijs gebroken is (en uh… de Dobermann bepaalt dus zelf wanneer dat is) dan is alles helemaal oké tussen jou en de Dobermann en kun je rekenen op een hartelijk onthaal. Als het nodig is, verdedigt hij echter huis en haard, met een aangeboren waaksheid waar menigeen bang van wordt, en dit moet niet onderschat worden. Als inbreker kun je maar beter het huis van een “magum-hond” voorbij lopen!
Het is hopelijk duidelijk dat het geen hond voor beginners is, dus denk goed na voor je aan een Dobermann begint. De Dobermann heeft een duidelijke en consequente opvoeding nodig om een stabiele en betrouwbare hond te zijn en te blijven.
Het zijn zelfverzekerde types en daarom niet geschikt voor mensen die niet erg conseqeunt in hun opvoeding zijn. Nee is nee, zo simpel is het. En nee, is niet een “beetje ja”, want dan ben je als Dobermanneigenaar verloren en speelt hij met je tenen. Een Dobermann die geen grenzen krijgt kan onhanteerbaar worden, simpelweg omdat hij de ruimte krijgt (en dus neemt) om zelfstandig beslissingen te nemen. Een temperamentvol typje dus! Maar met de juiste eigenaar een geweldige hond!
Een atleet in hart en nieren
Een rondje om de kerk? Je Dobermann zal zich afvragen of je helemaal gek bent geworden! Een Dobermann is een atleet in hart en nieren en heeft echt wel wat mee beweging nodig dan een klein blokje om. Het is een werkhond pur sang en daarom niet geschikt voor mensen die niet in staat zijn de hond de beweging te geven die hij nodig heeft voor zijn fysiek en geestelijk welzijn. Wandelen, langs de fiets mee rennen, agility, G&G, speuren, africhting… hij vind het allemaal geweldig, als je maar met hem bezig bent.
Rasstandaard
Een rasstandaard kan gezien worden als een blauwdruk van een ras en beschrijft het uiterlijk en karakter van de hond in algemeenheden.
Zo hoort de Dobermann een krachtige, middelgrote hond te zijn. De reuen hebben een schofthoogte van tussen de 68-72 cm en wegen tussen de 40-45 kilo, en teven hebben een schofthoogte tussen de 63-69 cm en wegen 32-35 kilo. De reuen zijn wat vierkant van bouw, met een goed ontwikkelde spiermassa over het gehele lijf. De rasstandaard beschrijft de houding van de hond als “haast adel” en daar is zeker wat voor te zeggen. Het is een elegant uitziende hond en gracieuze verschijning.
De oogkleuren varieëren van donker naar een lichtere kleur en de oren zijn hoog aangezet. De Dobermann heeft een harde, korte beharing die glad en gelijkmatig over het lichaam ligt. Ze zijn er in de zwart of donkerbruin, met een roestrode, scherpe afgetekende brand (met brand word de aftekening/ grens tussen het donker en roestrood in de vacht bedoelt) . De Dobermann komt in verschillende kleuren voor zoals black and tan, brown and tan, blue and tan, isabel, white en fawn and tan. De FCI keurt enkel de black and tan en de brown and tan goed, al de andere kleuren worden niet toegestaan, hoewel er- met name in Amerika – wel met deze kleuren word gefokt. Als diskwalificerende fouten worden gele ogen of verschillende oogkleuren genoemd, maar ook een bovenbeet, witte vlekken op de vacht, of uitgesproken lang en krullig haar.
Wijzigingen in de standaard m.b.t. couperen van de oren en croppen van de staart
Zijn stoere uiterlijk dankte de Dobermann mede aan zijn gecoupeerde oren en staart. In vroeger jaren coupeerde men de oren van (vecht)honden om te voorkomen dat ze tijdens een gevecht aan flarden werden gescheurd, soms ook om medische redenen, maar meestal toch vooral omdat men het er mooi vond uitzien. Nog steeds zijn de meningen van Dobermanneigenaren erg verdeeld. De een vind het huidige uiterlijk met de hangende oren en lange staart helemaal niets, terwijl de ander het juist prachtig vind.
Per 1 januari 2015 zal de Dobermannvereniging een standaardwijziging doorsturen naar de FCI (wereldwijd overkoepelend orgaan voor de kynologie). In deze wijziging zal aangegeven worden dat het couperen van de oren en het croppen van de staarten niet meer wordt toegestaan bij honden die na 1 januari 2015 worden geboren. Alleen ongecoupeerde en ongecropte honden voldoen dan dus nog aan de rasstandaard.
De Dobermann in het kort
Land van herkomst | Duitsland |
Vroegere taak | waak- en verdedigingshond |
FCI-rasgroep | groep 2 (pinschers en Schnauzers, Molossers en Zwitserse Sennenhonden) |
Gemiddelde leeftijd | 10 jaar |
Schofthoogte | reuen 68-72 cm, teven 63-69 cm |
Voorkomende ziekten | kanker, HD, oogafwijkingen, Blue Dobermann Syndrome, Wobbler en Cardiomyopathie. |
Gebruiksmogelijkheden | africhting, waak- en verdedigingshond, speuren, agillity, G&G… zolang het maar een fysieke en mentale uitdaging is. |
Voorkomende gedragsproblemen | te gereserveerd, nerveus en angstbijter, te zelfverzekerd waardoor rangordeconflicten ontstaan, dwangmatig zuigen op zichzelf (met name poten en flanken) of kleedjes. Dit dwangmatig zuigen kan behoorlijk uit de hand lopen en het leven van de hond gaan beheersen, in dat geval is het raadzaam een gedragstherapeut in te schakelen. |
Waaks | ja, zeer waaks |
Omgang kinderen | – |
Omgang honden | zelfverzekerde hond, die matig tot goed met andere honden kan |
Vachtverzorging | minimaal, af en toe met een rubberen borstel of vochtige doek de over de vacht vegen is afdoende. |
Bewegingsbehoefte | zeer hoog |
Gezondheid
De Dobermann kampt helaas, net als veel andere rassen, met de nodige kwalen en ziektes.
Zo kunnen de honden last krijgen van kanker en Heupdysplasie (HD). Ook bestaat er een erfelijke vorm van cataract ( PHVTL/PHPV) waardoor honden blind kunnen worden. Op deze oogafwijking wordt door fokkers getest voordat de honden het nest verlaten, hoewel het geen garantie is voor volledig wegblijven van cataract. Deze honden en hun familielijnen dienen te worden uitgesloten van de fok.
Ook komt er een genetisch defect voor dat Blue Dog Disease of Blue Dobermann Syndrome wordt genoemd (foto rechts).
Dit kan veranderingen in de huid van de hond, en kleurveranderingen in de vacht veroorzaken (alsof de kleur verwassen is). In ernstige gevallen kan de hond zelfs zijn volledige vacht kwijtraken.
Wobbler syndroom komt ook bij Dobermanns voor. Door druk op het ruggenmerg ontstaan er zenuwsymptomen die voor ongecontroleerde bewegingen van de achterhand kunnen zorgen. Ook kunnen de honden last hebben van Cardiomyopathie (verslechtering van de functie van de hartspier) of Von Willebrand Disease, een bloedafwijking waardoor er geen goede bloedstolling plaatsvind.
Bij Dobermannen wordt nog wel eens melding gemaakt van dwangmatig zuigen aan de flanken of de poten. De hond kan dan niet meer stoppen met het zuigen of sabbelen aan zijn flanken of poten omdat hij verslaafd raakt aan de endorfine die vrijkomt bij het dwangmatig zuigen. Dit gedrag zal snel in goede banen geleid moeten worden anders beheerst het de hond volledig.
Opvallende weetjes
In het Zwitserse kanton Wallis wordt de Dobermann als gevaarlijk beschouwd. Het ras is daar sinds 1 januari 2006 verboden.
Dobermann is ook de titel van een Franse film over een bont gezelschap van een transseksueel, een priester, een doof meisje en een crimineel die een bank beroven.
In vroeger jaren had de Dobermann als bijnaam “gendarme hond” door het veelvuldige gebruik door de politie.
De geboortestad van Karl-Friedrich Dobermann biedt enkele mooie eerbetonen aan hem, zoals een beeld van 3 spelende Dobermannen. Foto: rechts.
In 1949 werd besloten dat de Doberman niet langer Doberman pincher genoemd werd, maar simpelweg Dobermann. Men vond het niet langer gepast om er pincher bij te zeggen.
In de 2e wereldoorlog redde Kurt, een Dobermann, 250 Amerikaanse mariniers door hen te alarmeren voor Japanse soldaten.
Dobermanns hebben in vele films, tv series en videoclips meegespeeld. Helaas werden ze vaak ingezet als men zocht naar gemeen uitziende en gevaarlijke honden, wat helaas allen maar stigmatiserend voor het ras heeft gewerkt.
In de media
Informatieve links
- Nederlandse Dobermann Club
- Dobermann Vrienden in Nederland
- Herplaatsers: Stichting Dobermann Rescue Nederland
- Op Doggo.nl: Fokkers van Dobermanns
Credits
Geschreven door Judith Eberson: www.hondenvorming.nl
De foto’s zijn genomen door Judith Eberson bij Dobermann Kringgroep Mergelland.