Honden mogelijk vriendelijk door DNA-afwijking

LiefdeSociale persoonlijkheid

Honden en mensen met het Williams-syndroom hebben hun sociale persoonlijkheid mogelijk te danken aan veranderingen in dezelfde genen. Als het om pure vriendelijkheid gaat kunnen maar weinig mensen tippen aan de gemiddelde hond, maar mensen met het Williams-syndroom komen in de buurt. Hun ongebruikelijke genetica veroorzaakt bij hen een puppy-achtige ijver voor sociale interactie. Wetenschappers hebben ontdekt dat extreme vriendelijkheid bij beide soorten gemeenschappelijke genetische wortels kan hebben. Foto: Hans van Rijsse.

Williams-syndroom

Williams-syndroom, ook bekend als Williams-Beuren-syndroom, treedt op wanneer mensen een stuk DNA missen dat ongeveer 27 genen bevat. Het syndroom treft ongeveer één op de 10.000 mensen en wordt geassocieerd met een reeks mentale en fysieke kenmerken, waaronder sprankelende, extraverte persoonlijkheden, een breed voorhoofd, volle wangen, hartafwijkingen, een verstandelijke beperking en affiniteit met muziek. Hun gezichtsuitdrukking wordt vaak beschreven als “elf-achtig”.

Meisje met Williams-syndroom

Foto’s: Meisje met Williams syndroom (Bron: Williams Syndrome Association) en chromosome 7 (Bron: Wikipedia).

De eerste hint van een verband tussen honden en het Williams-syndroom kwam in 2010, toen evolutiebioloog Bridgett vonHoldt en haar collega’s DNA onderzochten van 225 wolven en 912 honden van 85 rassen. Ze waren op zoek naar delen van het genoom die zijn gevormd door selectie vanaf het moment dat honden begonnen af te wijken van wolven.

Een gen dat naar voren kwam was WBSCR17, een onderdeel van chromosoom 7, wat suggereert dat deze (of andere genen in de buurt) belangrijk waren in de evolutie van honden. Dit deel van het genoom is vergelijkbaar bij honden en mensen, en de menselijke versie van WBSCR17 bevindt zich in de buurt van de sequentie die ontbreekt bij mensen met het Williams-syndroom.

Honden-DNA versus die van wolven

In de nieuwe studie hebben vonHoldt, nu evolutiebioloog aan de Princeton University in New Jersey, en haar collega’s de regio rond WBSCR17 onder de loep genomen. Eerst testten ze de vriendelijkheid van 18 honden en 10 wolven, allemaal grootgebracht met regelmatige aandacht van menselijke verzorgers. Ze maten hoeveel tijd elke hond of wolf binnen een straal van 1 meter van een mens doorbracht, en ook hoe hard het dier werkte om een puzzeldoos op te lossen.

Zoals verwacht brachten wolven minder tijd door in de buurt van mensen, en de meesten werkten even hard om hun puzzeldoos op te lossen, ongeacht of er een mens aanwezig was. Honden daarentegen hadden de neiging om naar de mens te kijken in plaats van naar de puzzeldoos, en concentreerden zich alleen op de puzzel als ze alleen werden gelaten.

Hoewel honden gemiddeld socialer waren dan wolven varieerde het per individu, waarbij sommige wolven zich vriendelijker gedroegen en sommige honden afstandelijker. Toen de onderzoekers het DNA van 16 van de honden en van acht van de wolven analyseerden, bleken de gedragsverschillen te correleren met variaties in drie genen: het WBSCR17-gen dat in de studie van 2010 naar voren kwam, en twee extra genen uit het hondenequivalent uit de regio van het Williams-syndroom.

Voor elk van deze drie genen vonden de onderzoekers meerdere varianten die op structurele manieren verschilden, bijvoorbeeld of ze al dan niet een extra DNA-sequentie bevatten. Sommige genvarianten werden vooral aangetroffen bij vriendelijke honden en wolven, terwijl andere vaker bij onvriendelijke dieren werden aangetroffen.

Hoewel persoonlijkheidskenmerken zoals vriendelijkheid waarschijnlijk worden gevormd door honderden genen of meer, leken deze drie genen een verrassend grote rol te spelen bij het beheersen van sociaal gedrag, zei vonHoldt. “Sommige van deze structurele varianten zouden een enorme verschuiving in een gedragsprofiel kunnen verklaren – dat je een wolfachtig, afstandelijk wezen verandert in iets dat geobsedeerd is door een mens,” zei ze.

Toen de onderzoekers diezelfde drie genen onderzochten bij 201 honden van 13 rassen, vonden ze vergelijkbare patronen van genetische variatie tussen rassen die traditioneel geassocieerd worden met vriendelijk gedrag, en rassen die over het algemeen als afstandelijker worden beschouwd.

Univé samenwerking met VETTS
Thomas

Verschillende diersoorten, dezelfde genen

Twee van de genen, GTF2I en GTF2IRD1, waren eerder in verband gebracht met sociaal gedrag bij muizen en bij mensen met het Williams-syndroom. In 2009 ontdekten Uta Francke en haar collega’s aan de Stanford University in Californië dat muizen ongewoon gretig waren om te socialiseren als ze die twee genen misten. Maar totdat Francke de nieuwe studie zag had ze geen idee dat de genen die ze had bestudeerd het gedrag van haar eigen hond, een Berner Sennen genaamd Minna, zouden kunnen helpen verklaren.

“Ze loopt naar vreemden toe en wil interactie met iedereen, net als de Williams-kinderen”, zegt Francke, die in haar carrière als medisch geneticus met mensen met het Williams-syndroom heeft gewerkt. “Om te denken dat dit komt door de betrokkenheid van deze genen op de een of andere manier vind ik buitengewoon opwindend.”

Het verband tussen honden en het Williams-syndroom zal waarschijnlijk de interesse hebben van mensen binnen de Williams-syndroomgemeenschap, zei Jocelyn Krebs, een biomedisch onderzoeker aan de Universiteit van Alaska Anchorage die het Williams-syndroom heeft bestudeerd. Krebs heeft een zoon met het Williams-syndroom weet hoe vriendelijk mensen met de aandoening kunnen zijn. “Als ze staarten hadden, dan zouden ze ermee kwispelen.”

Link met domesticatie

De bevindingen komen overeen met de huidige theorieën over het domesticeren van honden. Ooit gingen onderzoekers er vanuit dat mensen wolvenpups adopteerden en ze fokten op nuttige eigenschappen. De biologen Ray en Lorna Coppinger hebben een andere visie ontwikkeld en worden vroege honden gezien als aaseters van menselijk afval. Volgens deze theorie bleven schuwe wolven jagen in het bos, terwijl brutalere wolven, die mensen konden verdragen, hun intrek namen op de vuilnisbelten van het dorp.

Foto: honden op de vuilnisbelt van Mexico City (Bron: Ray Coppinger).

Ray Coppinger vermijdt zelf woorden als “vriendelijk” wanneer hij naar deze voorouderlijke honden verwijst. Maar volgens Clive Wynne, een gedragswetenschapper aan de Arizona State University in Tempe, Arizona, en een van de auteurs van de nieuwe studie, zou gezelligheid een sleuteleigenschap kunnen zijn die vroege honden hielp toegang te krijgen tot menselijke restjes. De nieuwe studie suggereert dat honden die vriendelijkheid gedeeltelijk bereikten door veranderingen in de genen die gelijk zijn aan die bij mensen met het Williams-syndroom.

“Het is nog te vroeg om te weten hoe belangrijk de in de studie geïdentificeerde genen waren bij de domesticatie van honden”, waarschuwde Ray Coppinger tijdens een interview. Maar het is mogelijk dat ze een cruciale rol speelden, niet alleen voor honden, maar ook voor andere soorten, zei Carlos Driscoll, een geneticus die de domesticatie van katten bestudeert aan de National Institutes of Health in Rockville, Maryland. De volgende stap is volgens Driscoll om andere gedomesticeerde soorten te testen en te zien of dezelfde drie genen kunnen bijdragen aan tamme temperamenten in alles, van katten tot geiten.

“Het enige dat alle gedomesticeerden gemeen hebben, is dat ze sociaal zijn en dat ze met mensen overweg kunnen”, zei Driscoll. “Dit suggereert heel sterk dat deze regio en deze genen belangrijk zijn bij domesticatie.”

Bronnen

Thomas
Univé samenwerking met VETTS

Credits

Hans van Rijsse heeft ruim 20 jaar ‘moeilijke’ honden opgevangen voor o.a. asiels, Dierenbescherming en stichtingen met het doel deze te rehabiliteren en adoptiegereed te maken. Chemie, zijn originele vakgebied, komt voor veel van zijn artikelen goed van pas. Hans is tevens de vaste columnist van Border Collie Nieuws.

Foto’s: rechtenvrij, bron staat vermeld bij de foto’s.

Reacties

Zie je hieronder geen reacties? Lees hier dan hoe je reacties eenvoudig kunt activeren.

Doggo.nl

Doggo maakt gebruik van cookies voor het analyseren van onze bezoekers, social media en het tonen van advertenties. meer informatie

The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.

Close