Ian Dunbar | dierenarts, dierengedragsdeskundige en hondentrainer
Doggo.nl heeft 4 hondenprofessionals van divers pluimage gevraagd naar hun visie op het dominantiemodel. Dit artikel is onderdeel van dit vierluik en is geschreven door Ian Dunbar.
Ian Dunbar werkt al meer dan 40 jaar met honden. Hij schreef velen boeken over hondengedrag en -training. Dunbar is ook bekend als oprichter van de beroepsorganisatie Association of Pet Dog Trainers, maar de meeste mensen kennen hem waarschijnlijk als de ‘uitvinder’ van het positief, beloningsgericht trainen van honden.
Op dit moment geeft Dunbar leiding aan het “Center for Applied Animal Behavior” in Berkeley, Californië en levert hij wetenschappelijke bijdragen aan Dog Star Daily, een educatieve website voor puppy- en hondeneigenaren. In oktober 2013 gaf Dunbar op uitnodiging van Doggo.nl een reeks lezingen in Nederland.
Het alfa sprookje
Het is een populaire gedachte dat rang bepaald en gehandhaafd kan worden door middel van fysieke kracht en overheersing en dat dominantere (hoger in rang geplaatste) honden agressiever zijn. Van honden die regelmatig dreigen, grommen, vechten en bijten wordt vaak aangenomen dat het “alfa” dieren zijn. Niets is minder waar! Deze aannames zijn erg krom. Ze verraden niet alleen een theoretische, simplistische visie op een zeer geraffineerde sociale structuur, maar ze zijn ook – dergelijke inzichten zijn vaak contraproductief – onmenselijk en gevaarlijk wanneer ze worden gebruikt bij hondentraining of bij de behandeling van gedragsproblemen.
Tophonden en underdogs
In werkelijkheid is een grommende, macho tophond een zeldzaamheid. Tophonden grommen zelden – ze hebben het niet nodig.
Een echte tophond is over het algemeen een aangename persoonlijkheid, die zeker is van zijn (of haar) bevoorrechte positie en die geen behoefte heeft om te razen en te tieren om zijn positie te bevestigen. Bovendien zal een echte tophond eerder een speeltje, een bot of een slaapplek delen dan erom vechten.
Aan de ander kant zullen honden die lager in rang staan ook niet snel grommen. De belangrijkste leidraad voor een ranglagere hond is om niet te veel op te vallen. Met blaffen, grommen en snauwen trekt hij alleen maar ongewilde aandacht en mocht het dan tot een gevecht komen, dan is de kans groot dat de underdog verliest.
Een tophond heeft het niet nodig om te dreigen en een underdog zal wel gek zijn om dat te doen. Zonder twijfel zijn overmatig grommen en herhaaldelijk vechten een indicatie dat er een onderliggende onzekerheid bestaat over de sociale verhoudingen onderling. Langdurige, heftige vertoningen van agressiviteit zijn karakteristiek voor reuen, die zich in de middenlaag bevinden.
Subordinance hierarchy* – hiërarchie gebaseerd op ondergeschiktheid
Wanneer we kijken naar de basis van een geslaagde hiërarchie in het kader van ontwikkeling, wordt het duidelijk dat ‘subordinance hierarchy’ goed beschrijft wat de sociale structuur bij honden inhoudt. De bestaande hiërarchie kan alleen gehandhaafd worden als ranglageren respect naar de ranghogeren tonen. De status quo wordt gehandhaafd omdat ranglageren bijna nooit de autoriteit uitdagen. Slechts zelden is er de behoefte is om hogerop te komen en hogere rang af te dwingen door vertoning van fysieke, of waarschijnlijker, psychologische overheersing.
* Deze theorie werd het eerst toegepast door de Engelse primatoloog Dr. Thelma Rowell
Pups en pubers
Puppy’s die opgroeien tussen oudere pups, pubers en volwassenen kunnen, doordat ze kleiner zijn en minder fysieke en psychologische kracht bezitten, simpelweg niet wedijveren in de sociale structuur . Zo leren pups hun plaats in de groep te kennen, ver voordat ze zelf groot en sterk genoeg zijn om een bedreiging voor de gevestigde orde te kunnen vormen.
De meeste volwassen honden zijn heel mild en toegeeflijk naar pups totdat ze de puberteit bereiken. Vanaf dat moment jagen volwassen honden (met name reuen) de pubers meedogenloos na, gaan over ze heen staan en grommen naar ze (met name reuen). Maar dan nog, de intimidatie door volwassen honden is niet zozeer fysiek, maar eerder psychologisch. Het zou wel een zeer slecht gesocialiseerde volwassen hond zijn als deze pups fysiek gaat terroriseren.
Niettemin, gedurende de cruciale periode van hiërarchische ontwikkeling bij pups en pubers, worden de jongeren voortdurend geïntimideerd en lastig gevallen voor de volwassenen. Ze reageren door met (heel begrijpelijke) overdreven verzoenende gebaren om de foltering door de ouderen te stoppen. Bovendien leren de pubers al snel dat ze de bemoeienissen van de oudere honden kunnen voorkomen door zich bij voorbaat al verzoenend en kalmerend op te stellen. De preventieve verontschuldiging van de pup uit zich in karakteristieke lichaamstaal: een laag gedrongen, kronkelende toenadering, met plat gevouwen oren, onderdanige grijns, met staart en achterwerk laag.
De jongere zal misschien met zijn poot de borst van de oudere hond aanraken en ook zijn snuit likken. Het kinderlijk pootjes geven en likken van de snuit van de oudere hond stammen uit de puppytijd en hadden als doel eten te vragen. Deze handelingen krijgen na de puppytijd een andere betekenis, ze dienen nu ter verzoening en kalmering. Daarnaast kan de underdog ook nog op zijn rug rollen en een achterpoot optillen en zijn liesstreek bloot geven. Sommigen plassen er onderdanig bij. Volwassen honden kunnen overigens aan de hand van de geur van de urine bepalen hoe oud de jonge hond is.
Ian Dunbar: “Sommige verdwaasde mensen hebben een interesse in hondenlichaamstaal die zich beperkt tot hun zoektocht om het zogenaamde ‘natuurlijk straffen’ te kunnen toepassen. Denk bijvoorbeeld aan het aanstaren van de hond, het bij de nekvel grijpen en het op de rug gooien van de hond met de bedoeling de hond te straffen op dezelfde manier zoals een tophond dat zou doen bij een ranglagere hond of zoals een moederwolf haar pup berispt. Deze aanpak is echt te idioot voor woorden en een belediging voor de intelligentie van honden. Niettemin, deze pseudo-wetenschap spreekt blijkbaar bij veel mensen aan, ook al zijn de wetenschappelijke bewijzen zeer dun bezaaid en is het ook nog eens ineffectief. Dit alles vindt plaats onder het mom van training. Als dit niet zo schadelijk voor honden zou zijn, zou het hilarisch zijn.”
Vanaf dit moment zullen ranghogere honden alleen die honden tot de orde roepen die niet vrijwillig eerbied en respect tonen in hun aanwezigheid.
Vechten en fysieke dominantie komen zelden voor tijdens het handhaven van de hiërarchische harmonie. Integendeel zelfs, het belangrijkste doel van een hiërarchische structuur is voorkomen van gevechten.
Zodra deze gevestigd is, zal de rangorde eventuele problemen al oplossen voordat ze de kop opsteken. Bijvoorbeeld, als er twee honden zijn en slechts één bot, dan is het eigendomsrecht van het bot van tevoren al vastgelegd en daarom is er geen reden om er over te vechten.
Voorbeeld: de Yorkie en de Duitse Dog
We kunnen een voorbeeld nemen aan de oude Yorkie die heer en meester is over de twee jaar oude Duitse Dog. Houd dit voorbeeld altijd in gedachten. Iedere poging om fysiek te domineren is zonder twijfel gedoemd te mislukken. De Yorkie heeft in plaats daarvan geduldig en teder, maar ook consequent, grenzen gesteld aan de Duitse Dog en hem zo geleerd wat gewenst gedrag is. De Yorkie had inzicht en het gezonde verstand om de tijd te nemen en de Duitse Dog te trainen op het juiste moment – toen hij nog een pup was. We kunnen hiervan leren en hetzelfde doen met onze honden.
Ons verstand in plaats van onze spierkracht gebruiken bij het trainen van puppy’s is de enige veilige, raadzame en effectieve manier voor kinderen om respect te krijgen van een volwassen hond. Mentale controle is de sleutel tot succes.
Misverstanden
Hondentraining baseren op een misverstand over wolvengedrag is even zinvol als onze kinderen onderwijzen op basis van een misverstand over chimpanseegedrag.
Honden zijn geen wolven en hondengedrag is niet hetzelfde als wolvengedrag. Het meest opvallende verschil tussen honden- en wolvengedrag hun interactie met mensen. Wolven zijn van nature geselecteerd om behoedzaam te zijn naar mensen toe en honden daarentegen zijn kunstmatig geselecteerd omdat ze juist zo goed met mensen gesocialiseerd kunnen worden. Wolvengedrag als uitgangspunt nemen voor hondentraining is op grond daarvan al niet betrouwbaar. Daarbij komt nog dat honden onderling heel anders met elkaar omgaan dan wolven onderling. Hondengedrag zou je kunnen omschrijven als vereenvoudigd wolvengedrag in slow motion. Over het algemeen is hondengedrag goed te lezen en laten honden veelal overvloedige signalen zien van hun intenties, acties en reacties. Het observeren van wolven vergt een sneller brein wat ook veel meer data kan verwerken.
Het behoorlijk complexe, sociale gedrag van hondachtigen simplistisch samenvatten als “een dominantiehiërarchie met een alfadictator”, is een belediging voor zowel honden als wolven. Het toont een volledig onbegrip van hun zeer geraffineerde sociale structuur. Misverstanden zijn begrijpelijk en vergeeflijk, maar we moeten een halt toeroepen aan mensen die deze bizarre misverstanden aan anderen willen overdragen.
Laten we gewoon als mensen honden gaan trainen
Honden trainen op basis van een misverstand over wolven- en hondengedrag door wankele theorieën als “dominantie” en “alfa” aan te halen, en dit vervolgens als excuus gebruiken om honden fysiek te treiteren is ongegrond en walgelijk.
Maar los hiervan, ik denk dat we het belangrijkste over het hoofd zien. Hoe intrigerend het ook is om de ontwikkeling van sociaal gedrag bij honden te observeren en te beredeneren (een onderwerp waar ik bijna tien jaar primair onderzoek naar heb gedaan), de sociale cultuur en het gedrag van honden hebben heel weinig, of zelfs niets, met training te maken! Sociaal gedrag en hondentraining zijn twee totaal verschillende, los van elkaar staande disciplines. Ieder idee over hiërarchische sociale structuur bij wolven of honden, of het nu hypothetisch is of waar, is simpelweg niet relevant voor hondentraining.
Of we een hond nu een onderdanig, kruiperig watje vinden of een respectloze ultra-mega dominante alfa met het doel de macht over te nemen; eerst zijn baas en dan de rest van de wereld…
we zullen de hond nog steeds moeten leren om mensen leuk te vinden en hem de basisvaardigheden bij moeten brengen.
Hondentraining bestaat uit vier aspecten om de frequentie van gedrag te veranderen:
- De frequentie van het gedrag verhogen, bijv. een hond trainen om vaker rustig te zijn;
- De frequentie van het gedrag verminderen, bijv. een hond trainen om minder vaak te blaffen;
- Een hond trainen om betrouwbaar op commando te reageren, bijv. altijd gaan zitten als dat gevraagd wordt;
- Een hond trainen om betrouwbaar iets te staken op commando, bijv. altijd te stoppen met blaffen als dat wordt gevraagd.
Natuurlijk kunnen we middels training (klassieke en operante conditionering) het gedrag van een hond naar andere honden en mensen effectief veranderen en op die manier zijn sociaal gedrag veranderen. Maar, we kunnen geen theoretische argumenten m.b.t. sociaal gedrag van hondachtigen aanwenden om honden effectief te trainen, bijv. om ze te leren komen, zitten, liggen of om te rollen.
Het is overigens ook zonde van kostbare trainingstijd om alsmaar door te blijven gaan over veronderstelde dominantie, alfa en andere onwaarschijnlijke oorzaken. Het leidt enorm af van het trainen en het oplossen van doorgaans niet al te ingewikkelde problemen.
Er is geen reden voor strijd
Laten we het simpel houden. Als een hond opspringt, leer je hem te zitten bij het begroeten van mensen. Als een hond binnen plast, dan maak je hem zindelijk. Als een hond overmatig blaft naar van alles en nog wat, dan leer je hem stil te zijn op commando. Als een hond trekt aan de lijn, dan leer je hem wandelen met een slappe lijn. Als jouw hond als eerste wil eten, voer hem dan eerst – zolang jij dat oké vindt. Als jouw hond op de bank of op je bed wil slapen, sta dat dan toe – zolang jij (en je partner) dat oké vinden en je hond zonder problemen opzij gaat of van bed gaat als je dat van hem vraagt.
Zo simpel is het eigenlijk; bedenk hoe jij zou willen hoe je hond zich gedraagt en train en motiveer je hond vervolgens om daaraan tegemoet te komen. Er is geen reden voor strijd.
Het is niet erg als je niet weet hoe je je hond moet trainen. Geen enkel punt. Ga het dan gewoon leren. Maar ga er alsjeblieft niet vanuit dat je hond alles fout doet. Geef je hond niet overal de schuld van. Scheld je hond niet uit. Ga er niet van uit dat je hond een soort wolf is, die erop uit is de wereld te domineren. Gebruik alfadominantie al helemaal niet als excuus om het leven van je hond tot een hel te maken door hem geestelijk en lichamelijk te mishandelen onder het mom van training. Als mens, met een verondersteld superieur brein, kun je je hond veel beter de educatie geven die hij verdient.
Als wij onze eigen kinderen leren lezen, lopen we toch ook niet als apen op onze handen en voeten?
In de media
Ian Dunbar spreekt in 2013 tijdens zijn seminar in Nederland over dominantie bij honden.
Informatieve links
- Dogstar Daily, Ian Dunbar: The Macho Myth
Credits
Dit artikel is een compilatie van 2 artikelen geschreven door Ian Dunbar.
De oorspronkelijke artikelen The Alpha Fallacy en Let’s Just Be Humans Training Dogs zijn met toestemming vertaald door Debby van Dongen.