Hoe heeft voeding invloed op het gedrag van je hond?

Meer dan alleen energie en voedingsstoffen

Het effect van voedsel gaat verder dan alleen maar het leveren van energie en voedingsstoffen. Wist je dat het ook effect heeft op gedrag en stemming? Wat je eet heeft invloed op hoe je je voelt. Dit geldt ook voor onze honden. We hebben al eens een artikel gewijd aan de invloed van hormonen en neurotransmitters op gedrag.

In dit artikel gaat nog een stapje verder terug in deze keten. We gaan kijken naar hoe voeding van invloed is op de aanmaak van neurotransmitters en hormonen.

Weg met gedragstherapie?

Nee, zeker niet. Maar hoe kan hondenvoer nu invloed hebben op gedrag? Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn, maar het kan zeker een positieve bijdrage leveren. Gedrag ontstaat door veel verschillende factoren en voeding is hierbij een stukje van de puzzel. Het is de moeite waard om voeding mee te nemen in een behandelplan wanneer je gedrag wilt beïnvloeden. Voeding kan hierbij ondersteunend werken. Het is altijd raadzaam om een deskundige mee te laten kijken als het gaat om een gedragsbehandelplan.

Hoe werkt het dan precies?

De meest voor de hand liggende gedachte is dat bijvoorbeeld slecht verteerbare voeding voor buikpijn kan zorgen en dat op die manier het gedrag wordt beïnvloed. Pijn heeft ten slotte altijd invloed op gedrag. Wanneer je hond zich niet fijn voelt, dan zal hij minder actief zijn en bijvoorbeeld geen zin hebben in een wandeling. Dit is zeker waar. Echter de invloed van voeding op gedrag is nog veel complexer dan dit voorbeeld.

Neurotransmitters en hormonen

Om dit duidelijk te maken nemen we het aminozuur tryptofaan als voorbeeld. De enige manier om tryptofaan binnen te krijgen is via voeding. Ons lichaam maakt dit aminozuur niet zelf aan. Tryptofaan vind je in eiwitrijke voeding zoals in vlees, vis, noten en eieren. Je kunt het ook als supplement kopen.

Tryptofaan is van belang voor de aanmaak van de neurotransmitter serotonine. Serotonine heeft weer op zijn beurt invloed op o.a. stemming, zelfvertrouwen en eetlust. Het geeft een gevoel van rust en tevredenheid en het onderdrukt angst en agressie. Ook heeft tryptofaan invloed op de aanmaak van melatonine, wat op zijn beurt weer invloed heeft op je slaap.

Wat heeft dit dan met gedrag te maken? Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat een tekort aan serotonine gepaard gaat met depressieve klachten en angstgevoelens. Voeding eten waar tryptofaan in zit kan dan heel nuttig zijn, om zo het tekort an serotonine te beïnvloeden.

Het aminozuur tyrosine is mede verantwoordelijk voor de aanmaak van dopamine. Tyrosine zit in eiwitrijke producten zoals eieren, rund- en varkensvlees, gevogelte en vis. Een tekort aan tyrosine betekent een tekort aan dopamine. Dopamine hebben we nodig om ons goed te voelen, wanneer we er te weinig van hebben dan leidt dat net als bij het tekort aan serotonine tot depressieve en lusteloze gevoelens. Met o.a. voeding kun je de het dopamineniveau verhogen.

Wat gebeurt er in de darmen?

Er vindt communicatie plaats tussen de darmen en de hersenen. Dit klinkt onmogelijk, maar het kan! Hoe dan?

Bacteriën in de darmen produceren stofjes die naar de hersenen reizen en daar een signaal afgeven. De samenstelling van het microbioom in de darmen (alle bacteriën die daar leven) heeft invloed hoe dieren zich voelen, gedragen en bewegen! De darmen worden ook wel het tweede brein genoemd.

Een gezonde, gelukkige ‘darmbevolking’ zorgt voor een gezonder, gelukkiger brein! En dus ook een gelukkige hond! En dit heeft weer zijn uitwerking op zijn gedrag. Het is belangrijk om een grote diversiteit aan bacteriën in de darmen te hebben en daar kunnen we zelf een bijdrage aan leveren! Mensen kunnen dit doen door gefermenteerd voedsel te eten waar levende bacteriën in zitten. Denk aan zuurkool, yoghurt en kimchi. Ook vezels en onverzadigde vetten zorgen ervoor dat de darmbevolking optimaal kan floreren. Voorkom het eten van te veel ultrabewerkt voedsel. Hier zijn vaak suikers, verzadigde vetten en zout aan toegevoegd. Door o.a. verhitting zijn ook nog eens belangrijke voedingsstoffen en levende bacteriën (bijna) verdwenen.

Wil je hier meer over te weten komen, dan kun je in ons artikel over de gut-brain axis meer lezen over dit fascinerende onderwerp.

Wat kun jij doen?

Je geeft je hond niet alleen te eten om de honger te stillen en om hem te laten groeien. Voedsel doet veel meer dan dat. Wil je een gelukkige hond, die lekker in zijn vel zit? Denk dan goed na over wát je hem precies te eten geeft.

Kies voor eiwitrijk voer (hoog vleesgehalte), dit heeft een positief effect op dopamine en serotonine.
Geef je hond een gevarieerd dieet, zodat hij een diversiteit aan voedingsstoffen binnen krijgt.
Maak het microbioom blij! Voer wat niet bewerkt is, bevat nog levende micro-organismen en dat is weer nuttig om het microbioom te voorzien van nieuwe gezonde bewoners.