Waar ben jij bang voor?
De tandarts? Spinnen? Liften?
Dan weet je vast wel hoe vervelend die halfjaarlijkse controle is, of hoe je in paniek kunt raken van die dikke spin die snel langs je doorrent, en welke stress je ervaart als je in een gezelschap bent dat in de lift wil stappen terwijl jij dat niet wilt.
Die halfjaarlijkse controle, die is vervelend maar gaat weet voorbij. Die dikke spin die voorbij rent, die wordt uiteindelijk al mopperend door je partner buitengezet, en je kunt de trap nemen in plaats van lift. Allemaal hinderlijk voor jou en/of je omgeving maar er is vanalles op te verzinnen om er onderuit te komen of om een alternatief te verzinnen.
Maar hoe zit dat nou als je bang bent voor honden?
Een onderkend maatschappelijk probleem
Wat is dít nou voor een artikel, ik hoor het je denken. Een artikel over hondenangst op een pagina voor hondenliefhebbers? Dat moet een vergissing zijn. Nee, dat is het niet, want het is voor de mensen die kynofobie hebben heel belangrijk dat jij begrijpt hoe ze zich voelen als ze geconfronteerd worden met hun grootste angst en jouw grootste liefde. Angst voor honden is een groot maatschappelijk probleem dat nog steeds heel weinig aandacht krijgt, of in ieder geval niet de aandacht krijgt die het verdient.
‘Stel je niet zo aan’, ‘Het is maar een klein hondje’ en het welbekende ‘maar hij doet niks hoor’ is dagelijkse kost voor mensen die bang zijn voor honden en hun angst proberen uit te leggen aan een ander. Mensen, en zeker hondenliefhebbers, begrijpen het probleem niet zo goed en denken dat mensen overdrijven of zich aanstellen.
Kynofobie
Ik heb sinds een aantal jaren een eigen praktijk waar ik als therapeut werkzaam ben. Het grootste deel van mijn werk bestaat uit het bieden van hulp aan jongeren met allerlei uiteenlopende problemen, in samenwerking met mijn hondse collega’s Juul en Cash. De meeste jongeren die naar mijn praktijk komen, komen juist omdat ze graag samen met mij en mijn hond(en) willen werken aan de verschillende hulpvragen die er liggen.
In de loop der jaren hebben echter ook andere jongeren hun weg naar mijn praktijk gevonden. Het gaat hier om jongeren die (extreem) bang zijn voor honden. Deze jongeren zijn enorm beperkt in hun dagelijks functioneren. Niet bij vriendjes of vriendinnetjes durven spelen, niet van het schoolplein af durven lopen, niet zomaar onbevangen buiten spelen….het zijn maar enkele voorbeelden.
De hele dag piekeren of ze honden tegenkomen, niet zomaar zorgeloos ergens ‘ja’ op durven zeggen. Ouders die eerst navragen of er honden aanwezig zijn alvorens ze hun kind naar een feestje kunnen laten gaan, grootouders wiens kleinkinderen niet meer durven komen logeren nu opa en oma een hondje hebben gekocht. Geen spontane wandelingen in het bos, niet zomaar even langs wippen bij vrienden…
Ik overdrijf niet.
Wat is angst nou eigenlijk?
Angsten maken deel uit van onze biologische erfenis. Het is een emotie die je helpt te reageren op gevaar. Het zorgt ervoor dat je gevaar vermijdt. Angst is dus eigenlijk een hele gezonde emotie en helpt je om in leven te blijven. Toen onze voorouders nog moesten jagen om te overleven, en niet een kant en klaar maaltijd bij de supermarkt konden kopen, was het verstandig om niet in je eentje te jagen op dieren die veel groter en sterker dan jou waren. Je zou het immers niet winnen en de kans dat je zou sterven was erg groot. Ook wist je dat je beter niet de zee of een meer in kon gaan als je niet kon zwemmen, net als dat je voorzichtig moest zijn rondom vuur omdat dit een potentieel gevaar voor je leven kon zijn.
Angst is dus functioneel en de wereld zou pas écht een enge plaats zijn als mensen en dieren geen angst meer zouden voelen. Het is dus ook helemaal niet verkeerd om een bepaalde voorzichtigheid te hebben rondom honden, maar soms neemt het buitenproportionele vormen aan. En dan wordt het een probleem.
Het is niet altijd even duidelijk waarom iemand bang is voor honden. Soms is er een duidelijk aanwijsbare reden, zoals een bijtincident, maar heel vaak is dit laatste niet de reden waarom mensen bang voor honden zijn. Uit jarenlange ervaring kan ik zeggen dat het meestal gaat om het verkeerd inschatten van lichaamstaal en communicatie van zowel hond als mens. Een hond die blaft, die zal vast ook bijten. Een hond die tegen je op wil springen, die zal je willen aanvallen. Dit soort automatische gedachten liggen ten grondslag aan de angsten die mensen voelen rondom honden.
Ongeveer 8% van de Nederlanders krijgt in zijn of haar leven te maken met een specifieke fobie, en vrouwen kampen hier vaker mee dan mannen (bron: www.wijzijnmind.nl). Een specifieke fobie betekend dat je angst hebt voor een specifiek voorwerp of specifieke situatie, en angst voor honden wordt kynofobie genoemd. Om van een specifieke fobie te kunnen spreken moeten je angstklachten ten minste zes maanden aanhouden en je beperken in je dagelijks functioneren. Ook kan je angst niet verklaard worden door de aanwezigheid van een andere psychische stoornis.
We weten dat een niet behandelde specifieke fobie kan uitgroeien tot een gegeneraliseerde angststoornis, met als gevolg dat je je voortdurend angstig voelt over alledaagse dingen. Het is dus belangrijk om de juiste hulp te bieden, en jij als hondeneigenaar speelt daarin een grote rol.
De regie terugkrijgen
De jongeren die zich binnen mijn praktijk melden willen weer graag de regie over hun leven terug. De grootste wens van een van de meiden die momenteel naar mij toe komt? ‘Ik wil zo graag logeren bij mijn beste vriendin’. Momenteel durft ze dat niet, want haar beste vriendin heeft een hond.
De wens van een jongen die bij mij komt? ‘Ik wil met mijn vrienden kunnen spelen in het bos, nu gaat dat niet want ik ben altijd bang dat ik een loslopende hond tegenkom’.
Het zijn simpele wensen, en hoe mooi zou het zijn als die in vervulling kunnen gaan?
Rugzakken vullen
Afhankelijk van de zwaarte van hun angsten, gaan we een kort- of langdurig traject met elkaar aan waarin we op allerlei manieren de rugzakken van deze jongeren gaan vullen. We leren ze om hun angsten te (h)erkennen en onderzoeken samen welke automatische gedachten deze jongeren hebben (bijvoorbeeld alle honden bijten). Ook leren we ze invloed uit te oefenen op hun automatische gedachten en middels mindfulness oefeningen leren we ze meer ontspannen te blijven in lastige situaties, maar bovenal leren we ze de communicatievormen van honden te herkennen en deze op juiste waarde in te schatten.
Ook gaan we aan de slag met exposure, en maken gebruik van een geweldig team aan mensen die ons hierbij helpen, samen met hun hond. We boeken op die manier goede successen en hebben al veel jongeren geholpen. En daarnaast ben ik als docent betrokken bij www.stichting-aat.nl waar we zowel hulpverleners als kynologisch instructeurs opleiden die ook mensen met kynofobie willen helpen.
En toch is het niet genoeg, we hebben ook jou, de hondeneigenaar, nodig!
Jouw hulp is nodig!
Denk even terug aan die spin, of een andere angst die je zelf voelt. Helpt het voldoende als ik tegen je zeg dat die spin niets doet? Voel je je veilig genoeg als ik zeg dat ik de spin gewoon vasthoud zodat hij niet bij je kan? Heb je er vertrouwen in dat de spin niet uit mijn handen zal ontsnappen? Waarschijnlijk niet, en blijf je me met argusogen volgen want je wil weten waar die spin is.
En als je bang bent voor liften, helpt het dan als ik zeg dat het echt maar een enkele keer gebeurt dat een lift naar beneden stort? Is dat genoeg geruststelling voor je? Ik denk het niet. Toch?
Nu stel je voor dat iemand met kynofobie je wil passeren en jij hebt je hond loslopen. Zou het voor die persoon voldoende geruststelling zijn als jij zegt dat je hond niets doet? Zou het voldoende zijn als jij de hond naast je roept of zou het prettiger en veiliger voelen als je de hond ook even vastklikt?
Het is een kleine moeite, maar je wil niet weten hoe vaak ik de jongeren in mijn praktijk hoor vertellen dat er niet wordt ingegaan op de vraag om de hond even terug te roepen.
‘Dan moet je maar niet in het bos lopen!’, kreeg laatst een jongere te horen die aan een hondeneigenaar vroeg om de hond vast te pakken. Diezelfde hond rende naar de jongere in kwestie toe en wilde tegen hem opspringen. De hond bedoelde het uiteraard niet verkeerd, maar de jongere in kwestie was doodsbang.
Hondenetiquette versus mensenetiquette
Er is veel aandacht voor hondenetiquette, zo is er ook een eerder artikel bij Doggo te vinden, zie Hondenetiquette: voor meer begrip en minder ergernissen.
Er staan veel goede tips in het artikel, die ook gelden voor het ontmoeten van mensen met kynofobie. Niemand heeft met grote rode letters op zijn T-shirt staan dat hij bang is voor honden en het zou ook niet nodig moeten zijn om dit elke keer luidkeels te moeten mededelen aan passerende hondeneigenaren.
Zie je iemand die je wil passeren, roep dan je hond bij je en maak hem vast. Het is een kleine moeite maar helpt de ander enorm.
De ander hoeft je dat niet expliciet te vragen, jij als hondeneigenaar hebt de verantwoording voor jouw hond.
In de meeste bossen zijn honden welkom, mits aangelijnd, tenzij expliciet staat vermeld dat de honden er los mogen lopen. Op de plekken waar de hond los mag lopen, mag dat alleen als hij onder appèl staat. Jij als baas moet ten alle tijden je hond kunnen terugroepen. (Bron: www.staatsbosbeheer.nl)
Er zijn natuurlijk ook losloopgebieden waar je hond lekker van de lijn mag.
Het is dus geen verworven recht dat je hond in het bos losloopt. Het bos is voor iedereen om van te genieten. Ook voor mensen met kynofobie.
Uiteraard gelden deze regels niet alleen in het bos of het park, maar ook gewoon in de wijk. Houdt je hond aan de lijn, roep hem bij je als hij losloopt en maak hem even vast. Heb begrip voor het feit dat niet iedereen even gek op Fikkie is als dat jij dat bent…
Je helpt er heel wat mensen mee.
Credits
Dit artikel is geschreven door Judith Eberson, werkzaam als therapeut bij www.dedameshond.nl en als docent bij www.stichting-aat.nl.
Fotografie: Sandra Ferwerda van www.chicasclick.com.