Theory of mind bij honden, bestaat het?

Theory of mind - geeuwenWeet jouw hond wat jij denkt en ervaart?

Om te begrijpen of honden een theory of mind hebben moeten we eerst en vooral bepalen wat “theory of mind” of ToM precies is. Iedereen lijkt hier een lichtjes andere definitie te hanteren maar het draait allemaal om hetzelfde concept.

Theory of mind is het vermogen om na te denken over de gedachten van anderen. Het is het vermogen om een mentale staat toe te kennen aan anderen met het besef dat zij, net zoals jij, een mentale staat hebben met hun eigen kennis, ervaringen, emoties en perspectieven.

Theory of mind is een complex cognitief proces en omdat er zoveel factoren mee verbonden zijn, is het ook moeilijk om een eenduidige definitie te geven. In zijn review van onderzoek naar ToM in niet-menselijke primaten beschrijft Heyes 6 categorieën van onderzoek die gelinkt zijn met ToM. Namelijk:

  • imitatie
  • zelf-herkenning
  • sociale relaties
  • aannemen van een rol
  • perspectiefname
  • misleiding

Tot op heden, na meer dan 100 jaar onderzoek, is er geen duidelijk bewijs voor ToM in niet-menselijke primaten. Dat geeft je al een idee van de elementen die hierbij betrokken zijn.

Waarom zou er dan sprake zijn van ToM bij honden? Wel, in de laatste 10 jaar is er meer onderzoek gedaan naar hondencognitie dan in de 100 jaar daarvoor en hier zijn enorm boeiende resultaten uitgekomen. We nemen even een wandeling door de verbazingwekkende talenten van onze trouwe viervoeter. Zet je schrap, hou je vast, het wordt een wilde rit…

Ontmoet Chaser

Chaser boek coverChaser is een border collie die intussen meer dan 1000 woorden kent en kan onderscheiden van elkaar. Dat gaat over knuffels, frisbees, ballen en diverse plastic objecten. Er is zelfs een boek geschreven over Chaser. Chaser vertoont volgens de eigenaar nochtans geen buitengewone mogelijkheden in het dagelijkse leven. Volgens hem is Chaser een doodgewone hond.

Wat hier zo fascinerend is, is hoe Chaser deze woorden leert. Net zoals jonge kinderen leidt zij de betekenis van een woord af door eliminatie. Ze weet dat een nieuw woord bij een nieuw speeltje hoort want de andere speeltjes hebben al een naam dus haar baasje zal wel het nieuwe speeltje bedoelen. Ongelofelijk toch? Niet onder de indruk? Dan gaan we een stap verder.

Om zeker te zijn dat de eigenaar geen subtiele signalen geeft als aanwijzing wordt één keer per maand een blinde test afgelegd. Daarbij gaat Dr. John W. Pilley in een kamer zitten, zegt de naam van een voorwerp en laat Chaser dit gaan halen in een andere kamer. Chaser brengt elke keer het juiste voorwerp terug mee. Chaser presteert na 1000 woorden nog altijd even goed en het lijkt er niet op dat ze snel gaat stoppen met nieuwe woorden leren.

Alsof dit nog niet genoeg was, is er nog iets uitzonderlijk aan Chaser. Als er aan Chaser wordt gevraagd om ‘een frisbee’ of ‘een bal’ te halen, dan kan zij dit differentiëren. Chaser heeft dus automatisch woorden ingedeeld in categorieën en subcategorieën. Dat is vergelijkbaar met hoe kinderen woorden leren. Daarbij kan Chaser op basis van bijvoorbeeld een foto, ook het juiste speeltje gaan halen. Ook als het speeltje groter of kleiner staat afgebeeld. Dat wilt zeggen dat Chaser niet alleen het woord heeft geleerd op een heel fysieke, onmiddellijke manier maar ook op een symbolische manier. Bij vergelijkbare experimenten bij apen die bij hun moeder zijn opgegroeid, konden ze dit vermogen niet of zeer beperkt aantonen.

Chaser is trouwens niet alleen. Er zijn nog border collies gekend die ondertussen al meer dan 200 woorden hebben geleerd. Zij leren dit op dezelfde manier als Chaser, door eliminatie. Ik vermoed dat dit geen uniek kenmerk is voor border collies. Tot nu toe zijn echter alleen nog maar border collies getest en kunnen we dit niet met zekerheid zeggen. Als je jouw geliefde ras dus wilt laten opnemen in deze lijst, dan weet je wat jou te doen staat 😉

Communicatieve intentie

Ondertussen is het goed gekend dat honden de kijkrichting en/of de wijsrichting van mensen volgen. Dit toont dat honden hebben geleerd dat het interessant is om de aandacht te vestigen op iets waar een mens naar kijkt of wijst.

Nu gaan we een stap verder. Kunnen honden onze communicatieve intenties ook begrijpen?

Dat lijkt onwaarschijnlijk. Waarom? Wel, er werd lange tijd gedacht dat het begrijpen van communicatieve intentie, hetgeen was dat mensen zo uniek maakt. Want dit ligt aan de basis van al onze verdere ontwikkeling. We weten dat kleine kinderen op 9 tot 14 maanden leeftijd beginnen met interesse te tonen voor dingen waar mensen naar wijzen, dingen die mensen aanraken etc. Daarop volgt spraak en een hele resem van andere sociale cognitieve ontwikkeling. Het idee dat een hond of zelfs een chimpansee dit kon, was in het verleden onvoorstelbaar.

Om te testen of dit uniek was voor kinderen werd er dus een test gedaan bij kapucijnapen en chimpansees. Er waren twee kommetjes waaronder eten werd verstopt achter een scherm. Dan ging het scherm omlaag en wees de persoon naar het correcte kommetje. De kapucijnaapjes bakten er niets van en de chimpansees al evenmin. Pas na honderden herhalingen hadden ze het door. Als de manier van aanwijzing dan werd veranderd door er bijvoorbeeld niet naar te wijzen maar een blokje op te leggen, dan was het weer hopeloos willekeurig onder welk kommetje ze keken.

De wetenschapper Brian Hare dacht echter in 1995, net zoals de meeste onder jullie nu zullen denken, “maar mijn hond doet dat toch gewoon?”.
Dus begon een reeks experimenten. Eerst met zijn eigen hond in de garage van zijn ouders. Twee kommetjes, een hond en een mens. Hij deed alsof hij onder elk kommetje iets legde maar legde uiteraard onder maar 1 kommetje het eten. Hij ging in het midden staan en duidde de correcte kom aan. Keer op keer ging Oreo, zijn hond, naar het juiste kommetje. Er kwamen een hoop vragen naar boven en er werd in het experiment gecontroleerd voor ze allemaal:

  • Zo hebben ze achterhaald dat honden in die sociale context niet afgaan op de geur van het voedsel
  • Het is niet de beweging van het lichaam die hun naar het juiste kommetje lokt want als er in de andere richting wordt bewogen en in de juiste richting wordt gewezen, zal de hond nog steeds het juiste kommetje kiezen
  • Het is niet het kommetje dat het dichtst bij de vinger is waar ze op afgaan, ook als er een kommetje achter de hond wordt geplaatst en er wordt daarnaar gewezen, had Oreo het juist
  • Zelfs als de hond niets mocht zien van het verstoppen en enkel en alleen op het wijzen af moest gaan, zonder beweging, koos hij voor de juiste kom

Wijsrichting

Oreo had echter al vaak gespeeld en getraind met Brian dus moest dit ook getest worden bij een onervaren hond. Daisy, de hond van zijn broertje werd dan maar gerekruteerd. Daisy had weinig trainingservaring en had nog nooit geapporteerd. Zij presteerde al bijna even goed als Oreo.

Daarna hebben ze honden uit een lokale dagopvang getest. Brian was een totale vreemde voor deze honden maar ondanks dit gegeven presteerde zij even goed als Oreo en Daisy.
Ondertussen hebben vele onderzoeken dit experiment herhaald en ze hebben dezelfde resultaten behaald.

Als laatste werd er getest hoe honden omgaan met het blokje als aanwijzing, in plaats van iets wat de persoon doet. Dit is waar chimpansees volledig in de mist gingen. Honden hadden hier geen problemen mee.

Nu kan je zeggen “ja maar die honden hebben al duizenden uren ervaring met mensen en hebben dit geleerd”. Helemaal juist! Goed zo! Voor we eureka kraaien moeten we grondig te werk gaan. Er werden pups getest. We zijn erachter gekomen dat pups vanaf zo jong als 6 weken, menselijke gebaren kunnen herkennen en het heeft geen invloed of een hond binnenshuis of buitenshuis wordt gehouden, veel wordt getraind of minder aandacht krijgt. Dit is iets dat honden van nature uit kunnen.

Dit is overigens iets dat wolven niet doen! Wolven presteren ongeveer even goed als chimpansees in deze test. Ergens in de loop van de domesticatie van de hond is het dus evolutionair nuttig geworden om de communicatieve intentie van mensen te begrijpen.

WOW! Wat?? Fantastisch!

In een studie die nog maar net in juli 2017 is gepubliceerd, onderzochten wetenschappers honden die vrij loslopen in India. Hun bevinding was dat de pups een grote neiging tonen om te reageren op wijsgebaren en mensen minder mijden. Dit is echter iets dat verdwijnt in de latere ontwikkelingsstadia. De juveniele honden waren veel vaker fout dan juist in de experimenten en volwassen honden kozen onafhankelijk van het wijsgebaar. Volwassen honden konden hun gedrag wel aanpassen als de persoon betrouwbaar bleek. Als zij dus toevallig de kom kozen waar ook naar werd gewezen en daar de beloning vonden, dan was het de volgende keer meer waarschijnlijk dat ze de kom waarnaar werd gewezen kozen.
Volgens mij toont dit aan dat zij het vermogen behouden maar dat zij hebben geleerd dat het gedrag niet relevant is voor hun situatie.

Thomas
Univé samenwerking met VETTS

Perspectief van een ander

Ik heb een Jack Russel gekend die volledig verzot was op tennisballen. Als hij wilde spelen dan kwam hij de bal voor mij leggen. Als ik niet keek dan kwam hij de bal nog wat meer verleggen. Als ik mij omdraaide dan nam hij de bal en legde deze binnen mijn gezichtsveld. Dit klinkt voor velen van jullie waarschijnlijk bekend.

Gezichtsveld

Honden zijn zich zeer bewust van ons gezichtsveld. Honden zullen bijvoorbeeld ook makkelijker bedelen bij iemand die hen kan zien, dan bij iemand die een zonnebril aanheeft of zijn ogen op een andere manier bedekt, of iemand die weggedraaid staat. Blindegeleidehonden zullen makkelijker likken met hun tong als ze moeten aangeven waar eten staat.

Er is nog een andere situatie waarin dit pijnlijk duidelijk wordt. Stel je voor, je hebt een aantal mensen op bezoek. Er staan snacks op de salontafel maar je hond weet goed dat hij er niet aan mag komen. Jullie keuvelen wat, eten wat en de hond blijft flink overal vanaf. Hij is zelfs ergens gaan neerliggen, weg van de drukte. Dan verplaats je het feestje naar de eettafel voor het hoofdgerecht. Wat zal je hond nu doen? Sommige honden kiezen dit moment om het eten te stelen en dat doen ze muisstil! Honden voeren namelijk “verboden gedrag” uit als wij niet kijken. Ze leren dus dat het verbod gekoppeld is aan onze aandacht. Als ze het toch doen als wij niet aan het kijken zijn, dan is er geen nadelig gevolg. Dit zouden ze niet kunnen doen als ze zich niet bewust waren van ons gezichtsveld.

Ze doen dit trouwens ook niet alleen maar bij mensen. Ze zullen een spelboog pas laten zien als de hond waarvoor hij bedoeld is, kijkt. Indien dat niet het geval is, kiezen ze makkelijker voor tactiele stimuli zoals duwen met het pootje.

Gezichtsveld perspectief

Om te weten of honden zich ook kunnen verplaatsen in ons gezichtspunt, werd er een experiment gedaan. Een hond die kan apporteren heeft twee schermen voor zich. Eentje is doorzichtig en de andere niet. Daarachter staat een persoon. Voor elk scherm, aan de hond zijn kant, ligt een tennisbal. (Zie afbeelding.) De persoon roept ‘apport’. Ongeacht welke bal de hond kiest, zal hij beloont worden. De hond kiest vaker voor de bal die de persoon ook kan zien. Als de persoon aan dezelfde kant staat als de hond, dan kiest de hond willekeurig. De hond houdt dus rekening met het feit dat de persoon alleen maar de bal kan zien die achter het doorzichtige scherm ligt. Zijn honden niet geweldig?

Om dit gedrag nog verder te bekijken, hebben twee onderzoekers in 2014 gekeken of een hond rekening houdt met wat hij denkt dat jij weet. Stel je voor dat je tips krijgt over gewichtsverlies van iemand die 40 kg overgewicht heeft. Hoeveel waarde geef je aan deze informatie? En wat als je hetzelfde advies krijgt van een gespierde persoon in topvorm? Misschien geloof je daar meer van?

Om te testen of honden rekening houden met de betrouwbaarheid van informatie, hebben Michelle Maginnity en Randolph Grace een reeks experimenten gedaan.

Eerst werden honden getraind om betrouwbaar de juiste container te kiezen als er naar werd gewezen. Er was een laag scherm dat het zicht naar de containers blokkeerde voor de honden.
Tijdens het eerste experiment waren er twee onderzoekers. Eentje verliet de kamer terwijl de andere zich bukte en bezig was met de containers. Intussen verstopte die een beloning in een van de containers. Daarna kwam de tweede onderzoeker terug binnen, het scherm werd neergelaten en beide wezen naar een andere container.
Aangezien één van de onderzoekers niet aanwezig was bij het manipuleren van de containers, zou je verwachten dat deze onderzoeker niet weet waar de beloning precies ligt: één onderzoeker is de “knower” en de andere is de “guesser”. Wat blijkt nu? Honden zijn zich hiervan bewust. De honden die werden getest, kozen voor de container waar de “knower” naar wees. Ook als de onderzoekers van plaats wisselden.

Om een stapje verder te gaan bleven de onderzoekers beide in de kamer. Een man kwam de containers manipuleren en de beloning verstoppen. Ondertussen hield één onderzoeker de handen voor de ogen en de andere hield de handen op het hoofd maar zonder de ogen te bedekken.
Opnieuw had de hond hier door dat degene die de ogen bedekte, geen idee kon hebben waar de beloning verstopt was en dus koos hij de container waar de andere onderzoeker naar wees.

Als laatste experiment gingen ze voor nog iets subtieler. Opnieuw verstopte een man de beloning, één onderzoeker keek aandachtig naar de containers terwijl dit gebeurde, terwijl de andere onderzoeker naar het plafond keek.
Ook hier koos de hond significant meer voor de container waar de “knower” naar wees.

Niet alleen laten deze experimenten zien dat honden het visuele perspectief van een ander kunnen innemen, maar ze beoordelen ook of die persoon de juiste informatie bevat of niet. Psychologen en sommige onderzoekers van hondengedrag vinden deze resultaten zeer belangrijk omdat het zou duiden op een theory of mind. Zoals in het begin gezegd, ToM is het vermogen om na te denken over gedachten van een andere. Het is het besef dat een ander individu zijn eigen gedachten, kennis, perspectief en emoties heeft. Dit is echter maar een onderdeeltje van de vele vaardigheden die vereist zijn om van ToM te spreken. We kijken dus verder naar de wonderen van het hondenbrein.

Een besmettelijke geeuw en empathie

Het is een welgekend fenomeen bij mensen. Als iemand geeuwt dan ben jij meer geneigd om ook te geeuwen. Zelfs terwijl je dit leest ga je misschien al gegeeuwd hebben of naar mate je meer en meer het woord geeuwen of misschien zelfs gapen leest, ga je moeten geeuwen. Het is iets dat bij mensen gelinkt is aan empathie.

In een elegante studie die in 2013 werd gepubliceerd, hebben wetenschappers besmettelijk geeuwen bij honden kunnen aantonen. Dit kwam vaker voor bij het geeuwen van een persoon die ze kenden, dan bij een persoon die ze niet kenden. Ze moesten ook veel vaker geeuwen dan wanneer een persoon gewoon de mond open deed (als controle). Er werd ook gecontroleerd voor vals positieve geeuwen ten gevolge van stress door de hartslag te monitoren.

Deze studie geeft volgens de auteurs meer ondersteuning aan de notie van rudimentaire empathie bij honden. Empathie is dan voor velen ook weer gelinkt aan ToM. Want als je je niet kan verplaatsen in de geest van een ander, dan kan je ook niet empatisch zijn, toch?

Imitatie

Imiteren van gedrag wordt beschouwd als een zeer speciaal talent omdat het een hoop complexe cognitieve processen gebruikt. We wisten al langer dat honden sociaal leren maar dit is nog een stapje verder.

Om te kunnen imiteren zijn er 4 grote cognitieve variabelen:

  1. Motivatie
  2. Aandacht
  3. Geheugen
  4. Replicatie

Honden kunnen al deze dingen. We leren voortdurend meer en meer over hun mogelijkheden en beperkingen. Zo weten we dat wij de meeste honden heel goed kunnen motiveren. We hebben de aandacht van de hond en de hond is zich bewust van ons gezichtveld, waar we naar wijzen, wat we zien, etc.
Het geheugen van een hond blijkt ook behoorlijk goed te zijn. Honden kunnen menselijke acties zelfs over langere periodes onthouden.
Honden kunnen menselijke acties observeren en imiteren. Het is echter een functionele imitatie. Ze bereiken hetzelfde doel als de menselijke actie die ze hebben geobserveerd met een gelijkaardige actie die diersoortspecifiek is. Als een mens bijvoorbeeld een voorwerp oppakt met zijn hand, zal de hond dit met zijn mond doen.

Imitatie

Op basis van onderzoek dat is gedaan rond imitatie, sociaal leren en andere cognitieve talenten die honden bezitten, is een nieuw trainingsprotocol ontwikkeld. Het heet “Do as i do” en is onder andere ontwikkeld door Claudia Fugazza. Hierbij leren honden een actie te imiteren.
Uit onderzoek blijkt dat deze techniek zeer krachtig is bij object-gerelateerde taken zoals het verplaatsen van een voorwerp van A naar B, het opentrekken van een lade, op een stoeletje gaan staan, etc.

Toen ik voor het eerst leerde over deze techniek was ik volledig omvergeblazen. Je kan een hond het concept van imitatie aanleren. WOW! Hoe onvoorstelbaar is dat? Honden over de hele wereld hebben intussen bewezen dat honden wel degelijk gedrag functioneel kunnen imiteren.

Het lezen van emoties

Honden lezen de emotie van het gezicht van mensen. We weten dit omdat honden een duidelijke ‘left-gaze-bias” hebben. Daarmee wordt bedoeld dat honden naar links kijken, dus naar de rechterhelft van het gezicht van de persoon voor hen. Dit is iets dat gekend is bij mensen. Wij kijken onbewust naar de rechterhelft van een gezicht als we emotie proberen af te lezen. Dit komt omdat emotie meer waarheidsgetrouw wordt weergegeven op de rechterhelft van het gezicht. Zij doen dit niet bij andere honden of andere diersoorten, enkel bij mensen.

Emoties lezen

Nu we weten dat honden emoties aflezen is de volgende stap het gebruiken van deze informatie. Het is waarschijnlijk evolutionair zeer interessant voor honden om te weten hoe wij ons voelen zodat ze bijvoorbeeld uit de buurt kunnen blijven als we kwaad zijn. Er is vroeger terecht geopperd dat honden dit ook gewoon kunnen leren. Als jij een bepaalde expressie laat zien, dan kan hij beter uit de buurt blijven.

Er is echter intussen aangetoond dat honden wel degelijk auditieve en visuele emotionele signalen van mensen en honden kunnen integreren in een coherente perceptie van emotie. In mensentaal wil dit zeggen dat honden verschillende signalen kunnen koppelen aan dezelfde emotie. Het is dus zeer waarschijnlijk dat honden, op zijn minst, de mentale prototypes bezitten om emoties te categoriseren en de emotionele inhoud van deze expressies kunnen herkennen. Dit is bewijs dat honden niet hebben geleerd om hun gedrag aan te passen aan bepaalde emoties maar de emoties tot op zekere hoogte begrijpen.

Misleiding

Vroeger had ik een prachtige Golden Retiever, Luna. Luna had een favoriete ligplaats in huis. Een mand met een zacht kussentje erin. De andere twee honden waren uiteraard op de hoogte van dit klein paradijsje en namen regelmatig Luna haar plaats in. Luna had hier echter iets briljants op gevonden. Ze ging naar de schuifdeur die uitkeek op de tuin. Daar begon ze ineens hevig te blaffen. Niemand van ons zag iets. De twee andere honden schoten recht en vlogen naar het raam. Ze begonnen ook hevig te blaffen en hielden niet op. Ze keken naar mijn vader en terug naar de tuin en terug naar mijn vader tot mijn vader de deur opendeed. Ze vlogen de trappen af naar de tuin terwijl ze hevig aan het blaffen waren. Tenminste, de twee andere honden deden dat… Luna draaide zich rustig om als de deur openging en verplaatste zich triomfantelijk naar haar favoriete plaatsje. Dit gebeurde regelmatig en telkens lieten de andere honden zich vangen. Na een tijdje kwam er ook een variatie hierop. Als Luna uitdaagde om te spelen met een trektouw dan eindigde dat meestal met de twee honden die in een trekspelletje verwikkeld waren terwijl Luna zich weer kon terugtrekken naar haar zachte rustplaats.

Luna misleidtOver de jaren heb ik dit verhaal verschillende keren verteld en regelmatig hoorde ik vergelijkbare verhalen van mensen en hun honden.

Zeer recent onderzoek (maart 2017) door Heberlein bevestigt dat honden kunnen misleiden. Ze heeft een experiment opgezet waarin de hond een persoon moest leiden naar 1 van 3 plastic containers. In de containers zat niets, gewoon eten en heel lekker eten. 1 persoon gaf altijd de inhoud van de container aan de hond. De andere persoon hield de inhoud altijd voor zichzelf. Op beide testdagen leiden de honden de meewerkende persoon vaker naar het heel lekkere eten. Dit effect was sterker op de tweede dag. Op de tweede dag leiden de honden de egoïstische persoon ook vaker naar een lege doos of een doos met gewoon eten.

Er is dus aangetoond dat honden mensen tactisch kunnen misleiden. Er moet uiteraard nog veel meer onderzoek gedaan worden naar dit fenomeen en zijn grenzen. Ik vind bijvoorbeeld de cijfers van dit onderzoek, hoewel significant, niet erg overtuigend. Ik ben er echter van overtuigd dat honden tot op zekere hoogte kunnen misleiden.

Conclusie

We weten ondertussen dat honden:

  • kunnen misleiden
  • imiteren
  • communicatieve intenties begrijpen
  • het perspectief van een ander kunnen innemen
  • besmettelijk geeuwen
  • hun gedrag aanpassen op basis van de emotie die ze aflezen

En ten minste sommige honden kunnen woorden leren op een vergelijkbare manier als jonge kinderen.

Dan komt nu de hamvraag. Hebben honden een Theory of Mind? Het antwoord kan teleurstellend zijn. Wij weten simpelweg nog niet genoeg over de cognitieve vaardigheden van honden en onze onderzoeksmethodes zijn nog te ruw om hier een sluitend antwoord op te kunnen geven. Wij kunnen enkel zoeken naar uiterlijke kenmerken van gedachteprocessen maar hebben geen manier om te meten wat er wordt gedacht. Bij kinderen zijn de testen van linguïstische aard en het blijft moeilijk om ToM aan te tonen bij dieren die geen taal gebruiken.

Onderzoekers stellen zich ook vragen bij de “perspective-taking task”-experimenten. Het argument is dat de leerervaringen voor het experiment, een grote invloed kunnen hebben op de resultaten. Vele honden die getest zijn, leven namelijk al een tijd samen met mensen en hebben dus ook al leerervaringen gehad in vergelijkbare situaties. In dat experiment is er geen manier om te onderscheiden wat beïnvloed is door eerdere leerervaringen en wat niet. Presteren ze dan zo goed omdat ze het weten of omdat ze het hebben geleerd?

Er is ook wat kritiek omdat honden op sommige ToM-testen slagen en op sommige niet. Dit is niet alleen informatief over de honden zelf maar ook over het experimenteel ontwerp en de gebruikte methodologie. Horowitz stelt het concept van een rudimentaire theory of mind voor om de prestaties van honden te verklaren. Zij stelt ook dat we ons beter richten op het samenstellen van een volledige inventaris van cognitieve vermogens in verschillende diersoorten, zodat we het gedrag tussen diersoorten rechtstreeks kunnen vergelijken.

Miklosi gaat nog een stap verder. In een artikel dat werd gepubliceerd in 2012 in the Japanese Journal of Animal Psychology zegt hij het volgende: “Perhaps it is time to acknowledge that the term “Theory of Mind” has outgrown its usefulness in comparative cognition studies”.

“Misschien wordt het tijd om in te zien dat de term ToM zijn nut heeft verloren in vergelijkende cognitieve studies.”

“Maar de conclusie van een artikel dat “Theory of mind bij honden” heet kan toch niet zijn dat we de term beter niet gebruiken?”
Dat was ik aan het denken toen ik een artikel vond uit 2010 waar de ontwikkeling van ToM bij kinderen beschreven wordt. Er is blijkbaar een discussie waar sommige onderzoekers beweren dat baby’s zich al bewust zijn van de gedachten en behoeften van anderen, terwijl anderen beweren dat dit zich pas ontwikkelt als ze kleuter zijn. Deze discussie werd opgelost door naar ToM te kijken als een ontwikkelend iets. Er is een vroeg ontwikkeld intuïtief bewustzijn dat later reflectief en meer expliciet wordt. Dit is bij mensen ook gekoppeld aan de ontwikkeling van het taalvermogen. Ik ben ervan overtuigd dat honden in de eerste fase zitten en dat sluit min of meer aan bij het idee van een rudimentaire theory of mind.

In de komende decennia zullen we nog veel meer te weten komen over onze trouwe viervoeter maar één ding is zeker, de connectie tussen hond en mens is niets minder dan puur en magisch!

Referenties

  • Albuquerque, N., Guo, K., Wilkinson, A., Savalli, C., Otta, E., & Mills, D. (2016). Dogs recognize dog and human emotions. Biology letters, 12(1), 20150883.
  • Astington, J. W., & Edward, M. J. (2010). The development of theory of mind in early childhood. Social Cognition in Infancy, 5, 16.
  • Bensky, M. K., Gosling, S. D., & Sinn, D. L. (2013). The world from a dog’s point of view: a review and synthesis of dog cognition research. Adv Study Behav, 45, 209-406.
  • Bhattacharjee, D., Dev, N., Gupta, S., Sau, S., Sarkar, R., Biswas, A., … & Bhadra, A. (2017). Free-ranging dogs show age related plasticity in their ability to follow human pointing. PloS one, 12(7), e0180643.
  • Fugazza, C., (2014). Do As I Do: Using social learning to train dogs. Washington, Dogwise Publishing.
  • Hare, B. en Woods, V., (2013). De wijsheid van honden: Over intelligentie en gedrag van ons meest geliefde huisdier. Amsterdam, Anthos uitgevers.
  • Hare, B., (2016). Dog Emotion and Cognition. Nota’s bij een cursus door Duke University, aangeboden via Coursera.
  • Heberlein, M. T., Manser, M. B., & Turner, D. C. (2017). Deceptive-like behaviour in dogs (Canis familiaris). Animal cognition, 20(3), 511-520.
  • Heyes, C. M. (1998). Theory of mind in nonhuman primates. Behavioral and Brain Sciences, 21(1), 101-114.
  • Horowitz, A. (2011). Theory of mind in dogs? Examining method and concept. Learning & behavior, 39(4), 314-317.
  • Huber, A., Barber, A. L., Faragó, T., Müller, C. A., & Huber, L. (2017). Investigating emotional contagion in dogs (Canis familiaris) to emotional sounds of humans and conspecifics. Animal Cognition, 1-13.
  • Maginnity, M. E., & Grace, R. C. (2014). Visual perspective taking by dogs (Canis familiaris) in a Guesser–Knower task: evidence for a canine theory of mind?. Animal cognition, 17(6), 1375-1392.
  • MIKLÓSI, Á., & SZABÓ, D. (2012). Modelling behavioural evolution and cognition in canines: Some problematic issues. Japanese Journal of Animal Psychology, 62(1), 69-89.
  • Premack, D., & Woodruff, G. (1978). Does the chimpanzee have a theory of mind?. Behavioral and brain sciences, 1(4), 515-526.
  • Roberts, W. A., & Macpherson, K. (2011). Theory of mind in dogs: is the perspective-taking task a good test?. Learning & behavior, 39(4), 303-305.
  • Romero, T., Konno, A., & Hasegawa, T. (2013). Familiarity bias and physiological responses in contagious yawning by dogs support link to empathy. PloS one, 8(8), e71365.
  • Topál, J., Byrne, R. W., Miklósi, A., & Csányi, V. (2006). Reproducing human actions and action sequences:“Do as I Do!” in a dog. Animal cognition, 9(4), 355-367.
  • Udell, M. A., Dorey, N. R., & Wynne, C. D. (2011). Can your dog read your mind? Understanding the causes of canine perspective taking. Learning & Behavior, 39(4), 289-302.
Univé samenwerking met VETTS
Univé samenwerking met VETTS

Sedrick VangronsveldCredits

Dit artikel is geschreven door Sedrick Vangronsveld, blogger, gediplomeerd hondengedragstherapeut bij Kwispeltherapie en stichtend lid van VZW Vereniging voor Diergedragstherapeuten.

Reacties

Zie je hieronder geen reacties? Lees hier dan hoe je reacties eenvoudig kunt activeren.

Doggo.nl

Doggo maakt gebruik van cookies voor het analyseren van onze bezoekers, social media en het tonen van advertenties. meer informatie

The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.

Close