Waarom bandages?
Als ze jou buiten zien lopen met een hond met een lichaamsbandage of t-shirt vinden veel mensen dat niet ‘gewoon’ en heb je veel bekijks of wordt je gevraagd of je hond ziek is of het koud heeft. Al bestaat het gebruik ervan al ruim 30 jaar, toch weten maar weinig mensen wat deze hulpmiddelen echt kunnen doen voor gedrag, gezondheid en sport. Tijd voor een stuk uitleg.
Welke honden hebben baat bij bandages?
Denk bijvoorbeeld aan:
- Honden die ondersteuning van het bewegingsapparaat kunnen gebruiken, bij ouderdom, gewrichtsproblemen, sport of na operatie of letsel
- en bijvoorbeeld honden die niet goed om kunnen gaan met omgevingsprikkels.
Foto: een ‘halve bandage’.
Diverse doeleinden
De verklaring van de werking van deze hulpmiddelen ligt in het verhogen van het lichaamsbewustzijn. Dit geeft nieuwe mogelijkheden voor gedrag, gezondheid én sport. Bij probleemgedrag is een hond veelal erg prikkelgevoelig doordat het zenuwstelsel van slag is. Door het lijf meer bewust te voelen, stimuleren we het zenuwstelsel om gedoseerd te kalmeren. Een hond leert daardoor om beter bij zichzelf te blijven en minder te reageren op omgevingsprikkels. Een gevolg daarvan is een betere concentratie en ook communicatie naar de omgeving toe. Met meer lichaamsbewustzijn kun je dus allerlei vormen van probleemgedrag ondersteunen, uiteenlopend van onzeker gedrag tot neurotisch gedrag.
Naast gedrag zetten we een bandage ook graag in ter ondersteuning van het bewegingsapparaat bij ouderdom, gewrichtsproblemen, sport of na operatie of letsel, uiteraard alleen in overleg met een medisch specialist. Een bandage zorgt voor een betere lichamelijke balans en voorkomt overcompensatie op onderdelen van het bewegingsapparaat. Ook gebruiken we het voor jonge honden ter ondersteuning van het gangwerk voor het showen of praktisch gezien bij grote honden die erg snel groeien.
Kalmering van het zenuwstelsel
Het dragen van een bandage geeft het lichaam nieuwe gevoels- en bewegingsinformatie. Dit noemen we ook wel proprioceptieve waarneming. Proprioceptie of positiezin is het vermogen van een organisme om de positie van het eigen lichaam en lichaamsdelen waar te nemen. Dit speelt een belangrijke rol in de opbouw van het lichaamsbesef en de ontwikkeling van de motoriek.
De signalen voor de proprioceptie komen uit verschillende soorten sensoren die overal in het bewegingsapparaat voorkomen. Ze liggen o.a. in de spieren, de pezen en de gewrichtskapsels. De signalen van al deze sensoren worden voor een deel meteen verwerkt in het ruggenmerg en afgestemd met de spieren. Het andere deel legt een wat langere afstand af naar hersenen, waarin de bewegingen ook worden vastgelegd en ‘geprogrammeerd’. De druk van de bandage en de signalen die door beweging worden afgegeven zijn langzaam adaptief, wat wil zeggen dat ze hun pulsen nog lang blijven afvuren naar de hersenen nadat de druk en beweging. Hierdoor blijft een hond zich bewust van zijn lichaam. Dit is ook nodig om zich bewust te blijven van de bandage.
Verschillende uitvoeringen
Lichaamsbandages ofwel ‘wraps’ zijn een hulpmiddel uit de Tellington TTouch methode van de Amerikaanse Linda Tellington-Jones. Ze kunnen, al naar gelang het doel, op verschillende manieren worden aangelegd.
De meest gebruikte variant is de ‘halve bandage’ (zie foto boven). Deze ‘past’ goed bij de meeste lichaamsmodellen en wordt door de meeste honden snel als prettig ervaren. Is deze teveel voor de hond, dan gebruiken we ook wel een bandage om alleen de nek. Voor een enkele hond werkt het goed om meer doelgericht de bandage aan te leggen, bijvoorbeeld op het hoofd (voor meer rust) of op de poten (voor meer gebruiken symmetrisch gebruiken van de poten).
Naast de elastische lichaamsbandages, gebruiken we ook wel elastische t-shirts of het Thundershirt (afbeelding). Deze varianten bedekken het lichaam meer en geven meer druk, wat ook als teveel kan worden ervaren door de hond.
Do’s en don’ts
Niet te strak
Deze hulpmiddelen zijn niet geheel onschuldig. Als het te ‘hard’ binnenkomt op het zenuwstelsel, of je doet het lang en/of te strak aan, kan het een overbelasting van informatie aan het lichaam geven, wat kan leiden tot het afvloeien van spanning. Die spanning kan eventueel afgevloeid worden door schudden, gapen, in de lijn happen, aan handen sabbelen en dergelijke. Maar… het kan ook zijn door heel druk en explosief gedrag, waardoor de hond het kan afreageren met agressie op de omgeving. Het kan ook voorkomen dat een hond de lichaamsbandage helemaal niet kan verdragen, doordat het zenuwstelsel overbelast is. Dit komt voor bij stress of een lichamelijk aandoening.
Neem de tijd
Bij het aanleggen van het hulpmiddel zorg je er allereerst voor dat de hond even kan ruiken en kennismaken. Als de eerste reactie is dat de hond ermee wil gaan spelen of erin bijt, dan kun je er vanuit gaan dat hij dit ook gaat doen als hij hem aan heeft. Dan is het hulpmiddel nog teveel en kun je beter meer lichaamsbewustzijn opbouwen met TTouches of massage. Als de hond het allemaal oké vindt en je hebt het hulpmiddel aangedaan, let er dan goed op dat het niet te strak zit. Je moet één hand tussen de stof en de vacht kunnen doen. De stof moet net aansluiten op de vacht, maar mag niet los hangen.
Let goed op een eerste reactie. Soms kan de druk zo sterk binnenkomen, dat een hond even kan bevriezen, niet meer wil lopen, een kromme rug gaan vertonen, de poten heel wijd of nauw neer gaat zetten. Dat is een teken dat het iets te veel is. Doe de bandage dan rustig af. Je kunt het wel gaan inzetten, alleen moet je het dan anders gaan opbouwen. Je start dan met de bandage leuk maken terwijl de hond hem nog niet aan heeft, bijvoorbeeld door de hond met de bandage te strijken terwijl je een zoekspelletje doet. Dit ga je langzaam uitbouwen totdat de bandage op het lijf kan liggen. Daarna ga je pas de bandage aanleggen. Houd de bandage dan kort aan en associeer het wederom met iets leuks doen samen. Het werk ook goed om meteen met de hond een klein stukje te gaan wandelen, dan is de hond afgeleid door andere prikkels. Tevens gebruikt hij dan zijn lichaam goed en kan hij er aan wennen.
Goed opbouwen
Gebruik de lichaamsbandage in een eerste sessie een paar minuten en bouw dit verder uit in de volgende sessies. Het effect kan al tijdens het dragen van het hulpmiddel worden waargenomen, maar kan ook na het afdoen, of zelfs na een paar dagen pas zichtbaar zijn. Misschien denk je bij de eerste sessies dat ‘het ding’ niet werkt, dat kan. Gebruik het dan minimaal in 10 korte maar opbouwende sessies (2 à 3 sessies per dag). Kijk of je kleine verschillen kunt waarnemen in gedrag of bewegingspatroon. Wat we veel zien bij gedrag is dat honden al snel veel rustiger meelopen, minder op omgevingsprikkels reageren en zich beter kunnen concentreren op contact. Bij lichamelijke ondersteuning zien we vaak dat de hond zijn spieren en gewrichten beter gebruikt en daardoor meer lichamelijke balans en een soepeler gangwerk vertoont.
Foto: Linda Tellington Jones met pup Lola.
Belangrijk om op te letten
Regelmatige herhaling is belangrijk
Als je de bandage een halve of hele dag zou aandoen, verliest het zijn oorspronkelijk bedoelde effect, immers we willen dat het zenuwstelsel opmerkzaam wordt op de gevoels- en bewegingsinformatie. Dit geldt zowel voor ondersteuning van lichaam als gedrag. Zorg ervoor dat je het hulpmiddel opbouwt en dan maximaal een half uur aanlaat. Een uitzondering geldt voor honden die angst voor geluiden of vuurwerk hebben, dan kun je het ook een paar uur inzetten. Deze honden zijn vaak ‘overbelast’. Door de lichaamsbandage geeft rust in het lichaam en stopt als het ware de onrustige bewegingen, die de hond eigenlijk niet wil inzetten maar door de onrust wel moet. De hond kan gemakkelijker op eigen kracht zijn rust vinden.
Laat nooit de hond alleen met de bandage aan
Een belangrijke regel is dat je de hond NOOIT alleen laat met de bandage of het shirt aan. Er is een risico aanwezig dat de hond ergens achter kan blijven hangen en zich lelijk kan verwonden. Daarnaast kan een hond alsnog door een trigger ‘in de emotie schieten’ met de bandage aan. Als je er niet bij bent, kan de hond de bandage dan ook juist als iets negatiefs gaan ervaren.
Let bij het afdoen op het geluid van de klitteband
Als een hond geluidsgevoelig is, kan hij heel erg schikken van het geluid van de klitteband. Zorg voor het aandoen ervoor dat je de klittebandsluiting een paar keer los en vast maakt en kijk goed naar de reactie van de hond.
Bij extreem gedrag is een bandage alleen niet voldoende
Een hond met extreem gedrag (angst, blaffen, neurotisch gedrag) kan door de bandage heen gaan, zodat het op dat moment geen effect heeft. Hij zit dan in een emotie en is helemaal niet meer bereikbaar. Als jouw hond extreem gedrag vertoont, is het beter om eerst met een opgeleide TTouch® practitioner of kynologisch masseur samen aan de slag te gaan, om eerst te werken aan meer lichaamsbewustzijn met behulp van aanrakingen én in samenwerking met een gedragsdeskundige.
Neem geen risico’s
Een bandage is nooit een vervanging voor het advies van een medisch specialist of gedragsdeskundige. Bij bijvoorbeeld rugproblemen kan een bandage juist averechts werken. Zo ook bij bepaalde gedragsproblemen. Het is dus zeker niet voor elke hond geschikt!
Eerst zelf voelen!
Wil je dit je hond ‘aandoen’, dan MOET je het eerst zelf ervaren. We leggen bij ons ook een halve bandage aan (afbeelding). Pak het midden van de bandage en leg dat achter in de nek. Leg beide uiteinden onder de oksels door. Kruis de uiteinden over de rug en maak op de buik vast. Bevestig altijd de sluiting naast de ruggengraat!
Wil je meer weten over bandages en t-shirts of wil je het zelf uitproberen? Volg dan de workshop ‘Samen in balans met TTouch’ of kom naar de informatieavond bij Kynomassage.
Credits
Dit artikel is geschreven door Judith Hofmann, Kynologisch Massagetherapeut bij Kynomassage