Apporteren uit of over het water
Waterwerk met honden is er in vele facetten, ook voor de apporterende hond. Maar voordat je een hond kunt laten apporteren uit het water, of nog mooier, iets over water laat apporteren, komt er heel wat bij kijken. In dit artikel lees je de voorbereiding van het waterwerk voor een apporterende hond.
We zien het vaak zo onderweg tijdens de wandeling, even een balletje of een stok op gooien en de hond springt het water in om het op te halen. Het lijkt allemaal zo gemakkelijk, dat doet die hond zomaar even.
Maar wist je dat:
- Het voor honden lang niet zo vanzelfsprekend is, en dat er heel wat drempels genomen moeten worden?
- Een hond moet leren ontdekken dat hij kan zwemmen?
- Sommige kantjes bij het water niet altijd gemakkelijk te nemen zijn?
- Het hogeschoolwerk voor je hond is om de dummy eerst bij jou te brengen voordat hij zich uitschudt?
- Sommige honden met een bommetje het water in kunnen springen, maar dat dat gevaarlijk kan zijn?
- Sommige honden graag achter de eenden aan willen gaan?
- Een stok in het water gooien levensgevaarlijk kan zijn?
- Een balletje in het water gooien vaak een spelletje wordt?
- Honden heel hyperactief kunnen worden van waterspelletjes?
Jouw hond een dummy laten apporteren uit het water, is reuzeleuk! Je bent dan echt aan het samenwerken met je hond en niets is leuker dan dat, jullie zijn immers samen een team!
Wanneer je het leuk vindt om met jouw hond samen te werken en je hem dummy’s over en uit het water wilt laten halen om deze vervolgens bij jou brengen, is het handig als je hond een aantal vaardigheden beheerst. Een aantal ervan lees je hieronder.
Foto: Abby, een enthousiaste waterwerker.
Je hond kan apporteren
Het apporteren uit het water vraagt wat meer dan een apport op het land. Voordat je begint met een apport uit het water is het belangrijk dat jouw hond het apporteren op het land goed beheerst en leuk vindt. En dan bedoelen we het apporteren van een dummy, waarbij de hond echt met jou samenwerkt, dus de dummy rechtstreeks ophaalt nadat jij een opdracht hebt gegeven en hem ook meteen bij jou terugbrengt. Zie over apporteren op het land onder andere dit artikel.
Voor mij is niet alleen belangrijk dat je hond het apporteren op het land goed beheerst. Even zo belangrijk vind ik dat je hond er plezier aan beleeft en jouw opdrachten zonder druk uitvoert. Wanneer het je lukt om vanuit een ontspannen houding met je hond samen te werken en jullie er samen plezier aan beleven zul je zien dat jullie als team samen veel kunnen bereiken.
Je hond kan zwemmen
We zien honden vaak met gemak zwemmen in het water, maar wist je dat er honden zijn die eerst moeten ontdekken dat ze van nature kunnen zwemmen? Er zijn rasechte waterhonden die daar vaak geen probleem mee hebben, maar vergis je niet, het DNA in het ras zegt nog niet alles. Het voert hier te ver om volledig het aanleren van het zwemmen uit te leggen, maar we lichten even een tipje van de sluier op.
Soms zie je dat een hond aan een lange lijn meegenomen wordt om samen met de baas het water in te lopen. Wil de hond niet mee, dan wordt hij, al of niet met rustige begeleiding, meegetrokken, want hij moet even ervaren dat hij best kan zwemmen. Ook wordt soms de hond aan de lange lijn over water getrokken want dan gaat hij vanzelf wel zwemmen. Beide wijzen van handelen raad ik ten sterkste af. Hier wordt je hond echt niet vrolijk van.
Inderdaad is het zo dat een hond kan zwemmen maar dat vaak zelf niet weet. Om je hond op een rustige manier te laten ervaren dat hij kan zwemmen hier een paar tips.
- Als je je hond wil gaan leren zwemmen, kies dan een lekkere zonnige, warme dag uit. Dit moedigt je hond aan om te water te gaan. Kou is dan geen stoorzender.
- Kies een water uit waar je hond makkelijk in kan lopen en dat geleidelijk dieper wordt. Zorg ervoor dat je hond er niet hoeft in te springen of plotseling van het ene op het andere moment in het diepe terechtkomt en dus niet meer kan staan.
- Een tweede enthousiast zwemmende hond als voorbeeld kan helpen. Jouw hond zal zijn metgezel graag willen nadoen en misschien zorgt jaloezie voor de nodige extra motivatie.
- Onderstaande tips helpen je wellicht bij het allereerste begin:
- Til je hond op, loop zelf het water in en houd je hond vast totdat je op een waterdiepte komt waarvan je verwacht dat je hond daar niet met zijn poten op de grond komt. Zolang je in het water loopt ben je gezellig met je hond aan het kletsen.
- Laat je hond rustig in het water zakken, maar houd je armen onder zijn buik. Je draagt je hond dan dus op je armen.
- Zodra je armen onder water zijn, wieg je even rustig heen en weer.
- Blijft je hond rustig, dan probeer je voorzichtig je armen iets te laten zakken. Zodat je hond even van je loskomt.
- Observeer je hond goed en geef meteen weer het vertrouwen van jouw armen, zodra je merkt dat je gespannen wordt of wild om zich heen gaat trappen.
- Wordt je hond onrustig, blijf dan heel rustig wiegen en loop eventueel terug naar de kant. Een volgende keer rustig opnieuw proberen.
- Merk je dat je hond direct door heeft dat hij inderdaad kan zwemmen, begeleid hem rustig naar de kant, door zelf mee te zwemmen.
Illustratie door Mariska Hoffland.
Wil je een hond die met plezier zwemt en een apport uit het water haalt? Zorg er dan voor dat het water een feest wordt en neem daar alle tijd voor. Een hond die te water gaan spannend vindt, heeft meer tijd en geduld nodig. Of zelfs speciale aandacht als de hond weigert. Blijf weg van dwang, of steeds je hond erin gooien of aan een touw overtrekken, totdat hij gaat zwemmen. Je doel moet zijn om je hond uit eigen vrije wil zelf aan het zwemmen te krijgen, omdat hij het leuk vindt. Dwang maakt het voor de hond vaak alleen maar erger in plaats van beter. Nu investeren in de tijd geeft jullie beiden jarenlang plezier!
Lopen of springen in het water?
Sommige honden zien we heel enthousiast het water in springen, anderen gaan er lopend in totdat zij geen grond meer voelen en gaan dan zwemmen. Het springen in het water is een mooi gezicht en vaak gaat er dan ook gejuich op. Echter realiseer je dat je vaak niet weet wat er onder water ligt. Er hoeft niets te zijn, maar er kan zomaar een tak rechtop in de bodem staan, of een vervelend rotsblok onder water liggen. Springt je hond daarop dan is het leed soms niet te overzien.
Je kunt je hond ook aanleren om het water in te lopen óf het water in te springen. Wanneer je daar afzonderlijke opdrachten van maakt, kun je je hond alsnog lekker in het water later springen, daar waar jij weet dat het veilig is.
Foto’s: Brenda Kroesbergen.
Je hond gaat niet achter eenden aan
Het is uiteraard superfijn wanneer je hond niet achter eenden aangaat. Maar weet dat in elke hond een jachtinstinct zit, van oorsprong is een hond immers een jager. De ene hond heeft dat wat meer dan de andere. Maar we zien het helaas vaak genoeg. Gaat jouw hond achter eenden aan is dat niet 1-2-3 af te leren. Sowieso kun je een hond niet iets afleren maar buig je het om door iets anders aan te leren.
Een goed voorbeeld daarvan is deze van Toby de teckel. Toby is als herplaatser in huis gekomen, had nog nooit een halsband om gehad en was bang voor elk levend wezen. Hij was toen tweeëneenhalf jaar. Na een jaar groeide het vertrouwen tussen hem en mij en kwam ik tot de ontdekking dat het echt een werkhond was. Langzamerhand liet ik hem via trainingen wennen aan andere honden. Onze band werd heel sterk, ook als Toby buiten los liep hadden we altijd contact met elkaar. Ik wist waar hij was en hij waar ik was. Behalve wanneer we langs het water liepen waar eenden waren, dan was hij razendsnel het water in en achter de eenden aan. Ik wist niet eens dat hij zo goed kon zwemmen. Achter eenden aan gaan behoorde uiteraard niet tot mijn plan, dus moest ik iets bedenken om dit om te buigen. We zijn een lange weg gegaan en de beloning kwam toen mijn vriendin, na een logeerpartij van Toby, tegen mij zei: ‘Je zegt dat hij zo goed kan zwemmen maar hij gaat het water niet eens in’. Ik vroeg: ‘Heb je hem opdracht gegeven?’ ‘Hoe bedoel je dat?’ ‘Precies dat, hij gaat alleen het water in als ik hem een opdracht geef’. Hierdoor ging hij niet meer achter de eenden aan.
Het ombuigen van het gedrag heb ik als volgt gedaan:
- Zodra we langs een water liepen, ook al waren er geen eenden, nam ik Toby aan de lange lijn, die ik eerst wat kort hield.
- Wanneer Toby maar even richting het water liep, draaide ik mij om en zei ‘andere kant’. We maakten er een spelletje van, met een vrolijke stem daagde ik Toby uit huppelend met mij mee te gaan.
- Wanneer Toby mij dan direct volgde beloonde ik hem met stem of een lekkernij. Afhankelijk van de wijze van reageren vond ik het een stem of voer-beloning waard.
- Na een paar keer deze oefening gedaan te hebben gaf ik hem de beloning dat hij het water in mocht door de lijn eraf te halen en te zeggen ‘toe maar, je mag het water in’.
- Heel, heel langzaamaan, maakte ik langs het water lopend de lijn steeds een stukje langer.
- Steeds bleef ik herhalen ‘andere kant’ zodra Toby even dreigde richting het water te gaan. Uiteraard beloonde ik hem vervolgens wanneer hij direct met mij meekwam.
- Uiteindelijk liet ik hem los, zonder lijn, met mij meelopen en ook dan bleef ik vrolijk de opdracht herhalen de andere kant op te gaan. Uiteraard beloonde ik steeds tussendoor en was de eindbeloning dat hij wel het water in mocht. Dat laatste ging ik ook variëren, dan eens een dag wel en dan weer niet het water in, zodat het niet voorspelbaar werd wat ik zou gaan ondernemen.
Foto’s: Toby de teckel, waterapport.
Op deze wijze een gedrag ombuigen vraagt veel, heel veel geduld en tijdsinvestering. Maar wat is de beloning dan groot wanneer Toby tijdens een workshop ‘De jachthond als huishond’, een demonstratie geeft. Uiteraard hadden we inmiddels de nodige jachttraining gevolgd. Toby, rustig naast mij zittend, met zijn gezicht naar het water, keek mij vragend aan ‘wat mag ik?’ en bleef keurig wachten op zijn opdracht. Aan de andere kant van het water was koud wild (een eend) neergelegd. Toen Toby de opdracht kreeg ‘vooruit’, ging hij rustig te water, zwom naar de overkant, pakte daar de eend op, en kwam rustig zwemmend terug. Klom de kant op en bracht de koude eend keurig bij mij. Uiteraard kwam daarna applaus van de toeschouwers en een geweldige beloning.
De weg van jagen op eenden tot pas het water in gaan na toestemming van mij heeft zeker een jaar geduurd. Die investering van dat jaar heeft onze baas-hond-relatie sterk verbeterd en wij werden steeds meer een team dat met elkaar samenwerkte. Dat heeft Toby en mij daarna 11 jaar plezier opgeleverd. Die investering is het dus dubbel en dwars waard geweest.
Foto: Waterapport Dívka.
Een enthousiaste hond
Sommige honden kunnen door waterspelletjes hyperactief worden. Zo ook mijn hond Dívka. Zij wordt heerlijk onstuimig zodra we een wateroefening doen. Ik kan haar mooi steady houden bij de start en ze haalt keurig vlot een dummy in of uit het water. Maar eenmaal uit het water is het een stuiterbal die heel wat rondjes rent voordat zij het apport bij mij komt brengen. Een van de trainers kwam met een briljante oplossing.
Wanneer we bij de start staan, laat ik Dívka eerst een bakje met vlees ruiken, ik haal zelfs het dekseltje eraf, en zeg tegen haar ‘o, lekker, dit wordt jouw beloning’. Daarna geef ik de opdracht ‘wacht’ en zet ik het bakje een stuk achter ons op de grond. Wanneer Dívka uit het water komt, weet zij niet hoe snel ze bij mij moet komen om de dummy rechtstreeks aan mij af te geven. Daarna mag zij uiteraard naar het bakje.
Inmiddels staat het bakje niet meer op de grond, maar nadat ik het dekseltje eraf heb gehaald, en Dívka even heeft kunnen ruiken, gaat het dekseltje er weer op en ik stop het achter in mijn dummyzak. Ook dan zeg ik tegen haar ‘o, lekker, dit wordt jouw beloning’.
We maken er dus steeds een feestje van.
Foto: Dívka alert bij een waterapport.
Stokken gooien is geen apporteren. We zien het vaak tijdens de wandeling, her en der worden stokken in het water gegooid. Dit heeft al eens tot levensbedreigende situaties geleid. Immers als de stok in het water ergens op stuitert en recht of schuin ergens in vast komt te zitten, kan het zomaar zijn dat je hond de stok in zijn bek of keel krijgt met alle gevolgen van dien. Dit geldt ook overigens met stokken op het land gooien, ik ben daar erg voorzichtig mee.
Het apporteren zelf
Je hond kan apporteren op het land en zwemmen, gaat niet achter de eenden aan, dan wordt het leuk om ook te apporteren uit het water of aan de overkant van het water wat op te halen.
Het lijkt allemaal zo simpel. Een veel gehoord gezegde als mensen naar een jachttraining komen: ‘mijn hond apporteert ballen en stokken’ dus dat kan hij wel. Ik word dan altijd een beetje huiverig, immers al snel blijkt dat de meeste honden er hun eigen spelletje van maken en er van apporteren weinig te zien is. Achter een balletje aan rennen en het dan voor de baas uitspugen met daarbij stilzwijgend de opdracht van de hond aan de baas: ‘gooi de bal nog een keer’ is geen apport. Of de hond haalt de bal en gaat er lekker op liggen kluiven en jij gaat met veel soebatten of ruilen met lekkere snoepjes proberen de bal terug te krijgen. Zo zijn er nog genoeg voorbeelden op te noemen waarbij de hond ongemerkt de opdracht aan de baas geeft in plaats van andersom.
Wanneer we de hond echt willen leren apporteren uit het water, dan houdt dat in (evenals bij het apporteren op het land), dat de hond rustig naast je kan zitten totdat jij de opdracht ‘apport’ geeft, rechtstreeks naar het apport gaat, het apport ophaalt, rechtstreeks naar jou terug zwemt en het apport aan jou afgeeft. En, heel belangrijk, dat alles met plezier doet!
Foto Dívka filmpje [ondertiteling] Waterapport Dívka met Olga Wagenmaker [einde ondertiteling]
Meer weten over jachttraining?
Heb je interesse om mee te doen aan jachtproeven/wedstrijden, worden ook de onderdelen steadyness (rustig naast je zitten) en de timing van uitschudden (nadat het apport is afgegeven) belangrijk.
Hoe het apporteren zelf, en alles wat erbij komt kijken, aan te leren is kun je terugvinden in mijn boek ‘Jachttraining, zo kan het ook’. Hierin vertel ik hoe je, zonder druk uit te oefenen op je hond en zonder te hoeven jagen, leuke opdrachten kunt aanleren waarbij plezier met en respect voor elkaar voorop staan.
Leer alles aan met een vrolijke enthousiaste stem.
Lukt het even niet? Je hond houdt je wellicht een spiegel voor!
Credits
Dit artikel is geschreven door Rosemarijn Gelauff, eigenaresse van jachthondenschool Honden op het Spoor en schrijfster van het boek Jachttraining, zo kan het ook.