Onmisbaar bij veel hondensporten
Backchaining is een methode om complexe gedragingen of ketens van meerdere gedragingen aan te leren. Bij obedience kun je backchaining gebruiken voor het aanleren van oefeningen zoals apporteren of vak sturen. Bij agility kun je backchaining toepassen bij het aanleren van paaltjes, raakvlakken of wissels. Bij dogdance maakt backchaining het opbouwen van een routine makkelijker voor zowel baas als hond!
Wat is backchaining?
Backchaining is een methode waarbij je een aantal gedragingen achter elkaar gaat verbinden, zodat deze vloeiend in elkaar overlopen. Je begint met de laatste gedraging in de ketting en voegt steeds een gedraging eraan toe. Zo wordt het voorspelbaar, en je leerling zal vloeiend en met steeds meer zelfvertrouwen de gedragsketting laten zien! Backchaining is onmisbaar in veel hondensporten, maar het kan ook in de opvoeding een geweldige methode zijn.
Waarom is backchaining een goede methode?
Doordat je in kleine stapjes werkt, wordt het leerproces duidelijker. De leerling, in dit geval je hond, werkt altijd naar iets wat hij al goed kent. Je voorkomt te grote stappen te nemen, en daarmee voorkom je ook fouten. De motivatie en het enthousiasme nemen toe, terwijl stress en frustratie afnemen. Het gedrag wordt steeds vloeiender uitgevoerd. Met backchaining kun je ook gemakkelijk de beloningen tussendoor (zoals voertjes, spel of stem) afbouwen.
Nadelen van backchaining
Enig nadeel kan zijn dat je hond gaat anticiperen. Hij gaat dus supersnel het hele gedragsketen achter elkaar afraffelen omdat hij weet wat er komt. Maar ligt dit aan de methode? Nee. In dit geval moet je in de spiegel kijken. Stel dat je hond bijvoorbeeld apporteren heeft geleerd met backchaining, en nu laat hij het blok te vroeg los. Dan zit het gedrag “los” even niet helemaal goed op cue, en moet je dat onderdeel los van de keten gaan oefenen voordat je het weer “terug in de keten” gaat plakken.
Hoe begin je met backchaining?
Je begint met het backchainen van een reeks gedragingen door het los aanleren van alle gedragingen die bij de ketting horen. Een gedragsketting is net zo sterk als de zwakste oefening daarin! Stel je wilt je hond door middel van backchainen de oefening “vooruit” aanleren, waarbij je hond aan de voet zit, vervolgens vooruit wordt gestuurd om een pion heen, en dan weer aan de voet gaat zitten. Je begint dan door eerst de losse onderdelen (aan de voet zitten, om een pion heen draaien en positie “voet” aannemen) aan te leren.
Tips voor Backchaining
- Gebruik een waardevolle eindbeloning
- Gebruik in je gedragsketting alleen gedragingen die de hond al vloeiend op cue beheerst
- Geef je cue voor de volgende gedrag op moment dat je normaal gesproken zou markeren (en daarna uiteraard belonen)
- Begin met korte kettingen van 2-3 gedragingen
- Start altijd met de laatste gedraging
- Schrijf in het begin het trainingsplan voor jezelf op, bijvoorbeeld 3 x voet, 3 x voor-voet, 3 x wacht-voor-voet, 3 x vooruit op-wacht-voor-voet.
Oefening opbouwen met backchaining
Om door te gaan met de oefening “vooruit” uit het voorbeeld:
- Laat je hond van korte afstand de positie “voet” aannemen. Beloon, en herhaal dit een aantal keer.
- Plaats een pion vlak voor je.
- Stuur je hond om de pion, gevolgd door “voet”. Beloon in de positie “voet”. Herhaal dit een aantal keer.
- Neem een stapje meer afstand van het pion. Stuur je hond opnieuw om, beloon weer in de positie “voet”.
- Vraag eerst om de oefening “voet”, stuur dan de hond om het pion, en beloon weer in de positie “voet”.
- Vergroot de afstand stap voor stap door elke keer een stapje verder weg te stappen van het pion
Wanneer beloon je met backchaining?
Met een chain beloon je altijd aan het einde van de chain. Wanneer je een chain uitvoert waarbij de hond tussentijdse cues krijgt, werkt de cue als een marker voor het voorgaande gedrag. Dus, waar je bij een losse gedraging zou markeren en belonen, geef je in een chain op dat moment de volgende cue. Pas aan het einde van de chain geef je dan de beloning (bal, spel, voer, sociale of functionele beloning)
Voorbeeld van apporteren aanleren met backchaining
Apport is een aaneenshakeling van de volgende gedragingen:
- Blijven zitten terwijl het apport wordt gegooid
- Op cue vertrekken in een rechte lijn naar het apport
- Bij het apport snel omdraaien rihting geleider
- Apport zonder twijfelen oppakken
- Apport vasthouden
- Met apport in bek in rechte lijn naar geleider lopen
- Voor geleider gaan zitten met apport in de bek
- Op cue apport loslaten
Je kan dus starten met leren loslaten, dan voor je zitten en loslaten, dan het blok vastpakken, voor je gaan zitten en loslaten, enzovoort.
Voorbeeld van een chain met backchaining
Een chain is een reeks waar aantal gedragingen elkaar opvolgt. In dit voorbeeld zijn de oefeningen los bekend voor de hond, maar de dogdance chain is onbekend. De hond heeft dus deze gedragingen niet uitgevoerd in deze volgorde. Deze chain zal er zo uit zien:
- Twist
- Zit/poot
- Rond om object (boom)
- Tussen / draai om as
We starten dus met “tussen”, en daar voor plakken we dan de draai. Daarvoor het rond om een object draaien, en daarvoor de poot, enzovoort totdat we de volledige sequence vloeiend kunnen.
Wat als een deel van de chain mis gaat?
Stel je bent bezig met aanleren van het hier boven beschreven sequence dogdance. En bij de “om” gaat het mis. Dan is dat de zwakste schakel in je ketting, en die maak je dus eerst sterker.
Dat wil zeggen; flink oefenen op alleen het “om”. Daarna kan je een aantal keren twist/om gaan oefenen, en ook om/tussen.
En wanneer je “om” weer helemaal in orde is, ga je weer backchainen vanaf de allerlaatste oefening!
Wat als je hond gaat anticiperen?
Als je hond gaat anticiperen, ga je aan het werk met stimulus control, dus het uitvoeren van het gedrag alleen wanneer jij er een cue voor geeft.
Een vuistregel met gedrag op cue (op commando) zetten is dan ook dat eenmaal je aan het gedrag een woord / gebaar aan het geplakt, je alleen een bekrachtiger geeft voor het gedrag wanneer het op cue is uitgevoerd.
Dit is een probleem die veel mensen ervaren met oefening “poot geven”. Ze zeggen dan dat hun hond te pas en te onpas met een poot gaat zwaaien en krabben. Dan is dat gedrag dus niet goed aangeleerd, het is niet goed onder controle. Wanneer “poot geven” goed is aangeleerd, geeft de hond alleen een poot op de cue die daar voor is aangeleerd.
Credits
Dit artikel is geschreven door Minna. Sommige van jullie kennen Kynologisch instructeur Minna al, anderen nog niet. In het kort: Minna geeft online hondentraining en coaching bij Van Maanen LOCA, van online puppy training en opvoedingscursus tot hondentraining en coaching over (reactief) gedrag.
Ze is daarnaast o.a. KPA Dog trainer professional, reddings- en speurhondengeleider, gecertificeerd als kynologische instructeur en heeft diverse certificaten bij DogVision, heeft diverse werkhonden-seminars gevolgd van o.a. Bottaro / Hormila en heeft ruim 20 jaar ervaring met werkhonden.