Een angstfase, wat is dat eigenlijk?
Onze pups maken een ontwikkeling door tijdens het opgroeien van pup naar volwassen hond. In deze ontwikkeling kun je verschillende fasen onderscheiden. Fasen waarin jouw hond in meer of mindere mate openstaat om nieuwe dingen te ontdekken. In deze verschillende fasen komen ook angstfases voor. Tijdens deze fasen is je hond minder onbevangen, eerder ongerust, meer op zijn hoede en gevoeliger voor het oplopen van een trauma dan tijdens andere fasen. Dit betekent dat wij onze honden tijdens deze perioden goed moeten ondersteunen en begeleiden. In deze fases is het belangrijk dat wij als hondeneigenaren onze pups helpen zich veilig en comfortabel te blijven voelen in hun omgeving en leefwereld.
Wanneer treden deze angstfasen op?
De ontwikkeling van elke pup loopt op de eigen, voor die pup specifieke manier. Wanneer een fase precies optreedt is geen exacte wetenschap, en niet voor elke pup precies op hetzelfde moment. Maar gemiddeld gezien treden deze fasen bij pups ongeveer rond dezelfde leeftijd op.
- De eerste, en langste angstfase, begint op een leeftijd van ongeveer 12 weken, en duurt totdat je pup ongeveer 6 maanden oud is.
- De volgende drie fasen zijn korter. Deze duren gemiddeld een week of twee, en treden op rond de leeftijd van 9 maanden, 14 maanden en 18 maanden. Let op: dit zijn gemiddelden en de exacte periode is erg verschillend per ras en per individu.
Afbeelding: de verschillende angstfasen in rood aangegeven.
Het optreden van deze fases valt vaak gelijk met veranderingen binnen het lichaam van je hond. Wanneer de puberteit aanbreekt, treden allerlei hormonale veranderingen op in het lichaam van je pup.
Gemiddeld genomen begint de puberteit rond de leeftijd van 9 maanden. Dit is echt een gemiddelde, en kan erg verschillen, bijvoorbeeld per ras en rasgrootte (bij kleinere rassen kan de puberteit al beginnen rond de leeftijd van 6 maanden, bij grote rassen kan dit veel later zijn, bijvoorbeeld pas rond de 12 maanden). De schommelingen in hormonen die bij deze ontwikkeling horen, kunnen samenvallen met het optreden van de drie kortere angstfasen. Hormonale schommelingen kunnen deze angstfasen in meer of mindere mate veroorzaken. Je puberhond is emotioneel nog niet stabiel en het doormaken van deze angstfasen is een onderdeel van het proces om op te groeien tot een volwassen hond.
Hoe kun je je hond op een goede manier begeleiden tijdens deze periodes?
Bied jouw pup steun en veiligheid.
Tijdens de angstfasen heeft jouw hond, nog meer dan anders, behoefte aan jouw steun en begeleiding. Wanneer jouw hond ergens van schrikt, is het niet nodig hem te gaan betuttelen. Maar hem te laten weten dat hij bij jou terecht kan en hem geruststellen zal hem helpen sneller over de schrik heen te komen. Je hond negeren in dit soort situaties is ondertussen echt een achterhaald advies en werkt in de meeste gevallen juist averechts. Je hond laten merken dat jij ervoor hem bent en hem steunt, versterkt jullie band en maakt jouw hond uiteindelijk meer weerbaar.
Oefen onder het spanningsniveau van je pup
Wat altijd belangrijk is, is dat je je hond kennis laat maken met nieuwe dingen, op een manier die onder het spanningsniveau van je hond blijft. Wat wordt hiermee bedoeld?
Om dit uit te leggen volgt hieronder een voorbeeld.
Stel jouw pup van 16 weken vindt onbekende mensen best spannend. Je merkt dit omdat je pup niet meer zo onbevangen op je visite afloopt als voorheen. En ook in je wandelingen merk je dat je pup soms met een boog om voorbijgangers heen gaat lopen. Je wil jouw pup helpen deze angst te verminderen. Daarom wil je bewust met je pup gaan oefenen in ontmoetingen met onbekende mensen. Je zou dit bijvoorbeeld kunnen doen door je pup mee te nemen naar de markt. Daar zijn immers veel onbekende mensen. Als je je pup nu midden op de markt tussen al die onbekende mensen plaatst, heeft hij in ieder geval de gelegenheid veel onbekende mensen te zien.
Maar hier komt het: het kan zijn dat die situatie veel te heftig is voor je pup. Je pup raakt helemaal overweldigd door deze situatie. Je pup verstijft misschien helemaal van angst. In die situatie kan je pup niet meer leren. Zijn overlevingsinstinct neemt het over en zijn leervermogen wordt op dat moment uitgeschakeld. Het enige wat er op dat moment gebeurt, is dat jouw pup een nare ervaring opdoet. Je hebt je pup laten kennismaken met een nieuwe situatie op een manier die duidelijk boven zijn spanningsniveau lag, en in plaats van minder angstig is je pup juist veel banger geworden.
Tijdens angstfasen ligt het spanningsniveau van je pup lager
In de angstfasen kan het spanningsniveau van je pup lager liggen dan normaal. Nieuwe situaties moet je dus met nog meer voorzichtigheid introduceren. Steeds heel goed kijken naar de lichaamstaal van je pup en heel alert zijn op de eerste subtiele stresssignalen. Zodra je merkt dat je hond iets spannend vindt de afstand tot de prikkel vergroten, of de intensiteit van de prikkel verlagen (dit is afhankelijk van het soort prikkel). Zodat je pup kan merken dat iets best meevalt en oké is, in plaats van te moeten ervaren hoe eng iets is.
Je pup went niet vanzelf
Vaak hoor je nog adviezen, wanneer je een hond hebt die wat angstig is: “laat hem maar, hij moet er maar aan wennen”. Maar als je bovenstaande uitleg over het spanningsniveau in acht neemt, begrijp je dat dit advies niet klopt. Wanneer je je hond steeds opnieuw in een situatie brengt die eigenlijk te spannend voor hem is, dan voed je zijn angst, in plaats van dat je vertrouwen opbouwt.
Goede ervaringen opdoen in nieuwe situaties maken je hond meer weerbaar.
Het is niet de bedoeling dat je je hond weghoudt bij allerlei nieuwe dingen of situaties. Juist niet. Hoe meer je hond leert om ontspannen met nieuwe situaties om te gaan, hoe makkelijker je hond nieuwe situaties aan gaat kunnen. Maar belangrijk is dus steeds naar je hond te blijven kijken en te zien wat voor je hond oké voelt en wat je hond aankan.
Na het goed doorlopen van zo’n fase, zul je merken dat je pup weer een stukje verder is gekomen in zijn ontwikkeling tot stabiele en evenwichtige hond.
Credits
Dit artikel is geschreven door Sylvia Aerts, gediplomeerd gedragsdeskundige bij Online hondenschool Wel Fair.