In dit artikel:
- In welke gang loopt jouw hond het liefst?
- Allereerst, welke gangen heeft mijn hond?
- Stap (walk)
- Draf (trot)
- Galop (canter)
- Afzetfases
- Amble
- Telgang (pace)
- Bewegingen van de wervelkolom
- Crabbing
- Bouw van de hond
- Kreupelheid
- Neurologische problematieken
- Geamputeerde poot
- Woordenlijst
- YouTube
In welke gang loopt jouw hond het liefst?
Stap of draf. Of zelfs liever in galop. Let je daar wel eens op?
Want daar gaan we het in dit artikel over hebben; Namelijk hoe loopt mijn hond? Welke gangen heeft mijn hond? En loopt mijn hond überhaupt wel normaal? Of heeft mijn hond zelfs pijnklachten?
Allereerst, welke gangen heeft mijn hond?
- Stap
- Amble
- Telgang
- Draf
- Galop / rengalop
De stap, draf en galop / rengalop zijn de normale gangen van je hond. De gangen amble en telgang zijn gangen, die ook vaak bij een hond gezien worden. Hieronder eerst de uitleg van de stap, draf en galop.
Stap (walk)
De stap is een viertakt* gang. Wat betekent dat elke poot afwisselend van elkaar de grond verlaat.
Draf (trot)
De draf is een tweetakt gang. Waarbij de diagonale poten gelijktijdig naar voren of naar achteren bewegen.
Galop (canter)
De galop is voor veel honden de werkgang. Op de galop heb je nog de variatie rengalop. Dit is een versnelde galop, waarbij de hond op zijn max rent.
Andere variaties in galop, die afwijkend kunnen zijn. Zijn onder andere:
Kruisgalop
De achterhand en voorhand zitten in een verschillende galoppas. Bijvoorbeeld: Voor galoppeert de hond in een rechtergalop en achter in een linkergalop. Een hond kan vooraan van galop veranderen, zonder achter te verspringen.
Contragalop
Bij paarden kennen we ook nog de contragalop. Hierbij galoppeert het paard verkeerd aan ten opzichte van de zijde waarop deze loopt. Loopt het paard bijvoorbeeld rechts om, en springt deze in de linker galop aan. Dan zit deze in een contragalop.
Een hond kan natuurlijk ook in contragalop aanspringen, alleen loopt een hond normaliter altijd in een rechte lijn. En kan de hond dus zelf kiezen welke galop deze aanneemt. Dit kan natuurlijk een voorkeursgalop zijn. Liever zien wij als dierenfysiotherapeuten dat een hond uit zichzelf wisselt qua galop. Zowel de rechter als de linker galop moet natuurlijk overkomen.
Mogelijke klachten
Er zijn toch honden die een voorkeursgalop of zijde kiezen. Dit zou aangeleerd kunnen zijn of eventueel vanuit een klacht kunnen voortkomen. Waarom zou dit uit een klacht kunnen voortkomen? Denk bijvoorbeeld aan heup, knie of rugklachten.
Want wat gebeurt er bij een rechtergalop? (Zie ook afzetfase rechter galop voor meer informatie)
Het zou voort kunnen komen uit een klacht van heupen, knieën of rug, omdat een hond in galop moet kunnen flecteren* en extenderen*.
- Een hond die last heeft van zijn rug, bijvoorbeeld de lendenen, zal mogelijk niet durven strekken in de lage rug. En deze liever boller houden.
- Een hond die last heeft van zijn heupen zal liever niet willen extenderen in de heupen. Deze beweging is vaak het pijnlijkst bij heupproblematieken.
Wanneer een hond niet durft te strekken in rug, heupen of knieën, zal deze gaan compenseren. Bijvoorbeeld door als een konijn te gaan galopperen, waarbij deze beide achterpoten gelijktijdig naar voren en naar achteren beweegt en niet onafhankelijk van elkaar.
Bij honden met een lange rug en korte poten zie ik dit nogal regelmatig. Dit kan ook deels bouw gerelateerd zijn. Omdat hun poten te kort zijn ten opzichte van hun lijf.
Vaak moet je bij dit soort type honden, namelijk de achrondroplastische honden* wel rekening houden met eventuele rugklachten. Denk aan hernia’s bij teckels. Of verkeerde beenstanden, zoals O-benen of X-benen door een verkeerde groei van de groeischuiven. Dit geeft weer een verkeerde belasting op de gewrichten zowel distaal* als proximaal* van het aangedane gewricht.
Laat jouw hond dan ook regelmatig eens checken door een dierenfysiotherapeut.
Afzetfases
- Afzetfase stap: Bij de stap wordt eerst de linker achterpoot verzet, gevolgd door de linker voorpoot, de rechter achterpoot en de rechter voorpoot. Op ieder moment zijn er 3 poten aan de grond.
- Afzetfase draf: Tijdens de draf worden linksvoor en rechtsachter tegelijk opgetild en neergezet afwisselend met rechtsvoor en linksachter. Tussen elke diagonale pootafzetting zit een zweefmoment.
De achterpoot afdruk valt in de voorpoot afdruk. - Afzetfase rechtergalop: Bij een rechtergalop wordt eerst de linker achterpoot (afzet poot) neergezet, gevolgd door de rechter achterpoot, de linker voorpoot en de rechter voorpoot, waarna een zweefmoment volgt. De rechter voorpoot maakt daarbij voor de afzet een langere stap, terwijl de linker achterpoot de landing maakt. De rechter achterpoot levert de meeste kracht voor de afzet.
- Afzetfase linkergalop: Bij de linkergalop is bovenstaande maar dan andersom.
Weetje: Een hond kan beter springen dan een paard.
– Een hond kan 2x zijn schofthoogte springen.
– De hoekingen van de poten bij een hond zijn groter dan een paard. Daardoor een grote paslengte.
– Meer bespiering van de onderpoten. Bij paarden zijn dit met name pezen.
– Een hond is 15x sneller
– Een hond heeft een aparte radius en ulna, waarbij deze bij het paard vergroeid zijn. Hierdoor kan de voorpoot van de hond om zijn as roteren. Als een schroevendraaier.
– Een hond heeft 5 tenen. Voor meer grip, gevoel en daardoor sneller adapteren op basis van de ondergrond.
– Flexie van de rug: bij honden is de top van de ribbenkast hoger dan de schoft van een paard in galop. Meer mobiliteit. En meer laterale bewegingen van de wervelkolom (lateroflexie) à daardoor sneller draaien.
– Springen is een upliftende verlenging van de galopsprong.
Nu gaan we het hebben over de andere benoemde gangen bij je hond. Namelijk amble en telgangen.
Amble
Dit is een snelle stap. Oftewel het lijkt bijna of de hond in telgang wil lopen, maar de poten gaan nog net afwisselend van elkaar van de grond.
Telgang (pace)
Bij telgang of pace heeft de hond op ieder moment 2 poten aan de grond, van dezelfde kant. De bewegende poten zijn ook aan dezelfde zijde.
Wanneer een hond in telgang beweegt in stap of draf, gaan bijvoorbeeld RV en RA tegelijktijdig naar voren, waarbij LV en LA op de grond blijven staan.
- Telgang in draf bij een hond, lijkt niet alleen heel raar. Ik zou dit als dierenfysiotherapeute liever niet willen zien. Wanneer een hond in draf aan telgangen doet, ga ik meer uit van een klacht. Dan wanneer en hond dit in stap doet.
- In stap wil je natuurlijk ook gewoon de viertakt gang zien, alleen zie je vaak dat honden in stap aan telgangen doen. Ik zie dit dan ook bij merendeels van mijn hondenpatiënten. En in stap is het ook vaak aangeleerd gedrag. Omdat ze als pup mogelijk te snel met de handler mee moesten lopen. En telgang is de makkelijke gang om je snel voort te kunnen bewegen.
Wel vraag ik het altijd uit bij de eigenaar. Of benoem ik het als ik het in beide gangen zie. Om te checken of dit voor de eigenaar normaal of afwijkend is.
Soms heeft de hond ook niet het juiste tempo van stap naar draf, waardoor ze eerder gaan telgangen in draf. Om in de diagonale draf te komen hebben sommige honden meer tempo nodig om uit de telgang te gaan.
Andere redenen om te gaan telgangen voor een hond:
- Lengte rug en benen
- En snelheid/tempo in beweging
- Gewicht
- Gemoedstoestand
- Aangeleerd gedrag
Honden met een korte rug en/of lange poten hebben meer kans om te gaan telgangen.
Als het tempo in gang omhoog gaat en de achterpoot de neiging heeft de voorpoot te raken, zal de hond de voorpoot sneller van de grond halen. Zo ontstaat telgangen.
Een hond met een hogere ratio gewicht, zal ook eerder de voorkeur tot telgangen hebben. Omdat een zwaardere hond meer energie verbruikt om los te komen van de grond bij een zweeffase.
De gemoedstoestand zou ook nog een rol kunnen spelen in het telgangen. Bijvoorbeeld bij angstige honden. Deze honden hebben meer spanning in hun lijf. En meer de neiging hebben tot hyperflexie in de wervelkolom. Hiermee verkorten ze hun rug. Ook bouwen ze meer spierspanning op waardoor de beweeglijkheid van de wervelkolom beperkter wordt.
Telgang door klachten
Telgangen kan dus voortkomen uit klachten. Daar moet dan ook altijd rekening mee worden gehouden.
- 75% van de casuïstieken die aan telgangen doet, is aangeleerd.
- 25% van deze honden hebben een klacht.
Wanneer een hond aan telgangen doet in stap of draf vanuit klachten, doet de hond dit om zo zijn rug minder te hoeven bewegen. Dit om zijn rug te ontlasten. Zodat hij deze dan rechter kan houden. En de bewegingen daardoor meer vanuit de distale gewrichten komen.
Om een beeld te geven wat voor bewegingen een hond maakt in de wervelkolom, zal ik daarom hieronder uitleggen welke bewegingen dit zijn:
Bewegingen van de wervelkolom
Normaliter maakt een hond flexie, extensie, lateroflexie en rotatie in alle gangen.
- Flexie betekent bol. De rug gaat hierbij omhoog.
- Extensie betekent hol. De rug gaat naar beneden.
Flexie en extensie wisselen elkaar bij een normaal bewegende hond af. Bij de ene hond is er veel beweging in deze bewegingsrichtingen. En bij andere honden wat minder. Dit is vaak ook voelbaar in het fysiotherapeutische onderzoek. Dit heeft weer te maken met hypermobiliteit*.
- Lateroflexie betekent: zijwaarts bewegen met de rug van links naar rechts. Dit zie je het beste als je achter de hond loopt. Lateroflexie gaat altijd gepaard met rotatie. Ook hier zie je verschillen in per hond. De ene hond beweegt veel in lateroflexie, waar de ander rechter blijft in zijn wervelkolom. Belangrijk als dierenfysiotherapeut is erachter te komen waarom de hond veel of weinig beweegt per segment.
Komt de bewegingsuitslag vanuit een klacht of vanuit een andere eigenschap, zoals hypermobiliteit, passend bij de hond en zijn lichaamstype of ras.
Weetje:
– Een hond heeft net als ons 7 halswervels.
– 13 thoracale wervels en ribben.
– 7 lendenwervels.
– Heiligbeen, 3 aan elkaar vergroeide wervels.
– Staartwervels, 6-26 wervels. Afhankelijk van het ras.
– 9 vaste ribben, die aan het borstbeen bevestigd zitten door middel van kraakbeenverbindingen.
– 3 paar valse ribben: verbonden met elkaar door kraakbeen.
– 1 zwevende rib. Dit is de kortste en laatste rib. De 13e
Crabbing
Dit is een andere gang die ik ook vaak zie bij honden met veel rear angulation*. Een voorbeeld hiervan is de herdershond. Omdat zij veel rear angulation hebben.
Rugklachten
Crabbing zie je met name in draf en het wil zeggen dat de achterpoten in een ander spoor lopen dan de voorpoten. Dit kan veel stress op de wervelkolom geven. En daardoor een hogere incidentie op rugklachten.
Een hond die aan crabben doet is te snel met zijn achterpoten bij zijn voorpoten, waardoor deze gaat scharen. Omdat de hond zijn eigen voorpoten niet wil aantikken met zijn achterpoten, gaan ze vaak ook wat scheef lopen of telgangen. Want in telgang gaan beide poten van 1 zijde gelijktijdig naar voren en kun je niet je eigen voorpoot aantikken met je achterpoot.
De foto hierboven laat zien, dat de achterpoten van de hond voorbij zijn voorpoten komen. Met name bij veel snelheid.
De reden van dit crabben kan met het volgende te maken hebben:
- Wanneer een hond meer rear angulation heeft dan front angulation*.
- De hond heeft een te korte rug.
- Vanuit fysiotherapeutisch aspect en daardoor klacht gerelateerd: de hond laat een hyperflexie zien. Waarbij deze geflecteerd staat met zijn rug en daarom zijn rug verkort. Hierdoor kunnen de achterpoten ook sneller bij de voorpoten zijn, voordat de voorpoot de grond heeft verlaten.
Hyperflexie
Hyperflexie zie je vaak bij honden met rugklachten. Door zo bol te staan hoeven ze hun rug zo minimaal mogelijk te gebruiken. En dit voelt prettiger. Wel verstrakken ze alle spieren van buik en bekkenregio. Hierdoor kan de hond klachten krijgen van deze spieren. Denk aan pijn, door de continue spanning die ze op hun onderlijn houden. Ook verkorten ze hiermee hun onderlijn. Doordat ze deze verkrampen.
En brengen ze continue hun rug-strekkers op lengte, waardoor deze ook pijn gaan doen.
Voorbeeld met ons: Achter de computer hebben wij snel de neiging om ingezakt te gaan zitten. Hierdoor verlengen we continue onze rug-strekkers en doen niets met onze buikspieren. We doen niets met onze core stability. De kleine stabiliserende spieren van buik en rug, die meer rondom de wervelkolom liggen raken verwaarloosd. Dit zijn ook de spieren die een groter uithoudingsvermogen hebben dan onze grote buik en rugspieren. Namelijk de bewegers, die meer witte spiervezels bevatten voor kracht. Waar de kleine stabiliteit spieren meer rode spiervezels bevatten voor duur uithoudingsvermogen.
Afbeelding v.l.n.r.: goede rug, doorgezakte rug, opgetrokken rug.
Hierdoor verliezen deze hun kracht en duur uithoudingsvermogen om onze goede core stability te behouden en is het voor ons nog moeilijker om rechtop te zitten. En gaan we dus weer onderuithangen. Waardoor klachten van nek, rug en schouders onvermijdelijk zijn. Omdat de anatomie van onze wervelkolom veranderd door de verkeerde houding. En er verkeerde spanningen komen op wervelkolom en spieren.
Bouw van de hond
Om een betere kennis te krijgen van de gangen van een hond is het ook belangrijk kennis te hebben van de bouw van een hond. Dit kan per ras weer enorm verschillen. Hieronder enkele termen qua bouw en de uitleg hiervan.
Rear angulation
Hoek tussen de lange beenderen van de achterhand.
Rear angulation is ook de afstand tussen de achterkant van het bekken en het onderste gedeelte van de achterpoot.
- Hoe groter de rear angulation hoe langere de pas en daardoor meer snelheid.
- Bij een kleinere rear angulation, heb je rechtere achterpoten. Waardoor korte draaiingen weer makkelijker zijn ten opzichte van een grote rear angulation.
Een gemiddelde rear angulation is het beste.
Afbeelding: A = veel rear angulation / B = gemiddelde rear angulation / C = kleine rear angulation.
Honden kunnen veel rear angulation hebben (A) of een gemiddelde rear angulation (B) . Maar ook een te kleine rear angulation (C), waarbij de hoek van de achterhand steil is. Afbeelding B geeft een goede hoek aan van de achterhand. En afbeelding C geeft een te steile hoek aan. Waarbij alles rechter wordt in de gewrichten, zoals knie en sprong.
Front angulation
De juiste hoek van de schouderpartij en voorhand. Hoe meer front angulation des te beter.
Shoulder layback
De shoulder layback geeft een hoek aan waarin de schouder op de ribbenkast is geplaatst. (Zie afbeelding)
Correcte schouderhoek (A)
Een hoek van 30 graden is een correcte schouderhoek aan de voorzijde van het schouderblad qua ligging. De hoek van bovenarm en schouderblad is +/- 90 graden (A). Deze hoek kan wat afwijken. Belangrijk is dat het schouderblad en de bovenarm de gelijke lengte hebben. En dat de lengte vanaf de elleboog naar boven en naar beneden gelijk is aan elkaar qua afstand.
Upright shoulders (B)
Beperkte strek beweeglijkheid van het schoudergewricht (B), verminderde protractie* en een kortere paslengte. Doordat het schouderblad en de voorpoot al in gestrekte positie staan en het schouderblad al snel in een eindstand komt bij beweging en gang.
Lengte bovenarm = lengte schouderblad. Dit is ideaal.
Hoe rechter de voorpoten zijn, hoe minder bespiering de hond op zijn voorhand zal hebben. Omdat er minder ruimte is voor de spieren. Hierdoor is er minder kracht en minder prestatie. Ook is er meer kans op trauma en stress op de schouders en ellebogen.
Bij te weinig front angulation komt de lijn uit de top van de schouder voor de elleboog uit.
Foto links: Deze golden retriever heeft een gemiddelde front angulation (A). De loodlijn begint achter het schouderblad en eindigt achter de onderpoot. Bij deze hond is de bovenarm net zo lang als het schouderblad.
Foto rechts: Deze hond heeft een steilere schouder oftewel upright shoulder (B). En de shoulder layback is ook niet correct. De hoek van het schouderblad en de bovenarm is groter dan 90 graden. Omdat alles steiler staat. Hierdoor komt de lijn uit de top van de schouder voor de elleboog uit. Deze hond heeft weinig front angulation.
Graden en hoeken voorhand en achterhand
Hieronder een mooi plaatje van graden en hoeken wat betreft schouder en achterhand. Bij een normaal gebouwde hond. Er kunnen per rasstandaard ander regels gelden.
Bij een hond staat 60 tot 70% van zijn lichaamsgewricht op voorhand. Bij klachten van de achterhand zal de hond nog meer gewicht op zijn voorhand zetten om de achterhand te ontlasten. Dit zal qua gang ook goed zichtbaar zijn in een meer voorwaartse lijn, waarbij de rug-lijn naar voren loopt in plaats van recht.
Weetje
De voorpoten van de hond zijn door middel van spieren en ligamenten verbonden met de borstkas:
– Een hond heeft geen sleutelbeen,
– Daardoor meer beweeglijkheid van de voorhand,
– Maar ook meer risico op trauma van de weke delen, met name bij het springen.
We hebben nu besproken hoe een hond normaal zou moeten lopen. Maar hoe loopt een hond met een klacht. Denkende aan kreupelheid of neurologische problematieken. Of zelfs met een geamputeerde poot.
Kreupelheid
Wat zie je bij een kreupele hond? Is jouw hond wel eens kreupel geweest? Of is deze op dit moment kreupel? Wat denk je te zien bij een kreupele hond? Wat doe je zelf als je last hebt van je linkerbeen? Ga je dan meer steun zoeken op je goede en gezonde been?
Een kreupele hond zal bij een kreupele linker voorpoot meer steun zoeken op zijn rechter voorpoot. Hij valt dus op zijn gezonde poot. In dit geval RV.
De steunfase van de linker voorpoot is korter, afhankelijk van de klacht en waar de klacht zit. Waardoor deze sneller de steun zal willen pakken op het gezonde rechter voorpootje. Om LV juist te ontlasten.
Gaat een hond dan nog elders compenseren, denk je?
Het antwoord is: Ja. Bij een langdurige kreupelheid kan de hond ook last krijgen van zijn gezonde rechter voorpoot. Waarom?
Omdat deze continue overbelast wordt, waar de hond juist LV wil ontlasten. Ook omdat de hond, met name de zwaardere type honden, met hun volle gewicht op de gezonde voorpoot vallen. Gewrichten en weke delen, zoals banden/ligamenten en spieren krijgen daarom veel te verduren.
Ook kan een hond gaan compenseren in de rug. Doordat hij anders gaat lopen. Misschien meer gekromd in de bovenlijn, omdat deze pijnlijk is. En omdat deze eenzijdig meer belast.
Wanneer de hond op de gezonde poot valt, heeft dit namelijk ook effecten op andere gewrichten en weefsels, zoals wervelkolom, spieren en pezen.
Belangrijk dus om je hond goed te laten checken door een professional. Want een hond mankt niet zomaar. Ook al loopt hij nog mee tijdens de wandeling, eet deze nog goed en kwispelt deze nog vriendelijk. Honden zijn meesters in het verbloemen van pijn.
Wat zou jij doen als je last hebt van je been, waardoor je zelf mank loopt? En het wordt niet beter door rust? Of zelfs erger wanneer je langer wacht, waardoor je ook last krijgt van je rug of andere been.
Neurologische problematieken
Ataxie, is een woord wat veel gebruikt wordt bij neurologische problematieken. Er treedt coördinatie verlies op, waardoor het lijkt alsof de hond dronken is en geen controle meer heeft over zijn spieren.
Ataxie is een aandoening van het zenuwstelsel. Waarbij de zenuwvoorziening van de spieren van de ledematen verstoord is. Zodat er geen regelmaat meer is in de coördinatie van de poten bij het lopen. Ook kan er verlies van kracht zijn, waardoor de achterhand niet meer goed mee kan komen met de voorhand. De hond kan evenwichtsstoornissen ervaren en zelfs vallen.
Een neurologische gang is een onregelmatige onregelmatigheid, waar een kreupelheid en onregelmatige regelmatigheid is.
Dat betekent dat je bij een ‘gewone’ kreupelheid hetzelfde blijft zien qua gang en kreupelheid. De hond, afhankelijk van hoeveel poten er kreupel zijn, zal met een kreupele en pijnlijke poot altijd hetzelfde bewegen qua kreupelheid.
Een neurologische kreupelheid veranderd qua beeld en gang. Door het coördinatie en evenwichtsverlies kan een neurologische gang er telkens anders uit zien. Doordat de plaatsing van de poten veranderd, ten opzichte van een ‘gewone’ kreupelheid.
Neurologische aandoeningen kunnen zijn:
- Hernia
- Spondylose: vergroeiing van de wervels/tussenwervels
- Lumbosacrale stenose: vernauwing van de wervelkolom, daardoor zenuwbeknelling.
- Verlammingsverschijnselen (meer een verschijnsel, dan een aandoening)
- Epileptische aanvallen
- Hersenbloedingen
- (etc)
Ook door trauma of een ongeluk kan er een probleem ontstaan van het zenuwstelsel. Bijvoorbeeld een traumatische dwarslaesie.
Geamputeerde poot
Een hond met een geamputeerde poot mist 1 poot voor of achter. Net als bij de kreupele hond is er een disbalans. Een hond die een poot mist zal weer naar het juiste evenwicht in stand en gang zoeken.
Foto Lizette Butter: hond Keetje.
Vaak zie je bij dit soort dieren, dat de overgebleven poot aan de ene kant waar de ander mist meer naar het midden wordt geplaatst.
Ook heb je kans dat een hond gaat compenseren. Doordat de goede poot naar het midden wordt geplaatst voor meer balans, zal er ook een andere beweging in de wervelkolom plaatst vinden om dit op te vangen. Ook worden de andere 3 poten meer belast, dan wanneer de hond nog 4 poten had.
Wanneer er voor een poot mist vangt de hond zijn gewicht met de andere poot op. En zoals we weten ligt het gewicht van de hond 60 tot 70%, op de voorhand.
- Bij een missend voorpootje zal al dit gewicht op de goede voorpoot vallen.
- Bij een missende achterpoot zal de hond meer gewicht op de voorhand leggen om de achterhand wat te ontzien.
Belangrijk bij een poot amputatie is voorkomen dat de hond eenzijdig gaat belasten. Dat er geen verhoogde spierspanningen komen in rug en overgebleven poten. Dat de hond ondanks compensaties los blijft in zijn lijf. En geen pijn ondervindt. Hier kan een dierenfysiotherapeut voor zorgen.
Zorgen dat de kwaliteit van leven op orde blijft. Bij elk dier en bij elke leeftijdscategorie, zelfs (gezonde) pups. En bij allerlei dergelijke klachten.
Ook is gewicht beheersing zeer belangrijk voor deze honden (pootamputatie). Maar ook honden met artrose of artritis klachten. Overgewicht is een extra belasting voor de gewrichten. Voor elke hond is het belangrijk het juiste gewicht te streven. Om overbelasting van de gewrichten te voorkomen. Ook bij uw gezonde hond.
Woordenlijst
Takt: Met takt wordt ritme, regelmaat en de juiste volgorde van de beenzetting bedoeld. Stap = viertakt, Draf = tweetakt, Galop = drietakt. Takt is de gelijkmatigheid van de beweging naar afstand (lengte) en tijd. Daarmee wordt bedoeld, dat ieder pas even groot is en even lang duurt alsook dezelfde bewegingsafloop heeft.
Hypermobiliteit is dat honden zeer flexibel zijn in hun gewrichten. De ligamenten oftewel banden, die om de gewrichten heen zitten voor stabiliteit, remmen de bewegingsuitslag van het gewricht te weinig. Waardoor een gewricht door kan veren. Denk bijvoorbeeld aan kinderen met zwakke enkels. Of acrobaten.
Deze hypermobiliteit kun je ook zien bij de beweging lateroflexie. Hierbij beweegt een hond veel zijwaarts met zijn achterhand naar links en rechts. Dit kan voortkomen uit een klacht, waarbij ze bijvoorbeeld hun knieën proberen te ontlasten. Of hun heupen. En van daaruit meer bewegen in de rug om toch voorwaarts te komen.
Belangrijk bij dergelijke honden is dus hypermobiliteit uitsluiten. Heupen, en knieën onderzoeken. Maar ook de rug op pijnlijkheden.
Want een hond die hypermobiel is, is wel heel lenig. Maar kan desalniettemin wel heel pijnlijk zijn door overbelasting van de gewrichten en ligamenten. Omdat de beweging binnen de gewrichten te weinig geremd worden dan anatomisch correct is.
Protractie: het naar voren bewegen van de voorpoot. Deze moet bij een normaal gebouwde voorhand met een goede front angulation tot de neus kunnen reiken in gang. Bij een hond met een upright shoulder, dus een steilere schouder. Komen de voorpoten/tenen niet tot de neus. En zal de pas verkort zijn in protractie.
Extenderen: extensie = holling, of hol maken rug
Flecteren: flexie = bolling of bol maken rug.
Achondroplastische dwerghonden: basset, corgi, grote teckels. Het hoofd en het lichaam hebben het formaat van een grote hond, maar dan met kortere poten. De groei van de lange beenderen is verstoord, geen normale groeischijf.
Rear angulation: Hoek tussen de lange beenderen van de achterhand en de afstand tussen de achterkant van het bekken en het onderste gedeelte van de achterpoot.
Chondrodysplasie: Kraakbeen aandoening.
Distaal: verder van het lichaam af, zoals het uiteinde van je armen of de poten bij een hond.
Proximaal: dicht bij de romp van het lichaam.
Deze woorden zijn een indicatie, qua terminologie binnen de fysiotherapie om aan te geven waar de klacht zit.
Kijk ook eens naar de websites van je eigen ras. Algemene informatie en criteria kunnen namelijk per rasstandaard verschillen. Dit artikel gaat met name uit van de gemiddelde hond qua bouw en hoeken.
YouTube
Credits
Dit artikel is geschreven door Monique Hoiting, dierenfysiotherapeut voor paard en hond vanuit de provincie Groningen.