Nature versus nurture: waarom doet jouw hond zo?

Gedrag Border CollieWaar komt gedrag vandaan?

Mensen willen zo graag weten waar gedrag vandaan komt. Waarom vallen honden elkaar aan? Waarom zijn veel honden bang voor vuurwerk en anderen weer helemaal niet? Waarom drijft een Border Collie en jaagt een windhond? Waar komen emoties vandaan en welke invloed hebben ze op gedrag? Is het gedrag aangeboren (nature; genetica) of is het de invloed van de omgeving (nurture; opvoeding) die bepaalt hoe een individu zich gedraagt?

Waarom doet een hond zo?

In dit artikel laten we een tipje van de ijsberg zien van factoren die het gedrag beïnvloeden. Hier zijn legio onderzoeken naar gedaan, we lichten er slechts een aantal toe om een indruk te geven van de complexiteit van gedrag. Het is geen appeltje-eitje zeg maar. 😉

Tweeling

Onderzoek bij tweelingen

Om erachter te komen wat de invloed is van genetica op het gedrag en de persoonlijkheid onderzocht psycholoog Thomas Bouchard identieke tweelingen die bij de geboorte gescheiden waren. Identieke tweelingen komen van dezelfde eicel en zaadcel en hebben daardoor nagenoeg dezelfde genetische basis. Bouchard onderzocht 81 identieke en 53 twee-eiige tweelingen die afzonderlijk van elkaar, bij andere families en in een andere omgeving waren opgevoed.

Bouchard kwam tot de conclusie dat genetica van zeer grote invloed is het temperament en de persoonlijkheid van een individu. De gescheiden tweelingen vertoonden opvallende gelijkenissen en hadden vaak dezelfde karaktereigenschappen, interesses, hobby’s, kledingstijl, manier van doen en zelfs beroepskeuze. Volgens Bouchard zijn ook IQ, gezondheid en gevoel van geluk en welzijn erfelijk. IQ zou bijvoorbeeld 70% erfelijk zijn en het gevoel van geluk en welzijn 50%. Deze aspecten hebben uiteraard ook weer invloed op het gedrag.

Tweeling Oskar en Jack werden vlak na hun geboorte gescheiden en groeiden op in 2 totaal verschillende werelden. De een groeide op in Nazi-Duitsland bij zijn Katholieke oma en de ander groeide op in de Caraïben bij zijn Joodse vader en bracht een deel van zijn jeugd door in een Israëlische kibboets. Ze ontmoetten elkaar pas weer toen ze beiden volwassen waren. De gelijkenissen waren opvallend! Zo droegen ze haast identieke kleding en een snor en hadden dezelfde voorkeur voor pittig eten en zoete likeurtjes. Ook qua karakter leken ze erg op elkaar; ze waren allebei een beetje verstrooid en hadden dezelfde maniertjes zoals het van achteren naar voren lezen van een tijdschrift.

Fifty-fifty

Nu wil dit niet zeggen dat omgeving en opvoeding geen rol spelen! Volgens Jaak Panksepp, neurowetenschapper, is het fifty-fifty: onze persoonlijkheid en ons temperament worden voor 50% bepaald door onze genen en voor 50% door onze opvoeding. Voor de duidelijkheid: specifieke gedragingen zijn niet erfelijk, wat wél erfelijk is, is de potentie tot bepaalde gedragingen. De aanleg is er, maar die hoeft er niet per definitie uit te komen. Het gedrag komt alleen naar voren als het gevoed wordt. De discussie omtrent hoog-risico honden draait o.a. om dit principe. Denk ook aan een jachthond. Deze beschikt over de genetische predispositie (aanleg) om te jagen. Als dit gedrag wordt gevoed door middel van training of door zelfbelonend gedrag, dan zal het gedrag versterkt worden. De omgeving is hier van invloed op het tot uiting komen en het optimaliseren van deze aanleg. Hiermee veranderd overigens óók de hersenstructuur.

Jachthonden

Thomas
Thomas

Use it or lose it

Panksepp geeft een heldere vergelijking van hoe het werkt: we worden geboren met spieren, maar we worden niet geboren als body builder of atleet. De spieren dienen te worden getraind en te worden gevoed om ze te laten groeien. Gebruik je ze niet, dan slinken ze. Zo werk het eigenlijk ook met de aanleg en het tot uiting komen van bepaalde gedragingen. Echter let op! Als een jachthond een aantal keren succes heeft behaald met jagen, dan is de passie voor het jagen aangewakkerd en zal dit niet verdwijnen door het jagen te stoppen. Als je niet wilt dat je hond jaagt, dan zul je successen vanaf jongs af aan moeten voorkomen en dan nog is het geen garantie, want de aanleg kan zeer sterk zijn.

Invloed van de omgeving

Agressie wordt voor een deel erfelijk bepaald. Maar ook omgevingsfactoren zijn van invloed. Onderzoek heeft aangetoond dat agressief gedrag bij mensen vaker voorkomt in achterstandsbuurten en in situaties waar geldgebrek en drugsgebruik een rol spelen. Een uitzichtloos bestaan en barre omstandigheden werken agressie blijkbaar in de hand. Ook bij honden geldt dat onprettige omstandigheden en nare ervaringen angst en agressief gedrag in de hand werken.

Agressief gedrag

Wetenschappelijk onderzoek (Gullhaugen, 2012) naar psychopathisch gedrag laat zien dat dit zonder uitzondering voortkomt uit een traumatische kindertijd en het gevolg is van fysieke en psychologische mishandeling en verwaarlozing door de ouders/verzorgers. Voorheen werd verondersteld dat dit puur een aangeboren persoonlijkheidsstoornis betrof, maar omgeving lijkt wel degelijk invloed te hebben op de uitkomst. Wellicht dat liefdevolle en stabiele ouders een positieve invloed zouden kunnen hebben op een aanwezige psychopatische persoonlijkheidsstoornis?

EpigeneticaEpigenetica

De laatste jaren is hier nog een extra dimensie aan toegevoegd; epigenetica is een relatief nieuwe wetenschap die de invloed bestudeert van bijvoorbeeld levensstijl op erfelijke veranderingen in de genen. Denk bij levensstijl o.a. aan voedingsgewoonten, beweging, roken en stress. Deze externe factoren veranderen de DNA en deze veranderingen kunnen ook weer worden doorgegeven aan het nageslacht.

Moederhonden die in de broodfok veel stress en angst ervaren zijn hier een voorbeeld van. Door de stress bij de moederhond veranderen de genen bij de ongeboren pups ook. Deze pups zullen stressgevoeliger en angstiger zijn. Bij mensenbaby’s zijn verhoogde levels van het stresshormoon cortisol waargenomen wanneer de moeder tijdens het laatste trimester extreme stress had ervaren.

Ook het structureel hebben van honger heeft gevolgen voor de DNA van de nakomelingen. Als slachtoffers van bijvoorbeeld een hongersnood kinderen krijgen, zal de stofwisseling van die kinderen genetisch veranderd zijn. Ze zullen meer vet opslaan om een eventuele hongersnood te overleven. Honger bij de ouders kan direct leiden tot obesitas en type 2-diabetes bij de kinderen.

Gedrag is een optelsom

Gedrag en dus ook hondengedrag is behoorlijk complex en niet altijd te begrijpen. Waar komt het precies vandaan? Wat is de achterliggende motivatie? Is het aangeboren of aangeleerd? Is het gedrag überhaupt te beïnvloeden?

Het oplossen van probleemgedrag wordt vaak gesimplificeerd. Men denkt dat het met een quick fix, het liefst binnen een uur (zoals op televisie), op te lossen is. Echter hier wordt volledig voorbij gegaan aan de onderliggende emoties en alle factoren die gedrag beïnvloeden. Hondengedrag is een optelsom van (minstens) alles wat hierboven beschreven staat en is niet in een handomdraai te begrijpen of te veranderen.

Referenties

Thomas
Univé samenwerking met VETTS

Credits

Dit artikel is geschreven door Debby van Dongen, eigenaar van Doggo.nl.

Reacties

Zie je hieronder geen reacties? Lees hier dan hoe je reacties eenvoudig kunt activeren.

Doggo.nl

Doggo maakt gebruik van cookies voor het analyseren van onze bezoekers, social media en het tonen van advertenties. meer informatie

The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.

Close