Levenslust op korte pootjes
Een goudvis leert makkelijker te luisteren dan een Teckel, wordt wel eens gezegd, maar niets is minder waar. Een losgeslagen Teckel – ofwel Dashond – zegt meer over de eigenaar dan over de hond. Toegegeven: het is niet het simpelste ras om te trainen, maar wat wil je dan ook van een hond die zo’n groot karakter in zo’n klein lijfje herbergt?
Nuttige afwijking
In de middeleeuwen ontstond in Europa een brak met korte poten, waarschijnlijk te danken aan een erfelijke afwijking die chondrodystrofie heet. Een nuttige afwijking, zo bleek: de korte poten boden goede mogelijkheden voor de ondergrondse jacht op dassen en vossen. Vooral in Duitsland, waar men zich voornamelijk bezighield met wat heet de jacht onder het geweer en niet met de zogenoemde lange jacht, werden honden geselecteerd met een kleiner formaat die voor de jager nuttiger waren dan de grote en snellere honden.
Reeds in 1719 beschreef Flemming in zijn boek ‘Der Vollkommene Teutscher Jager’ een hond met het lichaam van een Dashond die werd gebruikt voor de jacht. Het is aannemelijk dat het hierbij ging om een voorvader van de huidige Teckel. Toch is het niet helemaal duidelijk van welke honden de Teckel afstamt. Hij vertoont overeenkomsten met diverse Duitse rassen, waaronder de Hannoveraanse Schweiszhund, de Westfaalse Brak en de Tiroler Brak, maar is een stuk lichter van bouw. Dat zou kunnen worden verklaard door kruising met Pinschers, wederom met het doel een goede jager te verkrijgen.
Foto bron: Ulrike Hachmann.
Als gezelschapshond werd de Teckel pas halverwege de negentiende eeuw bekend, nadat koningin Victoria in 1839 een Dashond mee terugbracht naar Engeland. Haar toekomstige man, Albert van Saxen-Coburg-Gotha, nam een jaar later zelfs een hele meute mee. Engeland was dan ook het eerste land dat een Teckelclub oprichtte en wel in 1881. Rond 1870 kwam de Dashond in Amerika en Canada terecht, eerst alleen voor de jacht, later ook als gezelschapshond. In Duitsland werd de rasvereniging in 1888 opgericht. Vanaf die tijd nam de populariteit van de Teckel een grote vlucht. Ook in Nederland en België werd het een graag geziene familiehond, waarbij de ruwharige Teckel veruit het meest gevraagd is.
Jachtpassie
Zoals gezegd werd de Dashond in vroeger jaren met name gebruikt voor de jacht op vossen en dassen. Nu de das tot de beschermde en met uitsterven bedreigde soorten behoort, wordt deze jacht niet meer beoefend. Toch wordt er nog steeds actief met Teckels gejaagd. Door hun jachtpassie en formaat zijn ze uitermate geschikt voor op het zweetspoor (zweet = bloed), waarbij de hond het spoor van aangeschoten wild moet volgen. In Duitsland worden ze tevens gebruikt voor de drijfjacht op groot wild, zoals everzwijnen en herten, evenals voor de jacht op konijnen en fazanten.
In Nederland kan men met een Teckel diverse jachtproeven afleggen. Deze proeven zijn verdeeld in verschillende onderdelen, zoals de schotvastheidstest en de watertest, waarbij respectievelijk de reactie van de hond op het geweerschot en de bereidheid om een geschoten eend uit het water te halen worden beoordeeld. Er zijn zweetspoorwedstrijden en drijfjachtoefeningen, waarbij de hond zelfstandig een bosperceel moet afzoeken naar wild en dat dan moet opdrijven.
Foto bron: Ulrike Hachmann.
Teckel in het kort
Land van herkomst | Duitsland |
Vroegere taak | jachthond |
FCI-rasgroep | groep 4 (Dashonden) |
Gemiddelde leeftijd | 12-15 jaar |
Schofthoogte | ongeveer 17-25 centimeter (afhankelijk van de variëiteit) |
Voorkomende ziekten | hernia nucleus pulposis (HNP, ook wel ‘Teckelverlamming’), gebitsproblemen, epilepsie |
Gebruiksmogelijkheden | jacht, gedrag & gehoorzaamheid, zweetwerk |
Voorkomende gedragsproblemen | blaffen, (angst)agressie richting honden, grommen, op katten jagen |
Waaks | redelijk tot zeer goed |
Omgang kinderen | redelijk |
Omgang honden | matig tot goed |
Vachtverzorging | afhankelijk van de vachtsoort |
Bewegingsbehoefte | gemiddeld (maar veel mag ook) |
Drie formaten, drie vachten
De Teckel is er in negen variëteiten. De Standaardteckel, de Dwergteckel en de Kaninchenteckel verschillen in grootte. Het verschil zit uitsluitend in de borstomvang van de hond, die gemeten wordt op de leeftijd van vijftien maanden. Bij de Kaninchenteckel mag die omvang niet meer dan 30 centimeter bedragen, bij de Dwergteckel niet meer dan 35 centimeter. Is de omtrek groter, dan is het een Standaardteckel. Verder mogen de honden qua type en lichaamsbouw niet van elkaar afwijken.
Korthaar, langhaar en ruwhaar Teckel. Foto’s: Judith Koellen, Angela bruynswyck, Rosemarijn Gelauff.
Alle formaten komen voor in drie vachttypen: kortharig, langharig en ruwharig. Zoals bij meer rassen die verschillende haarvariëteiten kennen, is het karakter van de Teckel min of meer gerelateerd aan de structuur van de vacht. In zijn algemeenheid zijn de langharen vrijwel altijd het zachtst van karakter, de kortharen de beste werkers en is de ruwhaar de stugste leerling en het hardst van innerlijk. Er zijn dus nogal wat verschillen in gedrag, ook wat de individuele Teckel betreft.
Karakter
Teckels zijn vrolijke, levenslustige honden die meestal zeer gesteld zijn op een warme schoot en kriebelende handen, maar die zeker niet tot de ‘schoothonden’ gerekend willen en mogen worden. De Teckel is altijd bereid om mee op pad te gaan, behalve misschien als het erg hard regent. Een wandeling duurt hem niet gauw te lang en hoe ruiger het terrein is, hoe mooier hij het vindt. Worstelend door het struikgewas en grote gaten gravend is de Teckel in zijn element. Pas wel op in duingebieden en bossen, want voor je het weet is hij, gehoor gevend aan zijn altijd sluimerende jachtinstinct, vertrokken achter een lekker geurspoor aan. Het risico daarvan is dat de hond uiteindelijk in een konijnenhol verdwijnt waar hij misschien niet meer uit kan komen.
Foto’s bron: Ulrike Hachmann, Judith Koellen , Rosemarijn Gelauff.
De Teckel is vriendelijk en aanhankelijk naar zijn baas. Het merendeel gaat ook goed met kinderen om, maar lang niet allemaal! Het is dan ook belangrijk Teckels hier van jongs af aan te wennen en tevens kinderen goed te leren wat wel en niet kan met de hond, want een Teckel laat zich niet zomaar in een hoekje drukken en kan zo nodig fel van zich af snauwen.
Bij wat oudere kinderen is hij dan ook beter op zijn plaats dan bij het heel jonge grut. Met onbekenden kan hij vaak goed opschieten. Wel heeft hij zo zijn voorkeuren en kan hij zich soms gereserveerd en tegenover bepaalde mensen zelfs wantrouwend opstellen. Over inbrekers hoeft u zich geen zorgen te maken met een Teckel als huisgenoot, want hij voldoet beter dan een dure alarminstallatie, zowel in opmerkzaamheid als in lawaai.
Moedig en fel
Teckels zijn van nature moedige honden en er zitten behoorlijk felle typetjes tussen, zeker bij de ruwharen. Ook angst en terughoudendheid komen echter bij de Teckel voor, en dat is reden om hem goed en langdurig te socialiseren en hem op jonge leeftijd niet te veel in bescherming te nemen. De Teckel is tot op hoge leeftijd een speelse hond. Als hij genoeg beweging krijgt, is hij in huis vrij rustig. Zo niet, dan kan het een erg druk baasje zijn dat de hele dag achter zijn baas aanhobbelt en bij ieder geluidje blaffend overeind schiet.
De Teckel is een hond met karakter. Om hem op te voeden moet je stevig in je schoenen staan, want als hij ook maar enigszins de indruk krijgt dat hij je kan manipuleren, zal hij het beslist niet laten. Een gedwee typetje is het dan ook zeker niet. Als men echter zijn eigenzinnige en koppige karakter kan waarderen, over een beetje gevoel voor humor beschikt en bereid is de hond een vastberaden opvoeding te geven, met juist dat tikkeltje gevoel voor zijn onafhankelijke aard, dan haalt men met de Teckel een heerlijke hond in huis. Levendig en uiterst nieuwsgierig als hij is zorgt hij dan voor de komische noot in het leven.
Foto bron: Teckel Daxx van Angela Bruynswyck deinst niet terug voor een Duitse Dog.
Worst op pootjes? Echt niet!
Er wordt nogal eens lacherig gedaan over deze ‘worst op pootjes’. Onterecht, want de Teckel verenigt een grote dosis intelligentie, moed en doorzettingsvermogen in zijn kleine lijfje. Veel van zijn karakter hangt nauw samen met zijn vroegere werkzaamheden. Het vergt lef en volharding om een vos in zijn hol klem te zetten en hem daar te houden tot er hulp arriveert. Is het dan een wonder dat deze hond nog steeds over een karakter beschikt dat zijn bescheiden formaat veruit te boven gaat? Om diezelfde reden bezit hij een zelfstandigheid die vaak wordt betiteld als eigenwijsheid en die zijn baas soms tot wanhoop kan drijven, al zal de echte Teckelliefhebber zich hier niet aan storen.
Opvoeding
Soms wordt gezegd dat een Teckel niet op te voeden valt. Iemand die dit fabeltje gelooft en een Teckel aanschaft, doet dan vaak geen enkele poging meer om zijn hond enige manieren bij te brengen, want ‘een Teckel kan toch niet leren luisteren’. Ten gevolge hiervan wordt de hond ongehoorzaam en soms zelfs onhandelbaar. Heel jammer, want de Teckel is een uiterst intelligente hond en in staat om zeer snel te leren.
De training moet dan wel leuk en motiverend blijven om kans van slagen te hebben. Het is zeker niet de makkelijkste hond om te trainen. Als een Teckel een keer geen zin heeft, kan hij je met treurige ogen aankijken of je niet goed bij je hoofd bent. En zelfs de best getrainde Teckel kan het op cruciale momenten laten afweten. Maar met veel doorzettingsvermogen, een tikje relativeren en veel belonen is er bij dit eigenzinnige typje heus heel wat te bereiken.
Foto’s bron: Britta Neumann, Ulrike Hachmann, Rosemarijn Gelauff.
Jachttraining is een prima activiteit voor de Teckel, net als alles waarbij hij zijn neus kan gebruiken, dus zoeken, zweetwerk en sorteren. Dingen in huis of in de tuin verstoppen en de hond ze laten zoeken is een leuke bezigheid. Pas wel op als u prijs stelt op uw mooie achtertuin, want Teckels zijn verwoede gravers die binnen een halfuur een gat kunnen fabriceren waar ze zelf zes keer in passen. Een goede gehoorzaamheidscursus is eigenlijk voor iedere Teckel een voorwaarde. Als je het plezier erin weet te houden, kunnen ze zelfs het niveau van gedrag & gehoorzaamheid bereiken.
Opmerkelijke uitspraken van Teckelbazen
- ‘Een Teckel is niet eigenwijs, hij is gewoon zelfstandig.’
- ‘Ze kopen je om met hun zielige blik.’
- ‘Het is een lieve krokodil, fel en nergens bang voor.’
- ‘Hij is ervan overtuigd dat hij de grootste hond ter wereld is.’
- ‘Het zijn komedianten met gevoel voor humor.’
Lange rug, opgepast!
Teckels zijn met hun lange ruggen erg gevoelig voor een hernia, oftewel de bekende Teckelverlamming. Laat deze levendige hond zijn ruggegraat niet te veel belasten. Niet te veel laten springen of trap op en trap af laten rennen, zeker niet te zwaar laten worden en voldoende verantwoorde beweging geven in de vorm van veel wandelen.
Foto bron: Langharige Teckel Daxx van Angela Bruynswyck.
Verzorging
De vachtverzorging van de Teckel is afhankelijk van zijn vachtsoort. De korthaar heeft weinig nodig, maar de langhaar vraagt wat meer aandacht, met name op de plaatsen waar klitten kunnen ontstaan. De ruwharige variant moet ongeveer twee keer per jaar naar de trimmer. Teckels hebben vrij snel te lijden onder een slecht gebit en daarom dienen tanden en kiezen goed schoongehouden te worden. Dat kan door voldoende kauwmateriaal aan te bieden zodat de hond daarmee zelf zijn gebit kan reinigen, maar tandenpoetsen is geen overbodige luxe. Soms raken de nagels van de Teckel de grond net niet, waardoor ze te weinig afslijten. Dan zullen de nagels geknipt moeten worden.
Informatieve links
- Nederlandse Teckelclub
- Op Doggo.nl: Fokkers van Teckels
Credits
Tekst: Jolien Schat, www.hondenscholen.com
Overname alleen toegestaan na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de auteur.
Met dank aan Judith Lissenberg voor de redactie.