Parvo bij de hond
Iedereen heeft in zijn omgeving wel eens gehoord over die jonge hond, die aan Parvo is overleden. Het betreft vaak hondjes uit de broodfokindustrie die deze ziekte oplopen. Je dient de plaatsen waar de hond met Parvo is geweest te vermijden, want anders kan ook jouw eigen hond het krijgen en er zelfs door komen te overlijden.
Foto boven van H. Vink: Bentley van 9 weken, gediagnosticeerd met parvo.
Wat is parvo eigenlijk?
Het Canine Parvo Virus behoort tot één van de meeste resistente virussen, waardoor het maanden in de omgeving kan blijven. Het Canine Parvo Virus een een broertje van het Feline Parvo Virus, wat kattenziekte veroorzaakt. Op dit moment (april 2015) gaat er kattenvirus rond in Nederland en zijn al honderden, niet-gevaccineerde, katten overleden. Gelukkig is kattenziekte niet besmettelijk voor onze hond. In principe kan elke hond parvo oplopen. Vaccinatie geeft een zeer goede bescherming, dat betekent dat als een hond netjes gevaccineerd wordt, we niet bang hoeven te zijn dat hij er ook ziek van wordt.
Risicogroepen
Honden die niet of onvoldoende gevaccineerd zijn, zijn er dus veel gevoeliger voor. Dit geldt ook voor jonge honden. Honden onder de leeftijd van 6 maanden zijn het gevoeligste. De Doberman, Duitse Herder, Rottweiler, Labrador en Pitt Bulls zijn gevoeliger voor parvo dan andere rassen. Wat hiervan de achterliggende reden is, is helaas niet bekend.
Parvo is overigens niet besmettelijk voor mensen.
Parvo en broodfokkers
Minder hygienische omstandigheden bij deze fokkerijen zorgen ervoor dat honden sneller ziek worden. Als er eenmaal parvo is, dan mogen kwetsbare, onbeschermde honden voor minimaal 4 maanden niet toegelaten worden om verdere besmetting te voorkomen. Aangezien een broodfokker veel nestjes wil blijven fokken voor de verkoop, zal hij zich daar niet aan houden. Moederdieren zijn vaak niet gevaccineerd, of onvoldoende, waardoor puppen ook minder bescherming meekrijgen.
Gerdien van Horssen: “Ik heb Saartje op 29 januari 2014 via Marktplaats gekocht. Vier dagen later werd ze ziek, ze had parvo en een zware worminfectie. Ze verloor te veel vocht door diarree. Ze is 9 dagen intensief behandeld in de kliniek. Het is een wonder dat ze het gehaald heeft. Na onderzoek gedaan te hebben blijkt deze mevrouw een broodfokker te zijn en trekt zich volledig terug. Dit is gewoon dieren mishandeling, dit moet stoppen. Ik weet nu hoe stom we zijn geweest.”
Foto: Saartje in de kliniek, vechtend voor haar leven.
Hoe herken je een parvoinfectie?
De incubatietijd is 47 dagen. De verspreiding is via braaksel en diarree, waarna een andere hond via de bek weer in contact komt met parvo. Bijvoorbeeld door het snuffelen aan de plek waar braaksel of diarree gelegen heeft.
- Een jonge besmette hond besmet wordt sloom en ziet er ziek uit.
- Vaak stoppen ze met eten en beginnen ze te braken en volgt er al snel waterdunne bloederige diarree.
- Ook zal er snel koorts ontstaan. Door het braken en diarree raakt hij uitgedroogd en door het verliezen van electrolieten zal hij zich steeds slechter gaan voelen.
- Hierna raakt hij in shock en zal overlijden.
- Ook kan parvo de hartspier aantasten waardoor er een myocarditis (ontsteking van de hartspier) zal optreden.
Volwassen dieren hebben vaak mildere symptomen en worden vaak zelf beter.
De diagnose
Aan de hand van het klinisch beeld en bloedonderzoek zal er een verdenking op parvo kunnen ontstaan. De definitieve diagnose kan gesteld worden door ontlasting te laten onderzoeken op het parvo virus. Afwijkingen die in het bloed gezien worden zijn een laag aantal witte bloedcellen, soms bloedarmoede, lage eiwitten, verhoogde nieren- en leverwaarden en verstoorde elektrolietenbalans.
De behandeling van parvo
Er is helaas geen behandeling tegen parvo. Het enige wat gedaan kan worden is de hond ondersteunen met infuus, medicatie tegen misselijkheid en eventueel tegen diarree, antibiotica om bloedvergiftiging te behandelen of te voorkomen. Bloed- of plasmatransfusies zijn regelmatig nodig om het heftige bloeden en eiwitverlies te compenseren.
Hoe parvo voorkomen?
Vaccinatie voorkomt een parvoinfectie. Een pup krijgt via de moedermelk antistoffen tegen parvo binnen. Deze bescherming loopt ergens tussen de leeftijd van ongeveer 6 en 12 weken ten einde. Wanneer dat precies is, is per pup wisselend. Daarom wordt een pup op de leeftijd van 6, 9 en 12 weken gevaccineerd, onder andere, tegen het parvovirus. 3 Weken na de laatste vaccinatie op 12 weken is een pup in principe gedurende 9 maanden goed beschermd. Als een hond op 1 jarige leeftijd weer gevaccineerd wordt tegen parvo, zal hij gedurende minimaal 3 jaar een voldoende bescherming hebben.
Je kunt je hond ook laten titeren. Bij parvo is het namelijk mogelijk om de hoeveelheid antilichamen te meten.
Tot slot
Dit artikel is geschreven door dierenarts Evelyne Bekke bij Dier Medisch Centrum Hof van Twente