Vlooien veroorzaken jeuk en ziektes
Vlooien, iedereen kent ze wel, kleine bruine beestje, die wegspringen als je ze wilt pakken. Om ze dood te maken, zul je stevig moeten drukken, hun schild is erg hard.
Waarom willen wij vlooien eigenlijk liever niet op onze dieren zien? Het is vrij simpel, ze veroorzaken jeuk en kunnen vervelende ziektes overbrengen.
Lintwormen
Zo is ongeveer 30% van de vlooien besmet met lintwormen. Honden krijgen jeuk van vlooien, gaan zich uitgebreid wassen en likken zo de vlo mét lintworm op. Het vervelende van lintwormen is dat wij ze ook kunnen krijgen. Ook dragen ongeveer 30% van de vlooien Bartonella Henselae (kattenkrabziekte) met zich mee. Honden hebben er zelden last van, mensen kunnen er helaas erg ziek van worden. Bij een grote vlooienbesmetting kunnen kleine dieren, zoals puppy’s door het massale bloedzuigen, zelfs bloedarmoede krijgen.
Meer vlooien dan vroeger?
De infectiedruk van vlooien is de afgelopen jaren flink gestegen. Er bestaan vermoedens dat dat komt door de zachte winters van de afgelopen 2 jaar, maar ook omdat we steeds intensiever samenleven met onze dieren. “Vroeger” konden we nog af met 4x per jaar een pipetje tegen vlooien, tegenwoordig is dat echt onvoldoende.
Vlooiencyclus
- Een vlo springt op de hond en gaat daar bloedzuigen.
- Na 24-48 uur gaat de vlo eitjes leggen. Vrouwtjes vlooien leggen op hun topdagen wel 50 eitjes per dag. Ze leven ongeveer 21 dagen en 1 vlo kan dus wel 1000 eieren in de omgeving brengen. Deze eitjes kunnen maanden (maximaal 36 maanden) inactief in de omgeving blijven. Ook zijn ze erg resistent tegen bestrijdingsmiddelen en stofzuigen heeft ook niet zo veel invloed op ze. Ze blijven lekker vastgeplakt zitten aan hun omgeving.
- Onder gunstige omstandigheden komen ze na 1-6 dagen uit en worden het vlooienlarven. Deze larven leven van de vlooienpoepjes en van huidschilvers, zowel die van ons als van onze honden. Larven gaan zich na een aantal dagen verpoppen.
- Vlooienpoppen zijn erg lichtschuw, ze verstoppen zich op donkere plekken en zijn resistent tegen bestrijdingsmiddelen.
- Onder gunstige omstandigheden komen de poppen na ongeveer 14 dagen uit en worden ze volwassen vlooien. Als de omstandigheden niet gunstig zijn, kunnen ze maanden inactief blijven.
NB: Alleen vlooien en vlooienlarven zijn gevoelig voor bestrijdingsmiddelen.
Hoe kom je er achter dat jouw hond vlooien heeft?
Veel honden zullen jeuk krijgen van vlooien. Vlooien zuigen bloed en spugen speeksel terug in de hond. Van dat speeksel ga je jeuk krijgen. Sommige honden zijn helemaal niet gevoelig voor vlooienbeten en hebben geen jeuk. Als je jouw hond kamt met een vlooienkam, kun je vlooien vinden, maar de kans dat je alleen vlooienpoepjes vind, is veel groter. Vlooienpoepjes zijn zwart (verteerd bloed van jouw hond) en lijken op grote zandkorrels. Als je die poepjes tussen jouw nagels kapot probeert te drukken, dan knistert het. Ook kun je een beetje water op een vel keukenrol doen, en de poepjes daar over heen wrijven. Als ze rood-bruin afgegeven, weten we zeker dat het vlooienpoepjes zijn.
Wat kun je ertegen doen?
Wat moet je nu doen als er vlooien op jouw hond zitten? Allereerst moet je je realiseren dat voor elke vlo op jouw hond, er minimaal 50 (potentiele) vlooien in huis zitten. De kans dat je een enkele vlo op jouw hond vindt, is niet zo groot. Dat betekent dat als je er 1 ziet, er zeer waarschijnlijk veel meer op jouw hond zitten.
Vlooienmiddelen
Er zijn veel nieuwe vlooienmiddelen op de markt, die of langer werken tegen vlooien, of vlooien sneller doden dan de oude vertrouwde middelen of ze zijn veel veiliger voor zowel de hond, kat als voor mensen en dus ook kleine kinderen.
Advies op maat
Voor advies op maat is het verstandig contact met jouw dierenarts op te nemen. Bij een flinke besmetting in huis kan het ook verstandig zijn om het huis te behandelen met een omgevingsspray. Deze sprays doden de vlooien en larven die op dat moment in huis zitten. Zowel de eitjes als poppen worden niet gedood en daarom duurt het altijd een paar maanden voor het lijkt of je een plaag onder controle hebt. Behandel daarom altijd maanden, zo niet jaren achtereen!
Tot slot
Dit artikel is geschreven door dierenarts Evelyne Bekke bij Dier Medisch Centrum Hof van Twente