Wat hebben dieren nodig, wat zijn hun behoeften en wensen?
Wij houden van onze honden, ze zijn ons een vriendje/vriendinnetje en maken deel uit van de familie. We zouden ze niet willen missen! Gorilla’s en dolfijnen maken wellicht geen deel uit van een menselijke familie maar vriendjes met ze worden vinden dierenverzorgers ook leuk en missen doen we ze zeker als we naar huis gaan.
Maar wat vinden dieren nou leuk? Wat hebben zij nodig, wat zijn hun behoeften en wensen? Hoe goed luisteren wij naar wat zij ons vertellen? Hoe respecteren wij wat dieren vinden en willen? Het is goed om je regelmatig deze vragen te stellen.
Autonomie
Elke hond, gorilla of dolfijn is anders, ze hebben een eigen persoonlijkheid, eigen behoeften en wensen. Ook hebben ze allemaal een eigen wil en uiten die op verschillende manieren, zoals bijvoorbeeld door de manier van gedragen, geluiden en keuzes die ze maken. Ze hebben sociale levens, inclusief die samen met de mens, op wie zij vaak moeten rekenen met betrekking tot zorg. Maar er is meer waar we rekening mee moeten houden: deze individuen zijn ook allemaal autonoom, ze hebben allemaal behoefte aan een zekere mate van autonomie.
Autonomie is afgeleid van het Grieks autos (zelf) + nomos (wet), wat wij in Nederlands vaak zelfstandigheid noemen. De capaciteit van een rationeel individu om eigen verantwoorde beslissingen te nemen wordt vaak besproken in de medische wereld, in de politiek en psychologie. Hoeveel keuze en controle mensen hebben om te beslissingen en acties te bepalen in het leven, over hoeveel autonomie een mens beschikt wordt gerelateerd aan kwaliteit van leven.
Hoe meer keuze en controle over behoeften en wensen, hoe hoger de kwaliteit van leven.
We denken wellicht meteen “Is een hond rationeel en verantwoord genoeg om eigen beslissingen te nemen? Wat betekent dit allemaal en wordt het niet een gigantische puinhoop?”
Het kan inderdaad een complex concept zijn, maar we kunnen het ook vanuit een praktisch oogpunt bekijken en op een veelbetekenende manier voor de hond. Het is een zinvol concept als we nadenken over hoe we honden (en ook gorilla’s en dolfijnen die door mensen verzorgd worden) zo vaak beperken in hun keuzes; bewust en onbewust.
Hoe zelfstandig kan een hond functioneren? Hoe vaak mogen ze dingen zelf beslissen? Hoeveel keuze en controle heeft een hond over zijn of haar leven? Dat honden goed zelf kunnen leven en overleven en ook beslissingen kunnen nemen hebben we kunnen lezen in het verslag van Debby van Dongen over de lezing van Dr. Kathryn Lord en in het werk van Ray Coppinger over ’village dogs’.
Er zijn natuurlijk heel veel redenen om je hond te laten kiezen, maar ik zal focussen op de volgende drie, namelijk:
- Welzijn
- Persoonlijkheid en leeftijd
- Omgeving & Balans van de dag
Welzijn
Een zeker mate van controle hebben over je leven werkt welzijn verhogend. Er zijn veel studies die gekeken hebben naar het effect van keuze en controle op het welzijn van een dier. Koeien die hun eigen staldeuren konden openen en sluiten, of koeien een douche aan konden zetten op een warme dag hadden beter welzijn dan koeien die dat niet konden (ze waren actiever, en de koeien die konden douchen lagen minder op de grond als het warm was maar zochten de verkoeling op van het water). Toen gewone penseelaapjes de mogelijkheid kregen om zelf het licht aan en uit te doen en niet hoefden te wachten op de verzorgers maakten ze daar veelvuldig gebruik van. Gorilla’s en chimpansees die de keuze hadden om gebruik te maken van een buitenverblijf waren actiever, gebruikten verrijking meer en hadden meer sociale interacties. Iguana’s die konden kiezen wat voor temperatuur ze prettiger vonden verplaatsten zich om op het ene moment te genieten van de volle zon en een ander moment te kiezen voor een koelere plek. Kalveren en varkens die kunnen kiezen waar ze willen slapen en/of uitrusten gaan liever naar een plek met een zachte ondergrond en nestmateriaal, maar als het warm was dan was een koele vloer ook erg in trek.
Panda’s en ijsberen die op en neer liepen voor de deur naar hun binnenverblijf wilden niet per se naar binnen, toen de deur altijd open werd gelaten stopten ze met heen en weer lopen. Ze wilde gewoon de optie hebben om naar binnen te gaan wanneer zij daar zin in hadden. Dus weten dat je een keuze hebt is ook belangrijk, ook al maak je daar niet altijd gebruik van, de optie om keuzes te maken is er.
Keuze-experimenten met honden zijn er nog niet veel gedaan maar een aantal heeft gekeken naar welke smaak hondenvoer ze lekker vinden. Een andere project door middel van preferentietests keek naar welke poot ze liever gebruiken, links of rechts.
Elke dag maken andere dieren, net als mensen, heel veel verschillende soorten keuzes, zoals wat ze willen doen, waar ze willen zijn, met wie, etc. Als controle over acties niet of weinig aanwezig is kunnen mensen lijden aan aangeleerde hulpeloosheid en kan het zijn dat we geheel ophouden met het maken van keuzes. Dit komt ook bij dieren voor die door mensen verzorgd worden. Bij sommige dieren kan dit leiden tot negatieve consequenties die geuit kunnen worden door fysiologische en/of gedragsmatig problemen voor het dier zoals minder eten en gewichtsverlies, heel veel slapen, weinig spelen, afwachtende houding, depressie en inactiviteit. Wellicht een dier dat weinig doet wordt als makkelijk ervaren en wordt er aangenomen dat het welzijn van dit dier goed is, maar de inactiviteit zou kunnen voortvloeien uit het feit dat het dier heeft geleerd dat er weinig tot geen keuzes zijn en daarom het maar heeft opgegeven om controle uit te oefenen over zijn of haar omgeving.
Andere gedragingen die kunnen voortkomen uit gebrek van keuzes and controle zijn stereotiep gedrag, agressie, angst, vernielgedrag, chronisch stress, zeer oplettende zijn, slecht luisteren.
Het geven van keuzes is belangrijk en kan een positieve bijdrage leveren aan het welzijn van het dier. Het geven van keuze en controle kan ons ook inzichten geven in hoe en wat voor soort beslissingen dieren maken (en wellicht waarom). Daarnaast geeft het ons inzichten in hun cognitieve capaciteiten.
Proces van keuzes maken
Wat voor keuzes een dier maakt kan afhangen van veel aspecten zoals geschiedenis en opvoeding, interacties met anderen (mens en dier), complexiteit van omgeving en keuzes die worden aangeboden. Niet alleen is het belangrijk dat er keuzes gemaakt kunnen worden maar ook het proces van keuzes maken.
Een van de vragen die ik stel als ik kijk vanuit een dierenwelzijnsperspecitief is: hoe echt is een keuze vanuit het dier gezien?
Bijvoorbeeld, een leeuw zou het fijn kunnen vinden om te kunnen zonnen op een rustige plek. De zonnige en open plekken in het buitenverblijf zijn vrij dichtbij het publiek in de dierentuin waar deze leeuw woont. Waar publiek is, is vaak veel geluid en activiteit. De leeuw kiest dan misschien toch maar een schaduwrijke plek dat verder van het publiek af ligt. Deze situatie is een voorbeeld van het niet aanbieden van voorkeuren van de leeuw, de echte keuze. Wat ik daarmee bedoel is dat als de voorkeur uitgaat naar zonnig en rustig moet deze keuze aangeboden worden, zodat de leeuw kan genieten van deze voorkeur, het lekker in de zon liggen om rust en afzondering te vinden. Niet dat in de zon liggen opgegeven moet worden om rust en afzondering te vinden.
Waar het voor ons omgaat is dat we moeten proberen te begrijpen wat de behoeften en voorkeuren zijn van de dieren waar we mee samenwonen en/of die we verzorgen (bijvoorbeeld in een hondenpension of asiel). Daarna hebben we de soms moeilijk taak om te evalueren welke voorkeuren echt belangrijk zijn om te zorgen dat we deze zoveel mogelijk kunnen behartigen.
Het is natuurlijk niet mogelijk om altijd te kunnen kiezen en controle te hebben over je omgeving, over je voorkeuren en acties. Sommige voorkeuren komen misschien niet veel voor maar kunnen toch belangrijk zijn, zoals controle bij de dierenarts (bijvoorbeeld door middel van training) terwijl andere voorkeuren dagelijks zouden kunnen voorkomen zoals lekker buiten rondrennen.
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat een groot gedeelte van de tijd er veel mogelijkheden zijn om controle uit te oefenen en keuzes te kunnen maken? Dat is voor ons de uitdaging!
Persoonlijkheid en leeftijd
Behoeften en voorkeuren kunnen veranderen en afhankelijk zijn van de leeftijd en persoonlijkheid van het dier. Bijvoorbeeld weten we dat jonge dieren andere behoeften en voorkeuren dan volwassen en oude dieren. Deze behoeften en voorkeuren worden ook beïnvloed door de persoonlijkheid van een dier. Het testen van persoonlijkheid is een interessante bezigheid maar kan ook een complexe taak zijn en de verschillende beoordelingen en raamwerken moeten worden in acht genomen worden. In honden is belangrijk per ras te kijken en ook naar de leeftijd dat de hond getest wordt, de fok en omgeving waar de hond opgroeit en de seksuele status van de hond (Jones & Gosling, 2005).
We moeten oppassen dat we de persoonlijkheid van de hond niet baseren op alleen fysieke karakteristieken, zoals een studie over honden in 2013 vond (Fratkina & Bakera). De meeste mensen die deelnamen in deze studie hadden een hond, woonden met familie met een hond of hadden vroeger een hond gehad. Honden met slappe oren werden vaker als welgevallig en emotioneel stabiel bestempeld dan honden met puntige oren. Honden met lichte vachten werden vaker dan honden met donkere vachten bestempeld als nauwgezet, welgevallig en emotioneel stabiel.
Afhankelijk van de testen, zoals bijvoorbeeld gedragstesten van speelsheid en reacties op nieuwe situaties, geluiden en naar een predator, zijn er verschillende inzichten die kunnen worden afgeleid van de persoonlijkheid en temperament van de hond.
Honden die nieuwsgierig, speels, sociaal en zin hebben in het achterna en veel durven zijn zullen andere keuzes maken dan honden die meer verlegen en vermijdend zijn. Deze inzichten kunnen gebruikt worden om in samenwerking met de informatie over de behoeften en voorkeuren van het individuele dier beslissingen hoe best om te gaan en te zorgen voor een dier. Hoe we een hond behandelen, welke omgeving het best is aangepast voor het dier, sociale aspecten en omgang met andere honden en mensen, interacties met verrijking, lichamelijke beweging, bezoek aan de dierenarts en/of verblijf in een hondenpension. Omdat behoeften en voorkeuren kunnen veranderen met leeftijd moeten we blijven observeren en aanpassen zodat de verzorging- en interactieprogramma’s aangepast worden op het individu.
De factor van een goeie socialisering is zeer belangrijk, om te begrijpen of de keuzes door persoonlijkheid en temperament komen en niet omdat honden een slechte socialisatie met mensen, andere dieren en omgeving hebben gehad (lees ook andere diersoorten want dit zie in de dierentuin ook veel terug).
Omgeving & Balans van de dag
Het concept om te kijken naar de hele dag, het hele leven van een dier, is een concept dat mij al jaren bezig houd. Als we kijken naar dierenwelzijn en de keuzes and controle die dieren hebben is het belangrijk te kijken naar alle uren van de dag. We kijken naar dag en nacht, over de seizoenen en van geboorte naar dood.
Voorbeeld van een gemiddelde werkdag met verschillende activiteiten en de tijd die met de hond wordt doorgebracht. Bron: © 247animalwelfare
Hoe kunnen we voor goed dierenwelzijn zorgen, 24/7, gedurende het leven en de rol van een dier en in dit geval de hond. Honden kunnen verschillende rollen hebben, van gezelschapsdier tot servicehond. “De rol” van de hond zal een effect hebben op de keuzes en controle die een hond kan uitoefenen. Honden die als hulphond werken zullen andere mogelijkheden hebben dan een waakhond of een hond die heel veel vrijheid geniet op een boerenerf. Toch is het belangrijk om te kijken hoeveel keuze en controle we kunnen creëren voor alle honden, ook die een rol toegekend hebben gekregen en veel aan het werk moeten zijn.
Bijvoorbeeld, honden die aan het werk zijn kunnen “vrij” krijgen op het moment dat er even geen werk voor ze is, een hulphond kan uit de harnas gehaald worden om lekkerder te kunnen liggen, of een politiehond een signaal krijgen dat er nu even geen beroep op hem of haar wordt gedaan.
Ook moeten we nadenken over hoe de seizoenen een effect hebben op keuzes en controle, bijvoorbeeld het naar buiten kunnen gaan, de duur van buiten zijn – in slecht weer wil de hond misschien niet naar buiten zoals die van mijn schoonmoeder – ook een keuze, lekker kunnen zwemmen of andere activiteiten die de dieren waarderen.
Hondenwelzijn 24/7
Vaak denken we aan de korte en/of lange periodes in de dag dat we met de hond bezig zijn, de activiteiten die we met ze doen. Maar het kijken naar dierenwelzijn, en in dit geval kijken naar hondenwelzijn, zou benaderd moeten worden met een 24/7 concept. Ook al zijn wij aan het werk, met sport bezig, met onze families en vrienden, als we slapen of met andere activiteiten in ons leven bezig zijn, het leven van de hond gaat ook door.
Dat weten we natuurlijk wel maar het van belang dat we daar actief en regelmatig bij stilstaan. Wat voor keuzes en controle heeft de hond als we kijken naar een hele dag? Waar is de hond als wij aan het werk zijn, als wij slapen, als wij thuis zijn maar andere dingen doen en niet met de hond bezig zijn?
Als wij er niet zijn, wat voor keuzes hebben honden om te kunnen beslissen waar ze willen rusten, slapen, met wie en wanneer ze willen spelen, waar ze het liefst op de uitkijk liggen of te kunnen spelen met een favoriet speeltje is. Wat is de complexiteit van de omgeving waar de hond zich in bevindt? Spendeert de hond veel tijd in een bench of kennel? Wordt er verrijking aangeboden in de bench / kennel? Worden er veel verrijkingen aanboden in huis? Hoeveel tijd kan een hond kiezen om buiten en/of binnen te zijn?
Kunnen ze kiezen om alleen te zijn, of samen met andere honden? Als ze vriendjes hebben, mensen en/of dieren, hoe vaak zien ze die om mee te spelen, samen te zijn?
Als we met de hond wandelen of samen zijn, zijn we dan echt samen, of zit de mobiel steeds in de weg?
Is wat we voorstellen en geven ook inderdaad wat de honden willen? Hoe weten we dat wat aangeboden wordt ook echt resulteert in goed welzijn? We zullen goed moeten observeren en als het kan ook meer onderzoek doen zodat we beslissingen kunnen nemen gebaseerd op feiten. Onderzoek doen we allemaal, we stellen iets voor en we kijken hoe het bevalt, vindt de hond het leuk (wat we bijvoorbeeld zien door hun gedrag of de geluiden die ze maken) dan gaan we door met het aanbieden van de activiteit. We hoeven dus niet per se meteen een grootschalig project te doen. Elke dag leren we, voelen we, kijken we en checken we om inzicht te krijgen hoe het gaat met de hond waar we van houden.
Dit zijn allemaal voorbeelden en ik weet zeker dat er nog veel meer bedacht kan worden!
24/7 Animal Welfare
Het 24/7 concept heeft al een tijd een speciale website en workshops die ontwikkeld zijn en in ontwikkeling zijn om te kijken naar dierenwelzijn in de praktijk. Meer informatie over 24/7 dierenwelzijn kun je vinden via 247animalwelfare.eu Een workshop speciaal gericht op hondenwelzijn wordt later in 2016 verwacht, deze wordt ontwikkeld in samenwerking met hondenspecialisten en onderzoekers.
Het is van belang dat we kijken hoe het 24/7 concept kan worden toegepast om te zorgen dat honden keuze en controle kunnen uitoefenen, ook op tijden dat wij er niet kunnen zijn voor ze. Hondenwelzijn parameters (wat we geven en voorstellen en wat de uitkomsten zijn), levensfases en behoeften van hondenrassen samen met de voorkeuren van individuen en hun persoonlijkheid en temperament kunnen zorgen voor een holistisch benadering van dierenwelzijn. Om deze manier kunnen we zorgen dat het welzijn van de honden zo optimaal mogelijk is en dat ze iets minder afhankelijk van ons zijn voor verschillende mogelijkheden. Mogelijkheden die keuzes en controle geven verhogen de autonomie en het welzijn van de hond. Beter hondenwelzijn daar wordt een hondenliefhebber blij van en de hond zeker ook!
Referenties
- Fratkina, J. L., & Bakera, S. C. (2013). The Role of Coat Color and Ear Shape on the Perception of Personality in Dogs. Anthrozoös, 26, 1, p. 125-133.
- Jones, A. C., & Gosling, S. D. (2005). Temperament and personality in dogs (Canis familiaris): A review and evaluation of past research. Applied Animal Behaviour Science, 95, 1, p. 1-53.
- Leotti, L. A. et al. (2010). Born to Choose: The Origins and Value of the Need for Control. Trends Cogn Science, 14, 10, p. 457–463.
Tot slot
Dit artikel is geschreven door Sabrina Brando; onderzoeker en dierenwelzijn consulente, eigenaar AnimalConcepts