Over erfelijkheidsproblematiek en wat elke hondenliefhebber voor zijn hond kan doen
Iedereen die wel eens een wolf heeft mogen zien, is onder de indruk. Het is een krachtig dier, zowel in lijf als in geest. Een dier dat als slimme overlever extreme natuurlijke situaties kan overleven.
Aftakeling van de hond onder invloed van voortschrijdende domesticatie?
Onze honden zijn lange tijd net zo krachtig geweest. Bij aanvang van het domesticatieproces was het immers ook voor honden belangrijk om zo fit mogelijk te zijn. Met een sterk, fit lijf en slim koppie had je de beste overlevingskansen. In de loop der tijd veranderde echter het een en ander. De domesticatie van zowel de hond als de mens zette zich verder voort. Dat bracht veel voordelen. Kijk maar eens naar het grote aantal honden dat vandaag de dag op de wereld leeft, versus het minieme aantal wolven. Helaas blijkt ook hier “elk voordeel zijn nadeel te hebben”. Zo zijn (te) veel honden onder invloed van de mens behoorlijk afgetakeld. Van het “wolfachtige prototype” is bij enkele typen bitter weinig terug te zien. Zou je een marsmannetje dat landt op aarde vertellen dat een vierkante, gerimpelde hond met korte, bochtige poten afstamt van die krachtige wolf, dan zou hij ongetwijfeld op zijn voorhoofd tikken en als een raket terugkeren naar zijn eigen planeet.
Terug naar het wolfachtig prototype, zijn we dat onze beste vriend niet verschuldigd?
Waarom hebben wij honden zo ver laten afdrijven van die prachtige “oerhond”? Daar kun je op menig verjaardagsfeestje een leuk boompje over opzetten. Is het de wens om iets afwijkends te hebben, is het ons “schoonheidsideaal”, is het onze op hol geslagen zorgdrift geweest? Grote ogen en bolle hoofden geven argumenten voor het laatste. Maar de aflopende rug die een flinke functiebeperking (en ongemak/pijn!) oplevert voor juist een hondenras dat verder sterk op het wolfachtig prototype lijkt, duidt weer op andere factoren die het proces hebben beïnvloed. Hoe je het ook wendt of keert, we hebben onze “beste vriend” behoorlijk wat aangedaan. De hamvraag is: hoe vinden we de beste en snelste weg terug? In elk geval niet door elkaar de kop af te hakken. Of door de “rashond” weg te zetten als “vuilnis” om vervolgens honden met precies dezelfde uiterlijke kenmerken (en dus soms uiterlijke extremiteiten) te blijven kopen en fokken maar dan zonder stamboom. “Look-a-likes” dus rashonden zonder stamboom en kruisingen van ongezonde rassen zijn niet ineens op miraculeuze wijze gezond.
De weg terug vinden we ook niet door te blijven hangen op discussies over de kleur van een vacht. Hoe belangrijk is die vachtkleur als het type hond waar jij zo dol op bent op de rand van een afgrond staat?
Wat de hond wil is een gezond lijf, geen uniek uiterlijk
Wat de weg terug wel in beeld brengt is de afgrond te herkennen. Door te beseffen wat onze invloed op de “hedendaagse hond” is. Door onze ogen te openen voor wat de hond wil. Dat is in basis eenvoudig. De hond wil een lijf waarmee hij kan rennen en spelen. Een lijf dat hem zonder jeuk, benauwdheid, pijn of ander ongemak door zijn leven draagt. Een lijf dat hem niet hindert, maar dat levensvreugde mogelijk maakt. En ook zou het fijn zijn als honden allemaal ongeveer even groot zijn als zijn soortgenoten, zodat een snauw of grauw niet bovenmatig beschadigend is.
Onze honden zijn bijzonder, ze hebben vaardigheden en fysieke mogelijkheden waar wij niet aan kunnen tippen en die we inzetten voor ons nut. Laten we ons daarover verwonderen en niet streven naar functiebeperkte eigenschappen die ons als mens ten opzichte van een medemens onderscheiden. Met een bovenmatige kreukelzone, breedbek, langoor of ieniemienie definieer je jezelf niet. Behalve als iemand die de meest simpele behoeften van een hond nog niet heeft begrepen: een lijf dat meewerkt, een lijf dat meeleeft, een lijf waar mee te leven is. Gun de hond een goed lichaam. En gun hem een koppie dat mee kan draaien in onze samenleving. Een koppie dat van nature stabiel is: niet te angstig, niet te agressief. Een koppie dat vertrouwen kan hebben in de wereld waarin hij leeft en voldoende weerbaar en flexibel is om te dealen met een steeds veranderende omgeving die nieuwe uitdagingen brengt. Natuurlijk wordt dat koppie beïnvloed door opvoeding en een goed benutte socialisatieperiode. Maar erfelijkheid speelt ook een wezenlijke rol.
Wat elke hondenliefhebber kan doen voor zijn honden
Wat kunnen we als hondenliefhebber doen om onze beste vriend een beter startpakketje te geven voor zijn leven?
- Ga je voor een pup? Kies een hond op gedrag en gezondheid. Natuurlijk mag het uiterlijk van de hond je aanspreken. Maar kijk kritisch naar of wat jij mooi vindt voor de hond wel fijn is. Vraag naar gezondheidstesten en check of het uiterlijk geen extremiteiten toont. www.fairpup.nl
- Val niet in de valkuil! Een “look-a-like” zonder stamboom is vaak niet gezonder dan een “rashond”. En kruisingen met extreme uiterlijke kenmerken zullen ook hinder ondervinden van de beperkingen die dat met zich meebrengt.
Natuurlijk kunnen we vingerwijzen en claimen dat ‘de fokkers’, ‘de keurmeesters’, ‘de dierenartsen’ en ja, ook ‘de overheid’ verantwoordelijk zijn voor het weer gezond en gelukkig krijgen van onze honden. We zouden echter ook eens de hand in eigen boezem kunnen steken. Immers als “gewone hondenliefhebber” is je invloed groter dan je denkt. Als jij, als ‘gewone hondenliefhebber’ vraagt om een gezonde, fitte hond, zal je die uiteindelijk ook krijgen. Zodra jij, als ‘gewone hondenliefhebber’ namelijk stopt met het kopen van honden met extremiteiten, stopt de fok. Jij hebt de sleutel in handen! Dus houdt de wolf in gedachten als je op zoek gaat naar een hond.
Credits
Artikel geschreven door Sieneke Groenman & Ineke van Herwijnen
© Koninklijke Hondenbescherming 2015
Fotografie: Nel van Wijngaarden (Bloedhond)
en Sieneke Groenman